Anders.
Susannaas Leevenszon, geblonken, als een Wonder
Van haare Kunne en Tyd, bezield van Godlyk vuur,
Dat onuitbluschlyk scheen geschaapen van Natuur,
Ging wel op Bleyëndaal, in volle glory, onder;
Maar om, verheerelykt, ver boven Zon en Maan,
In 't Hemelsch Bleyëndaal, veel schooner op te gaan.
Overleden op haar E. Lusthove Blyëndaal den
XVIIden, en Begraaven te Soest, den XXIsten
van Slagtmaand, MDCXCIX.