Mengelpoezy. Deel 1(1731)–Katharina Lescaille– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 14] [p. 14] Het verlost Europe, Vrygevochten aan den Donau, door het Leger der Bondgenooten. 't Benaauwd Europe, als een Andromeda, te snood, Door Vrankryks Hofharpy verdrukt, van hulp ontbloot, Daar ze, aan zyn praalbeeld is, als aan een rost, geklonken; Poogt t'haarer hulp in moed en deernis elk te ontvonken. Wie red de bange, in groot gevaar, voor 't monsterdier? Een Britsche Perzeus, sterk genoopt door edel vier, Met Englands Pallas schild gewapend, aangevloogen, Bestryd het Roofgedrocht, dat vuur en vlam ten oogen En keel uitspuuwende, vergeefs zich weert met smart: Terwyl de Held, met wond op wond, het treft in 't hart; Daar 't, brullende van spyt zyn klaauwen ziet ontrukken De schoone Bruid; die 't, na lang zuchten, mag gelukken, Dat zy, ontketend, haar Verlosser vrolyk groet En dankt, verpligt aan zyn doorluchten heldenmoed; Terwyl zyn glory langs 't Heeläl praalt ongeschonden, En de Oorlogsfaam zyn lof trompet met duizend monden. Vorige Volgende