Hoofdstuk II
Het boek der psalmen in de christelijke kerk
1. Zijn betekenis voor de oudste christenheid
Bij het aanbreken van de ‘volheid des tijds’ leefden de psalmen nog in de geest en in de levenspraktijk van de vrome Joden. Maria's hymne na de Annunciatie is een op de psalmen geïnspireerd liedGa naar voetnoot1. Jezus en zijn jongeren hebben de oude zangen aangeheven toen ze voor de laatste maal met elkander de paasmaaltijd gebruiktenGa naar voetnoot2.
Het lijdt geen twijfel of het psalmzingen is, in navolging van Jezus' voorbeeld, onder de eerste Christenen in zwang gebleven. Ligt het niet voor de hand dat Paulus en Silas in de gevangenis van Philippi ‘Gods lof’ gezongen hebben in de hun bekende psalmenGa naar voetnoot3? De apostel Jacobus schrijft: ‘Is iemand blij te moede? Laat hij lofzingen’ (psalletoo)Ga naar voetnoot4. Paulus wekt de gemeenten van Ephese en Colosse op tot het zingen van psalmen, lofzangen en geestelijke liederenGa naar voetnoot5.
Het is het wonder van het Psalmboek dat altijd en overal de gelovige met de psalmist heeft kunnen loven en jubelen, zijn zonden belijden, smeken in de nood, voor uitredding danken. In de loop der eeuwen hebben de psalmen zich losgemaakt van hun ‘Sitz’, van de situatie waarin ze ontstonden, van de tijd en de ‘ruimte’ waarvoor ze bestemd waren.
Is daarmee de ‘theologische’ inhoud van de psalmen voor de Christenen dezelfde gebleven? In geen geval. Jezus' gesprekken met vijand en vriend zijn van beslissende invloed op de exegese van de psalmen geweest. Verscheidene keren citeert de Heer een psalmversGa naar voetnoot6, aan het kruis hangend zelfs tot tweemaal toeGa naar voetnoot7; van meer belang evenwel is geweest wat Jezus na Zijn opstanding in de vergadering van Zijn discipelen heeft gezegd: ‘...alles wat over Mij geschreven staat in de wet van Mozes en de profeten en de psalmen moet vervuld worden’Ga naar voetnoot8.