De uithangteekens. In verband met geschiedenis en volksleven beschouwd (2 delen)
(1867-1869)–Jan ter Gouw, Jacob van Lennep– Auteursrechtvrijin verband met geschiedenis en volksleven beschouwd
[pagina 314]
| |
Zesde hoofdstuk.
| |
[pagina 315]
| |
maar is de Kitsteeg genoemd naar de Kit, die aan 't hoekhuis uithing, en de Schapensteeg naar een houten Schaap, dat op een stok aan den hoek der Zijdelstraat uitstakGa naar voetnoot1). Te Dordrecht heet het Torenstraatje naar den Rooden Toren, die in de 17de eeuw uithing aan 't huis, 't welk gebouwd was op de plaats, waar vroeger die Toren had gestaanGa naar voetnoot2). Somtijds schetst ons zulk een gevelsteen tevens den vroegeren toestand eener straat. Zoo b.v. de Stal int Nu Lant (‘de Stal in 't Nieuwe Land’), in de Zandstraat te Amsterdam. Het is een stal, op een ledigen zandgrond, en de steen vertoont ons den toestand, zoo als die was bij 't aanleggen dier straat, op 't einde der 16de eeuw, toen daar 't moeras met zand werd aangehoogd om vervolgens betimmerd te worden. Dikwijls werd de keus van een uithangteeken bepaald door den naam der straatGa naar voetnoot3). Zoo hing George Carter, een winkelier te Londen, St. Albaan uit, om geen andere reden, dan dat hij in St. Alban's-street woonde, ofschoon die straat naar den Hertog van dien naan heet en met den Heilige niets te maken heeft. Zoo kwam te 's Gravenhage in de Nieuwe-molstraat iemand in 1714 op de gedachte, een gevelsteen te laten maken met eenige mollen op een bergje en dien Mollenberch te doopen; en hing een tabaksverkooper in de Kasuarisstraat den Kasuaris uit. Zoo liet weleer een tapper te Amsterdam op het Rusland een jager onder een boom gezeten op zijn bord schilderen en zette er onder: het Rustland; terwijl een kaas- en boterkooper op den hoek van de Botermarkt en de Halvemaanssteeg (oostzijde) een bijna levensgroot Rijnlandsch boertje een zitplaats gaf boven op zijn luifel. Zoo kwam de gevelsteen met den Keizer in de Keizersstraat, een met den Oranjeboom in de Oranjestraat, een met den Beer tegen een boom leunende, (nu verdwenen) in de Beerenstraat, en een geschilderde Hazendans in de Hazenstraat te hangen. Opmerkelijk is het groot getal Eenhorens, die men in den omtrek van de Eenhoorns-sluis kan vinden, zoowel op de Korte-Prinsengracht als langs den Haarlemmerdijk, in steen en in hout gebeiteld, geschilderd en geschreven, voor en op de gevels en zelfs aan kelders, - 't is zeldzaam een zoo groot aantal uithangteekens aan den naam eener sluis ontleend te zien. |
|