Mengelpoezy. Deel 2(1731)–Katharina Lescaille– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 216] [p. 216] Ter bruilofte van den heere Nicolaus Bidloo, der medicynen doctor, en jongkvrouwe Clasina Cloes. De schrand're Bidloo, die, ver boven zyne jaaren, Blinkt, als een Feniks van zyn braaven Stam, aan 't Y; Dat licht, uitmuntende in 't geheim der Artzeny, Tot heil der kranken, zo gelukkig als ervaaren; Die nutte kunsten met geleerdheid weet te paaren, 't Penseel en Snaarenspel aan zyne Poëzy; Blaakt om zyn Daphnes min als een Apol, daar zy, Van vluchten moê, versiert met mirth zyn lauwerblaâren. Beroemde Bidloo, zulk een schoone Bruid wel waard, Met u gelyk van naam, van zeden, geest en aard; Haar vriendlykheid zal steeds uw liefde voedsel geeven. Zo' wacht ge eerlang een Zoon van uw Clasinaas jeugd, Daar Groovaâr Bidloos naam, geleerdheid, kunst en deugd, Uwe, en haar gaaven, hoog geroemd, in zullen leeven. Verëend den XXsten van Slagtmaand, MDCCI. Vorige Volgende