Mengelpoezy. Deel 1

[p. 100]

Op de Roomsche penningen der keizerinnen, vertoond door L. Smids, M.D.

Hier staat de Aaloudheid voor het verdere bederven

In onzen laater dag bewaard, en klaar in 't licht;

De scherpe roest haar schoon gevaagd van 't aangezicht,

Haar hoogte en diepselen gemaald met al haar verven:

En wat de Onächtzaamheid of Tyd ooit aan haar schond,

Door Smids zo ver, zo diep gegraaven uit den grond.

Anders.

De Roomsche Aaloudheid te bewaaren voor 't verderven,

En klaar in onzen dag te voeren in het licht;

De diepe roest haar schoon te vaagen van 't gezicht,

En af te maalen met haar houding en verven;

Zo onvermoeid als diep te graaven uit den grond;

Is een roemwaardig werk, dat Smids zich onderwond.

MDCLXXXVIII.