VII
Smacht naar vrijheid
Je zou het ook om kunnen keren. Een vriendin die al drieëntwintig jaar met een zeer rijk man getrouwd is vertelde mij, dat zij al die jaren nooit rustig heeft geslapen; en dat wanneer zij midden in de nacht wakker werd en naar het toilet wilde gaan zij uit angst voor wat kon gebeuren, maar ook met vrees voor een nieuwe uitbrander, eerst haar echtgenoot wekte om hem te melden, dat zij het zou zijn die straks weer de kamer binnenkwam. Want hij zou wel eens wakker kunnen schrikken en meteen naar zijn pistool onder zijn hoofdkussen kunnen grijpen. Sinds zij hem kent heeft hij zijn vuistvuurwapen altijd binnen handbereik.
Toch was zij vóór haar huwelijk niet zo beveiligd geweest als in deze lange periode van meer dan twee decennia. Het erf was omringd door een tweeëneenhalve meter hoge muur met glasscherven daarop gemetseld en enkele felle lampen erbij gemonteerd. De poorten waren electronisch beveiligd, evenals de ontelbare ramen en deuren van het majestueuze witte huis. Enkele mensenvleeslustende honden liepen voortdurend tussen de woning en de hoge muur rond. Je kon via de monitoren binnen hun bewegingen volgen. Was het waar dat dit soort beesten soms ook hun eigen baas verscheurden? En hun bazin? Die monsters waren dusdanig gedresseerd, dat ze van geen vreemde iets wat aangeboden werd aten. Daardoor is zij ondanks haar enorme weelde nooit langer dan een weekend van huis geweest. Haar man wel. Voor zaken, zoals hij zei. Soms ver weg. En lang ook. Daarom doen ze het sinds 1983 ook met een condoom. Niet omdat hij haar niet vertrouwde, want wat zou er kunnen gebeuren met al die mensonvriendelijke bewakers om het huis - de tuinman soms? Hij had er ook voor gezorgd dat zijn ongehuwde zus en zijn moeder inwoonden -, niet daarom dus, maar die rubber kous gebruikten ze omdat zíj dit van hem had kunnen afdwingen. Hoe? Dat is mij ook een raadsel, hoewel ik weet dat zij van hem ook een vuistvuurwapen in haar handtas mag dragen; maar ik zie ze het al doen, zij met haar pistool en hij met het zijne in de aanslag. Neen, ik denk niet dat het zo is toegegaan; toch is hij ermee akkoord gegaan, dat hij thuis ook het condoom omdeed, ondanks dat hij heilig beweerde, dat hij het nergens elders zonder deed. In het andere alternatief, telkens als hij weer thuis was samen met haar voor controle naar stichting Lobi gaan, had hij geen zin en evenmin in een algehele onthouding voor straf in eigen huis. Want hij wist dat het uiteindelijk daarop uit zou lopen, omdat dat feitelijk haar enig sterk wapen was. Het huis had immers vrije kamers te over, waarin door het jaar heen
alleen de huishoudsters voor de schoonmaak kwamen.
Vaak zat ze te dromen over een ander leven. Een leven waarin het niet nodig was dat haar kinderen - allen vóór 1983 geboren, natuurlijk - in een