XXXXII
Het wapen van AmsterdamGa naar eindnoot* weer op ons paleis
Wanneer een Europeaan, Noord-Amerikaan of bevelhebber van een andere militaristische mogendheid ergens op aarde of in de ruimte als eerste een gebied betrad, was altijd ook het eerste wat hij deed: de vlag van zijn land planten en als het enigszins kon meteen ook het wapen van zijn land of stad ergens vastspijkeren. Sommige mannetjesdieren zien wij dit ook doen, op hun manier. Op Antartica, de maan en andere hemellichamen wordt dit gedrag nog voortgezet; in Somalië zagen we op onze televisie een Amerikaanse militair zijn vlag hijsen bij een olieraffinaderij. Troffen zij ter plaatse de vlag en het wapen van een voorganger aan, dan schroomden zij niet die te verwijderen en de hunne neer te planten. Ook dit zien wij sommige mannetjesdieren in onze omgeving doen, op hun manier.
Zo heeft hier de vlag gewapperd van Domingo de Vera voor de Spaanse koning, van William Byam en Lord Willoughby voor de Britse koning, van Abraham Crijnsen tot en met de laatste gouverneur voor de Nederlandse koning(in), van Cassard voor de Franse vorst. Sinds 25 november 1975 wappert de Surinaamse vlag op de plaats waar eens het standbeeld van koningin Wilhelmina had gestaan. Dat verhuisde naar het Fort Zeelandia. Dit is echter niet gebeurd met het reliëf op het tympaan van het paleis van de President van de Onafhankelijke Republiek Suriname. Als op 25 november 1975 een andere mogendheid Suriname op de Nederlanders had veroverd, zou op die plaats niet meer het wapen van de stad AmsterdamGa naar eindnoot* prijken, maar dat van de nieuwe heerser. Als ik nu na twintig jaar onafhankelijkheid langs dit paleis fiets of trim krijg ik het gevoel alsof ik langs de ambtswoning van de burgemeester van Amsterdam ga. Het gevoel (alsof) (dat) wij niet de nieuwe heerser zijn van dit grondgebied.
Natuurlijk is het een prestatie van de Surinaamse kunstenaar die dit reliëf heeft gerestaureerd, maar het had volgens mij niet meer op het paleis bevestigd mogen worden. Op die plaats hoort het wapen van de Republiek Suriname thuis. Nederland is ook eens bezet geweest door Fransen, Duitsers en ik dacht ook Spanjaarden. Maar nergens in dat land prijkt op een overheidsgebouw nog het wapen van een vroegere overheerser. De eerste de beste Nederlandse tiener zou dat hebben weggerukt.
Dat de restauratie van het paleis van de President van de Republiek Suriname een cadeau van de Nederlandse regering is, geeft ze nog niet het recht om meteen ook onbescheiden opnieuw hun stempel daarop te drukken. Met Winied ben ik het eens, dat het beleid vanuit de GravenstraatGa naar eindnoot** moet worden gevoerd en niet vanuit de van Roseveltkade. Of is ‘de Gravenstraat’ het ermee eens dat de geesten van van Sommelsdijck, Frederici en andere soortgenoten blijven rondwaren in het paleis aan het Onafhankelijkheidsplein? Dan is zowaar en helaas de tijd weer daar dat we ook de naam van dit plein ‘restaureren’.