Mengelpoezy. Deel 1(1731)–Katharina Lescaille– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 107] [p. 107] Op het tafereel der deugden en ondeugden; door den heere Kornelis Sweerts. Uw Zangheldin, versierd met godgewyde straalen, Ryst met de Deugden zo veel hooger in het licht, Als zy den schynglans van de Ondeugden laag doet daalen, En haare vlekken toont aan 's waerelds aangezicht. Zo moet de duist're nacht voor 't helder daglicht wyken; De guure winter voor den lieven lentetyd. Wat schoonheid mag men by uw Deugden vergelyken, Daar ge uw Ondeugden braaf met kunst en kracht bestryd? Uw Dicht, o Sweerts! vol vuur, vol houding, geest en leeven, Is, door een hemeldrift, met heilige inkt geschreeven. MDCCIII. Vorige Volgende