De Nederlandse psalmberijmingen in de 16de eeuw
(1959)–S.J. Lenselink– Auteursrechtelijk beschermdVan de Souterliedekens tot Datheen met hun voorgangers in Duitsland en Frankrijk
6. 26. Psalmen (1558)Waarschijnlijk was de voorraad gezangboekjes spoedig uitgeput, want ruim negen maanden later is opnieuw een herdruk van de 25. Psalmen gereedgekomen: 26. ❘ PSALMEN ❘ ende ander ghesan- ❘ ghen, diemen in de Duydtsche Ghe = ❘ meynte te Londen, was Ghe = ❘ bruycken = ❘ de. ‖ Colloss. iij. c. 16. ‖ Het woordt Christi wone in v rijcklick ❘ in allerley wijsheyt : leeret ende ver = ❘ manet malckanderen ❘ ende singet ❘ mit Psalmen ende lofzanghen ❘ ende gheestlicke liedekens / ❘ in ghenade den Heere in uwer herten. ❘ ☞ ? ☜ ‖
Ghedruckt te Embden, by Gellium ❘ Ctematium. Anno. 1558. ❘ den 28. Ianuarius. ‖Ga naar voetnoot2
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 318]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Moet men Wieder geloven, dan is deze editie - afgezien van de toevoeging van een nieuwe psalm - ‘tot in bijzonderheden gelijk aan no. XXXIV’ = 25. Psalmen 1557. Niets is minder waar. De feitelijke inhoud van de tekst moge ongewijzigd zijnGa naar voetnoot1, het spellingkleed waarin deze tekst verschijnt, is een totaal ander. Ter illustratie volgen hier de voornaamste verschijnselen van het oude en het nieuwe ‘systeem’, waarbij het zal opvallen dat de veranderingen niet beperkt blijven tot de spelling in engere zin, maar zich ook uitstrekken tot het gebied van het vocalisme.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 319]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De wijziging van de titel wordt gerechtvaardigd door de toevoeging, onmiddellijk voor het Register - en dus na de afsluiting van de bundel! - van Den cxix. Psalm. Volledig luidt het opschrift: Den cxix. Psalm : beati immaculati. Op de wijse, God / der Goden &c. Het is de letterlijke vertaling van Greiter's bewerking in 4 strofen der eerste 16 bijbelverzen van deze psalm:Ga naar voetnoot1
De melodie-aanduiding (God, der Goden) is de beginregel van Utenhove's 50e psalm, die in de bundel is opgenomen en gezongen wordt op de wijs die Greiter in 1525 voor zijn psalm 119 had gecomponeerd. |
|