Mengelpoezy. Deel 2(1731)–Katharina Lescaille– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 47] [p. 47] Ter bruilofte van dr. Ludolph Smids, en juffrouw Anna de Groot. Nu kunt gy in de Liefde, ô Smids! uw adem haalen, Die door een tweede keur vind de eerste schaâ vergoed, En eind'lyk al uw smart en bitter leed verzoet In Anna, die uw hart verkwikt met zuiv're straalen. Nu moogt ge, Apollo, van uw Dafne zegepraalen, Zy vlucht, zy vlucht niet meer: den weêrschyn van den gloed Dien gy om haar alleen gevoelde in uw gemoed, Voelt zy, van min verrukt, in haaren boezem daalen. 't Is Anna, die nu zoekt verkoeling voor haar vier In de eed'le schaduw van den schoonen lauwerier, Dien gy verkreegt door uw Geneestkunst, en Gedichten. Dus kunt ge, op Nasoos spoor, vereeuwigen uw min, En wyden met uw zang uw blyde bruiloft in, Waar door haar Groote naam in d' uwen staâg zal lichten. Echtelyk verëenigd te Groeningen, in Grasmaand, MDCLXXXIV. Vorige Volgende