Mengelpoezy. Deel 1(1731)–Katharina Lescaille– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 179] [p. 179] Aan den kunstigen tooneelspeeler Hermanus Koning; op zyn verjaargetyde. Heer Koning, 't morgenlicht scheen nooit met blyder lagch Op 't voorhoofd, als nu 't blinkt op uw Geboortedag; Daar gy de vrolykheid alom voert in uwe oogen, 't Heelal verwondert, en voor u houd opgetoogen. Wat lof ooit and'ren viel door geest en kunst ten deel, Gy zyt en blyft altoos de Koning van 't Toneel. Vorige Volgende