Met ons allen van het dwaalspoor af!
(2005)–Alphons Levens–
[pagina 91]
| |
XXXV
| |
[pagina 92]
| |
aan de blanken. Ook Mexico ondervond de gevolgen van de uitbreiding van de V.S., want de Amerikanen veroverden grote delen van Mexico, zoals Texas, Nieuw-Mexico en Californië. Intussen hadden de Amerikanen Florida van Spanje en Louisiana (het gebied ten westen van de Mississipi) van Frankrijk gekocht. Later werd Alaska van Rusland gekocht. Zo is het grondgebied van de V.S. in de loop der jaren enorm uitgebreid en is het aantal staten toegenomen.’ Een landkaart en een tekening illustreren dit verhaal.Ga naar eindnoot** We konden op onze televisie zien, dat tot op heden groeperingen in Rusland het erg vinden wat de toenmalige Tsaar had gedaan en Alaska terug willen hebben in de boezem van hun land, maar verkocht is verkocht. De vorige week konden we in het Wereldnieuws in Beeld ook in Chili bezorgde gezichten zien, omdat een Noord-Amerikaanse miljonair die zegt natuurliefhebber te zijn - en daarom de grond niet in cultuur hoeft te brengen omwille van het ecotoerisme - bezig is het zuidelijke deel van Chili hectare voor hectare op te kopen. Hij is in het westen begonnen bij de Stille Oceaan en nog maar 58 km. verwijderd van de oostelijke grens met Argentinië. Om te voorkomen dat hij verder gaat en misschien dat gebied ook nog uitroept tot een nieuwe onafhankelijke staat, gaan er nu in het Chileense parlement stemmen op om hetzelfde te doen wat enkele Surinaamse parlementariërs ook willen: de grondwet wijzigen; echter, en natuurlijk, in omgekeerde richting. In Chili was men n.l. onder dictator generaal Augusto Pinochet de weg opgegaan die enkele ministers en parlementariërs in Suriname, hoe cynisch dit ook klinkt, nu willen beginnen op te gaan. Voorbeelden van de gevolgen van een dergelijk beleid liggen overduidelijk in de wereld. Over Argentinië gesproken... de president van dat land, Menem, heeft de bewoners van de Malvinas ieder een miljoen aangeboden om zich bij Argentinië aan te sluiten, opdat de Malvinas zonder oorlogvoering weer deel kan uitmaken van Argentinië... Wat men met geld allemaal niet denkt te kunnen bereiken. Brazilië zou in het zuiden van ons land hetzelfde kunnen presteren en zo op grond van (mazen in) onze grondwet bijvoorbeeld (een deel van) het district Sipaliwini inlijven, want in de zeventigerjaren had ik in ‘De Groene Amsterdammer’ reeds een kaart van Zuid-Amerika gezien die door de Braziliaanse generaals was uitgegeven. Daarop kwamen o.a. Frans-GuyanaGa naar eindnoot***, Suriname, Guyana, Venezuela, Paraguay en Uruguay niet meer voor. In de dromen van de militaire machthebbers van toen waren deze landen provincies van Brazilië geworden. Zo zouden, als nieuw en in elkaar geflanste wetten dat toestaan, ook enkele kapitaalkrachtige Surinamers - het hoeven dus niet eens buitenlanders te zijn - geheel legaal (een deel van) een district kunnen opkopen, hectare voor hectare, dit afscheiden van de Republiek Suriname en een eigen staat vestigen. | |
[pagina 93]
| |
Of in het gunstigste geval creëert men binnen de republiek een eigen koninkrijkje met een privélegertje - er zijn voorbeelden genoeg op aarde - en plaatst voor alle ingangen een bord met het opschrift: ‘Eigen terrein. Verboden toegang voor onbevoegden. Ook voor u!’ En niet eens de politie durft in opdracht van de regering dergelijke terreinen te betreden om er ongure praktijken te onderzoeken. Wie wind zaait, zal storm oogsten. Regeren is vooruitzien! Als ik merk met welke gretigheid en royaliteit bepaalde Assembléeleden minister Franco Demon complimenteerden voor het haastwerk dat hij geleverd heeft, word ik huiverig, want een zeer oude heer, veel ouder dan onze Assembléevoorzitter, zei eens tegen mij: ‘Wees voorzichtig met complimentjes appreciëren. Je hebt er twee soorten. Als in het ene geval bepaalde mensen je een pluim op de hoed steken, moet je meteen op je qui-vive zijn en bij jezelf te rade gaan of je wel goed bezig bent. Want sommige mensen prijzen je regelrecht het graf in.’
15 juni 1995. Eerder gepubliceerd in ‘de Ware Tijd’ van dinsdag 27 juni 1995. De ondertekening is hier weggelaten, maar is door dezelfde schrijver van dit boek geschied; de hoofdredacteur was de heer Leo Morpurgo. |
|