Uit dit staaltje van koopmans-Nederduitsch ('t welk wij vergeten hebben onder de soorten te tellen, op blz. 3 en volgg. opgegeven) blijkt, dat daarin, behalve de nominatieven der 1e persoon, ook nog de onmisbare verbindingen der zinsneden worden weggelaten: immers tusschen hopen en UEd. had noodwendig dat behooren te staan. Wij hadden vroeger gemeend, dat dit kortwieken der volzinnen het gevolg was van onkunde of van zorgeloosheid; gelukkig hebben wij hierin beter licht gekregen, ten gevolge van de verzekering, ons door een voornaam handelaar gegeven, dat aan die taalverminking voor een groot deel de aanzienlijke fortuinen waren toe te schrijven, in Holland gemaakt. Door het weglaten toch van nominatieven en voegwoorden werd inkt bespaard, die geld kostte, en tijd, die ook als geld beschouwd kan worden; ja volgens berekening van gezegden handelaar mocht de som, die op die wijze werd uitgezuinigd - vooral wanneer men er bij in acht nam, geen puntje op i of ij te zetten, voor sommige kantoren op 60 à 70 duizend gulden geschat worden. - Indien deze narichten juist zijn, kan men er het navolgende uit leeren:
1o. dat een koopman, met barbaarsch Hollandsch te schrijven, meer verdient dan een spraakkunstenaar, met zuiver Hollandsch te schrijven.
2o. dat de kooplieden dwaas hebben gehandeld door op een zoo schoonen weg te blijven stilstaan en zich tot het weglaten van onderwerpen en verbindingswoorden te bepalen. 't Is waar, in den aanhef van den straks aangehaalden brief is ook het voorwerp (letteren) in de pen gebleven; maar waarom ook niet dat overtollige geëerde? Was UEd. niet duidelijk genoeg? en hadden, verder op, niet mankeeren en gelieven kunnen wegblijven? - Door op die wijze het dubbele van de nu bespaarde tijd en inkt uit te winnen, hadden de besproken kooplieden, in plaats van 60 à 70/m. gewis 120 à 140/m.