| |
| |
| |
Ter bruilofte van den heere Jurriaan Willink, en mejuffrouwe Helena van Loghem.
Welk een licht, vol blyde straalen,
Welk een aangenaame glans,
Komt op 't aardryk nederdaalen,
Van des hemels hoogen trans,
Daar de nevelen voor vluchten,
Baarende allerlei genuchten?
Zou thans Febus, op zyn waagen,
Of een Daphne na te jaagen,
Of de Lent' te moet te treên,
Om op nieuw al de aard' te ontvonken,
Wel met zo veel luister pronken?
Neen, deez' dag, dien gy ziet schynen,
Bruidegom, die, na lang kwynen,
En vermoeiden minnestryd,
Moogt volkomen triomfeeren,
Naar uw wenschen en begeeren.
| |
| |
Uw Helena, schuw gebooren
Voor gevlei en minneklagt,
Hoe verhard van hart en ooren,
Hebt gy eindelyk verzacht,
Daar zy, op haar beurt, leert zwichten
Voor de Liefde en haare schichten.
Met wat vreugd ziet gy beloonen
Uwe moeite en trouwe min,
En uw deugd en gaaven kroonen,
Daar de schoone Halsvriendin,
Voor haar Willink, 't Ja laat slippen
Zo veel heusche aanvalligheden,
Zulk een frissche lentejeugd,
Schoonheid, goedheid, geest en deugd,
Heeft Natuur aan haar gegeeven,
Om voor u alleen te leeven.
Laat de Nyd vry knarsetanden,
Nu ge uw liefdenskiel voor stroom,
En voor wind, ziet veilig landen,
Aan 't Beminde wellekoom,
Daar gy, in behoude haven,
Veilig rust van 't minneslaaven.
| |
| |
Zie uw heil in top gereezen,
Nu ge, aan haaren blanken hals,
Geen meer schipbreuk hebt te vreezen;
Nu zy, niet geveinsd, noch vals,
U, door een verliefd ontfarmen,
Teêr ontfangt met opene armen.
Ga, voldoe uw zielsverlangen,
Aan haar minnelyken mond.
Pluk de roozen van haar wangen.
Kus uw kwynend hart gezond,
In de vreugd der bruiloftsreijen,
Die de bloode Bruid geleijen.
Ga uw blyde bruiloft vieren.
Min bereidde u 't vrolyk spoor,
En strooit palm en lauwerieren.
Hymen licht en treed u voor,
U voorspellende alle zegen,
Tot uw Echtverbond genegen.
Zo moet lang uw liefde bloeijen,
Door 't gewyde huw'lykszoet;
Steeds u 's Hemels heil toevloeijen
In een wenschelyke overvloed;
En gy beide, oneindig, leeven
In begaafde Zoons en Neeven.
Verëend den XXIIsten van Sprokkelmaand, MDCCV.
|
|