Mengelpoezy. Deel 1(1731)–Katharina Lescaille– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 87] [p. 87] Aan den heere Joan van Broekhuyzen. In zyn stamboek. Al 't Aardryk is verpligt aan uw geleerde Lier, En eert de schaduw van uw bloeijenden Lauwrier, Daar ge uw doorluchten Geest, in alle taal laat hooren, Die tot een wonder van de Dichtkunst is gebooren. Wie op Parnas ooit voor Apol wierd aangebeên, Broekhuizen is dat licht, dat groote licht alleen. Den 26sten van Louwmaand, MDCXCI. Vorige Volgende