VI
Drie uit honderden ervaringen
Als weduwe had zij een pensioen gelijk aan één consult van haar internist, de vijf recepten die hij haar meegaf - op haar S.Z.F.-kaart; bijbetaling: duizend gulden per recept -, een retour bus naar het veer en een retour veer of klein bootje. Zelfs een softdrink onderweg was er niet bij. Toen de specialist in het St.Vincentiusziekenhuis haar dan ook zei, dat ze na twee weken terug moest komen, keek ze hem aan alsof ze wilde zeggen, ‘man, begrijp je nog niet, dat je me zoiets niet kunt opdragen?’, maar ze liet hem haar beide handpalmen zien en zei slechts: ‘Datra, na mi pensyun f' a mun disi mi tya kon gi yu.’
Zo kwam ik drie jaar geleden ook bij een collega thuis op ziekenbezoek. Ik wist, ondanks het feit dat ze al twee jaren ziek was, niet wat haar scheelde, maar bleef trouw aan mijn besluit het haar niet te vragen, maar het aan haar over te laten het zelf te vertellen. Dat kon wel heel lang duren, want ze sprak nooit over zichzelf, maar wilde slechts weten hoe het met de kinderen op school ging, hoeveel er dit jaar over waren en hoeveel geslaagd, of er nieuwe collega's bij waren gekomen en wie was gemuteerd; en verder had ze het over de vakbondsacties die ze via de radio volgde, vooral de S.Z.F.-kwestie, en over de politieke situatie in het land. Maar geheel onverwachts, deze keer, liet ze me een doosje zien met de woorden: ‘Kijk, ik heb nog enkele strips tabletten, voor net twee weken. En ik heb al weken niets meer van mijn zusje in Nederland gehoord. Ik weet wel dat ze zou verhuizen, maar niet wanneer. Ik had mijn laatste recepten naar haar gestuurd. Misschien heeft ze ze niet ontvangen. Hoe dichter ik kom bij de laatste strip, hoe slechter ik slaap. Ik moet er niet aan denken dat ik deze medicijnen straks niet meer heb, want dan is die hele chemokuur voor niets geweest. En die was een ware marteling, kan ík je zeggen.’
Ik was overdonderd door zoveel woorden ineens van zo'n vrouw die zelden sprak en nooit over zichzelf. Ik wist niet wat een chemokuur was en waarvoor zij diende en ze legde het mij opeens ook in alle geuren en kleuren uit. Het werd me terstond bijna zwart voor de ogen. Scheelt dat haar werkelijk? En waarom blijft ze altijd vrolijk lachen?
‘Maar is dat jouw enige weg om aan deze medicijnen te komen?’
‘Ja, het S.Z.F. geeft geen medicijnen tegen deze ziekte. Je kunt ze wel kopen bij M.O.P.'s Agency's, maar met Nf.’
Op dat moment was ik reeds opgestaan.
‘Weet je wat?’, zei ik, ‘vraag je dokter snel weer een recept. Morgen vertrekt mijn broer naar Nederland. Zijn dokter daar, hij mag het wel niet doen, zal dat recept opnieuw uitschrijven op zijn naam en als hij die medicijnen heeft zal hij op Schiphol proberen dat pakje aan de eerste de beste bekende mee te