De uithangteekens. In verband met geschiedenis en volksleven beschouwd (2 delen)
(1867-1869)–Jan ter Gouw, Jacob van Lennep– Auteursrechtvrijin verband met geschiedenis en volksleven beschouwd
J. van Lennep en J. ter Gouw, De uithangteekens, in verband met geschiedenis en volksleven beschouwd (2 delen). Gebroeders Kraay, Amsterdam 1868
-
gebruikt exemplaar
exemplaar universiteitsbibliotheek Leiden, signatuur: 1105 D 18 en 1105 D 19
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van De uithangteekens, in verband met geschiedenis en volksleven beschouwd van J. van Lennep en J. ter Gouw in twee delen uit 1868.
redactionele ingrepen
Vooraan de delen is de titel ‘[Eerste deel]’ en ‘[Tweede deel]’ toegevoegd.
Deel 2, p. 300: noot 1 heeft geen nootverwijzing in de tekst, de noot is onderaan de pagina geplaatst.
Deel 2, p. 356: noot 1 heeft geen nootverwijzing in de tekst, de noot is onderaan de pagina geplaatst.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (deel 1: p. II, XXVIII, 2, 412 en 416, deel 2: II, XVI) zijn niet opgenomen in de lopende tekst. Van de bijvoegsels en errata van deel 1 p. 413-415, en deel 2 p. 446 zijn de errata in de lopende tekst verbeterd, en de bijvoegsels tot noten gemaakt met de toevoeging ‘[errata]’.
Eerste deel
[pagina I]
de UITHANGTEEKENS.
[pagina III]
de UITHANGTEEKENS in verband, met Geschiedenis en Volksleven beschouwd, door Mr. J. VAN LENNEP en J. TER GOUW.
Geïllustreerd met ruim 300 Boekdruketsen van F.W. ZÜRCHER.
Eerste Deel.
amsterdam,
GEBROEDERS KRAAY.
1868.
[pagina IV]
Stoomdrukkerij van Gebroeders Binger, Amsterdam.
[pagina XXIX]
Inhoud.
EERSTE AFDEELING.
De Uithangteekens in het algemeen beschouwd.
EERSTE HOOFDSTUK. | |
Blz. | |
DAT TOT INLEIDING DIENT | 3 |
TWEEDE HOOFDSTUK. | |
OVER DE UITHANGTEEKENS BIJ DE OUDEN | 11 |
DERDE HOOFDSTUK. | |
OVER DEN OORSPRONG DER UITHANGTEEKENS HIER TE LANDE. | 22 |
VIERDE HOOFDSTUK. | |
GESCHIEDENIS DER UITHANGTEEKENS VÓÓR DE ZESTIENDE EEUW | 34 |
VIJFDE HOOFDSTUK. | |
GESCHIEDENIS DER UITHANGTEEKENS IN DE ZESTIENDE EEUW | 45 |
ZESDE HOOFDSTUK. | |
GESCHIEDENIS DER UITHANGTEEKENS IN DE ZEVENTIENDE EEUW | 67 |
ZEVENDE HOOFDSTUK. | |
GESCHIEDENIS DER UITHANGTEEKENS IN DE ACHTTIENDE EN NEGENTIENDE EEUW | 88 |
ACHTSTE HOOFDSTUK. | |
ALGEMEEN OVERZICHT DER UITHANGTEEKENS | 101 |
I. Notarissen. | 103 |
II. 't Geneeskundig vak | 105 |
III. 't Onderwijs | 109 |
IV. De Ambachten | 111 |
V. De Winkels | 115 |
VI. De Herbergen en Kroegen | 123 |
VII. Kleine neringen | 131 |
[pagina XXX]
NEGENDE HOOFDSTUK. | |
OVER EENIGE UITHANGTEEKENS VAN BIJZONDEREN AARD | 136 |
I. Verschillende uithangteekens. | 136 |
II. Uithangteekens bij geboorten | 138 |
III. Uithangteekens bij sterfgevallen | 139 |
IV. Uithangteekens bij pest | 142 |
V. Takken, Kransen, Kruisen, Kogels en Messen | 143 |
VI. Wandelende en rijdende uithangteekens | 144 |
TIENDE HOOFDSTUK. | |
OPMERKINGEN VAN VERSCHILLENDEN AARD | 146 |
I. Over burgeroorlogen en partijschappen | 146 |
II. Kombinatiën | 153 |
III. Navolging | 157 |
IV. Spelling en stijl | 161 |
ELFDE HOOFDSTUK. | |
NUT EN INVLOED DER UITHANGTEEKENS | 166 |
I. Nut der uithangteekens als wegwijzers, weêrprofeten, onderwijzers der jeugd, enz. | 166 |
II. Namen, aan uithangteekens ontleend | 168 |
III. Zedelijke strekking, taalvorsching, enz. | 173 |
TWAALFDE HOOFDSTUK. | |
SCHILDERS VAN UITHANGBORDEN, EN BEELDHOUWERS VAN BAS-RELIEFS EN UITHANGTEEKENS | 175 |
NALEZING | 189 |
TWEEDE AFDEELING.
De Uíthangteekens in het bijzonder beschouwd.
EERSTE BOEK. | |
Blz. | |
HISTORISCHE FIGUREN | 195 |
[pagina XXXI]
EERSTE HOOFDSTUK. | |
AFBEELDINGEN VAN MERKWAARDIGE PERSONEN | 197 |
I. Grieken en Romeinen. | 198 |
II. Beroemde mannen uit de Middeleeuwen | 206 |
III. Merkwaardige personen der 16de eeuw | 211 |
IV. De Prins | 217 |
V. Zeehelden | 227 |
VI. Regenten en Staatslieden | 233 |
VII. Geleerden en Dichters | 235 |
VIII. Buitenlandsche Vorsten | 237 |
IX. Buitenlandsche Krijgs- en Staatslieden | 248 |
TWEEDE HOOFDSTUK. | |
HISTORISCHE HERINNERINGEN EN OVERLEVERINGEN | 253 |
I. Uit de Oudheid | 253 |
II. Uit de Middeleeuwen | 254 |
III. Uit de 16de eeuw | 260 |
IV. Uit de 17de eeuw | 267 |
V. Uit de 18de en 19de eeuw | 281 |
VI Over bijnamen | 285 |
DERDE HOOFDSTUK. | |
ZINNEBEELDEN EN OPSCHRIFTEN AAN OPENBARE GEBOUWEN | 289 |
I. Stadhuizen | 289 |
II. Kerken | 293 |
III. Liefdadige instellingen | 295 |
IV. Schouwburg en Scholen | 307 |
V. Kerkhoven en Begraafplaatsen | 310 |
VI. Doelens, Gildehuizen, enz. | 310 |
VIERDE HOOFDSTUK. | |
MYTHOLOGISCHE VOORSTELLINGEN | 314 |
VIJFDE HOOFDSTUK. | |
UITHANGTEEKENS, DIE ONTLEEND ZIJN AAN TOONEELSTUKKEN, FABELS EN ROMANS | 327 |
ZESDE HOOFDSTUK. | |
UITHANGTEEKENS, DIE ZINSPELEN OP LEVENSBIJZONDERHEDEN VAN DEN EIGENAAR | 339 |
ZEVENDE HOOFDSTUK. | |
GEDENKSTEENEN | 348 |
I. Die de woning van een beroemd man aanduiden | 349 |
II. Ter herinnering van 't leggen van den eersten steen | 349 |
III. Ter herinnering van branden | 351 |
[pagina XXXII]
IV. Merksteenen van watervloeden | 354 |
V. Die den naam bewaren van een voormalig gebouw | 355 |
VI. Die eenig feit herinneren | 357 |
TWEEDE BOEK. | |
HERALDIEK | 359 |
EERSTE HOOFDSTUK. | |
WAPENS | 361 |
I. Adams wapen | 361 |
II. Geslachtwapens | 362 |
III. 't Prinsenwapen | 367 |
IV. Wapens van hedendaagsche Soevereinen en Staten | 369 |
V. Wapens van allerlei Rijken en Staten | 369 |
VI. Gewestelijke wapens | 371 |
VII. Stedewapens | 372 |
VIII. Wapens van Dorpen | 375 |
IX. Korporatiewapens | 376 |
X. Beroepswapens | 377 |
TWEEDE HOOFDSTUK. | |
HERALDISCHE FIGUREN | 379 |
I. Kroonen | 379 |
II. Helmen | 384 |
III. Helmteekens | 386 |
IV. Schilden | 388 |
V. Leeuwen | 389 |
VI. Andere wapendieren | 392 |
VII. De Meerman en Meermin | 394 |
VIII. Bloemen, Kruisen en andere wapenfiguren | 397 |
IX. Maagden, Tuinen en Ridderorden | 402 |
DERDE HOOFDSTUK. | |
VLAGGEN | 406 |
VIERDE HOOFDSTUK. | |
ZEGELS EN MERKEN | 411 |
BIJVOEGSELS EN VERBETERINGEN | 413 |
[pagina 413]
Bijvoegsels en verbeteringen.
Blz. 62. - | Wij hadden, na van 't intrekken van 't uithangbord gesproken te hebben, ook van 't terugbrengen moeten spreken. Dit was echter vrij zeldzaam; maar we kunnen er toch een voorbeeld van geven, waarbij dat terugbrengen zelfs met zekere plechtigheid geschiedde. Wij vonden 't in de Ned. Jaarb. 1795, blz. 302. In Mei 1794 hadden Burgemeesteren van Amsterdam den boekverkooper Van Laar Mahuet zijn winkel doen sluiten, en zijn uithangbord ingetrokken, omdat te zijnen huize leesgezelschappen vergaderden. Men weet, dat die gezelschappen destijds de stookhaarden der revolutie waren. Maar toen de omwenteling daar was - op Vrijdag den 23sten Januari 1795 - kwam het leesgezelschap Letter Z, in plechtigen optocht, 's mans uithangbord terugbrengen. Eerst hield de president een oratie over ‘de gezegende omwending’; daarna werd het ‘uitsteekbord’ weêr op zijn oude plaats boven de deur gespijkerd, en eindelijk de plechtigheid besloten met een aanspraak ‘door den herstelden burger’, om zijn dankbaarheid te betuigen. |
Blz. 96. - | In Engeland wordt thans het afschaffen der gewoonte om uithangteekens te gebruiken - volgens den Illustrated Times - beschouwd als een bewijs van beschaving en vooruitgang. |
Blz. 105. - | De zucht, om de Gapers op alle mogelijke wijzen uit te dosschen, leeft nog in volle kracht. Wij zagen een nieuwen (op den boek van de Noordermarkt en de Lindenstraat) die eenig in zijn soort is. Hij heeft een stroohoed op, met een groen lint om den bol en een roos daaraan, en lijkt precies op een Lindenstrater, die gaat hartjesjagen. |
Blz. 134, 135 | - De Heer A. Heinsius te Amsterdam deelt ons mede, dat hij dat uithangbordje met: Lugt te koop ook gekend heeft, doch dat het niet in de Korte-Korsjespoortssteeg, maar drie schreden van daar, in de Korte-Kolksteeg hing, - en dat lugt geen reukgoed is, maar integendeel gezwavelde linnen lappen, die de wijnkoopers gebruiken, om hunne vaten te zuiveren. |
Blz. 160. - | Ook in het Weeshuis der Diakonie te Sneek zijn Vondels verzen nagevolgd, en niet alleen: Wij groeien vast, enz. maar ook de andere, die wij op blz. 301 hebben meêgedeeld. Zie: E. Nappes, Hist. Chronyk of Beschr. van Oud en Nieuw Sneek, 1772. Overigens zijn 't niet alleen deze Weeshuisverzen, maar ook andere, die elders zijn nagevolgd. Het schoorsteenstuk van Govert Flink in Burgemeesterskamer op 't (helaas! gewezene) Amsterdamsche Stadhuis, den Consul |
[pagina 414]
M. Curius bij zijn schoteltje rapen voorstellende, werd in Burgemeesterskamer van 't Purmerender Stadhuis nageschilderd, en ook de verzen van Vondel, die er onder staan: Op 's Burgemeesters wacht magh Rome veiligh slapen, enz. nageschreven. In G. van Sandwijk, Beschr. van Purmerende, 1839, blz. 159, vindt men ze terug; doch den schrijver van dat boekje was 't zeker ontgaan, dat ze van Vondel waren; immers bij geeft er den naam aan van ‘een toepasselijk versje’. |
|
Blz. 230. - | Die vergelijking der drie Maartens was alweêr geen splinternieuw idee. Reeds een eeuw vroeger had de Antwerpsche Schoolmatres Anna Bijns in een harer rijmen een vergelijking van twee Maartens geleverd: Merten van Rossom en Merten Luthere. Zij maakte er een referein van acht strofen, elk van achttien regels, van, wat trouwens geen wonder was, want zij schreef het, volgens haar eigen getuigenis: ‘bezwaert zijnde met melancolyen,’ - een stemming, waarin men altijd saaie verzen maakt. De verdienste van onzen zeventiende-eeuwer bestond dus alleen hierin, dat hij er den derden Maarten bijvoegde, en 't wat korter maakte dan zijn voorgangster, natuurlijk omdat hij niet zoo melankoliek was. |
Blz. 237. - | Soetebooms beweeren wordt bevestigd in den Navorscher 1867, blz. 348. |
Blz. 242, noot 1. - | 't Is ons later gebleken, dat de beeldjes zoo slecht niet zijn, maar dat de afbeelding in Nijhoffs Bijdragen allerslechtst is. Zoo ons voornemen, in 't Voorbericht uitgesproken, tot uitvoering komt, zullen wij in de gelegenheid zijn, een fraaie afbeelding te geven. |
Blz. 314. - | Schreven wij een Handboek voor de Aardrijkskunde, dan zouden wij hier zeker gezegd hebben, dat Nevele een dorp is in Oost-Vlaanderen, met zooveel inwoners, enz. Maar zulke dingen behoeven wij niet te vertellen; men kan die in elk Aardrijkskundig Woordeboek vinden. |
[pagina 415]
Drukfouten.
Blz. 16 | reg. 4 v.o. | - | lees: Dirk-van-Hasseltssteeg. |
Blz. 17 | reg. 14 | - | is van 't woord lijk de l uitgevallen. |
Blz. 40 | reg. 11 v.o. | - | is van 't woord luifelschrift de l uitgevallen. |
Blz. 78 | reg. 16 v.o. | - | Roobel moet zijn Rosbel. |
Blz. 141 | reg. 12 v.o. | - | is aan 't eind van den regel het woordje een uitgevallen. |
Blz. 154 | reg. 6 v.o. | - | duidt moet zijn toont. |
Blz. 162 | reg. 9 | - | is achter elders het woord onder uitgevallen. |
Blz. 172 | reg. 7 | - | uitkomstig is geen woord; lees: herkomstig. |
Blz. 220 | reg. 2 v.o. | - | moet * vervallen. |
Blz. 233 | reg. 9 | - | is aan 't einde van den regel een l uitgevallen. |
Blz. 235 | reg. 12 | - | lees: splinternieuw. |
Blz. 262 | reg. 8 v.o. | - | 1) moet zijn 2). |
Blz. 264 | reg. 18 | - | IIIde Boek moet zijn: IVde Boek. |
Blz. 269 | reg. 2 van de noot. | - | is aan 't begin van den regel het woordje of uitgevallen. |
Blz. 279 | reg. 4 en 5 van de noot. | - | zijn op het einde der regels een e en een i uitgevallen. |
Blz. 283 | reg. 10 van de noot. | - | is aan 't begin van den regel een l uitgevallen. |
Blz. 341 | reg. 2 v.o. | - | 3) moet zijn 4). |
Tweede deel
[pagina I]
de UITHANGTEEKENS.
[pagina III]
de UITHANGTEEKENS in verband met Geschiedenis en Volksleven beschouwd, door Mr. J. VAN LENNEP en J. TER GOUW.
Geïllustreerd met ruim 300 Boekdruketsen van F.W. ZÜRCHER.
Tweede Deel.
AMSTERDAM,
GEBROEDERS KRAAY.
1868.
[pagina IV]
Stoomdrukkerij van Gebroeders Binger, Amsterdam.
[pagina XI]
Inhoud.
DERDE BOEK.
Emblematiek.
EERSTE HOOFDSTUK. | |
Blz. | |
ZINNEBEELDEN | 1 |
TWEEDE HOOFDSTUK. | |
ZINNEBEELDEN AAN VOLKSSPROOKJES ENZ. ONTLEEND | 18 |
I. De Man in de Maan | 18 |
II. De Vrouw zonder Hoofd | 20 |
III. De Hond in den Pot | 24 |
IV. Het Paard in de Wieg | 25 |
V. Nog eenige andere | 27 |
DERDE HOOFDSTUK. | |
SPREEKWOORDEN | 30 |
VIERDE HOOFDSTUK. | |
ZINNEBEELDIGE VOORSTELLINGEN VAN GEDACHTEN, GEVOELENS EN WENSCHEN | 35 |
VIJFDE HOOFDSTUK. | |
ZINSPELINGEN OP DEN NAAM VAN DEN HUISHEER | 41 |
VIERDE BOEK.
Bijbelsche en Kerkelijke figuren.
EERSTE HOOFDSTUK. | |
Blz. | |
BIJBELSCHE HISTORIE | 45 |
I. Oude Testament | 47 |
II. Nieuwe Testament | 74 |
[pagina XII]
TWEEDE HOOFDSTUK. | |
ZINSPELINGEN OP BIJBELPLAATSEN | 82 |
I. Oude Testament | 82 |
II. Nieuwe Testament | 86 |
DERDE HOOFDSTUK. | |
HEMEL, HEL EN VAGEVUUR, ENGELEN EN DUIVELS | 93 |
I. Hemel, Hel en Vagevuur | 93 |
II. Engelen | 95 |
III. Duivels | 98 |
VIERDE HOOFDSTUK. | |
HEILIGEN | 102 |
VIJFDE HOOFDSTUK. | |
KERKELIJKE PERSONEN EN ZAKEN | 124 |
I. Personen | 124 |
II. Zaken | 127 |
VIJFDE BOEK.
De Mensch en zijn Bedrijf.
EERSTE HOOFDSTUK. | |
Blz. | |
MENSCHENBEELDJES | 133 |
I. Beeldjes, die den man zelven te zien geven | 133 |
II. Beeldjes, die als zinnebeelden of vertegenwoordigers van het bedrijf te achten zijn | 144 |
III. Beeldjes, die de klanten of bezoekers voorstellen | 150 |
IV. Beeldjes, die op den naam van den winkelier zinspelen | 157 |
V. Beeldjes, die een woordspeling bevatten | 158 |
VI. Beeldjes, die op gebeurtenissen betrekking hebben, of naar aanleiding van een bijzondere gelegenheid gesteld of genoemd zijn | 159 |
VII. Beeldjes, die hun oorsprong aan bijbelsche voorstellingen ontleenen | 160 |
VIII. Vermakelijke of satyrieke voorstellingen | 161 |
IX. Willekeurige of onzekere | 165 |
TWEEDE HOOFDSTUK. | |
LICHAAMSDEELEN | 168 |
DERDE HOOFDSTUK. | |
HANDEL, SCHEEPVAART, LANDBOUW EN VISSCHERIJ; FABRIEKEN, WINKELS EN WERKPLAATSEN | 176 |
[pagina XIII]
VIERDE HOOFDSTUK. | |
HANDELSARTIKELEN | 184 |
VIJFDE HOOFDSTUK. | |
MUNTEN EN MEDAILLES | 192 |
ZESDE HOOFDSTUK. | |
WERKTUIGEN EN GEREEDSCHAPPEN | 197 |
I. Aanduidingen van 't beroep | 198 |
II. Zinspelingen op een beroep, dat vroeger in 't huis gedreven werd | 206 |
III. Willekeurige | 210 |
ZEVENDE HOOFDSTUK. | |
KLEEDING EN OPSCHIK | 213 |
ACHTSTE HOOFDSTUK. | |
SPIJS EN DRANK, TAFEL- EN DRINKGEREEDSCHAP | 226 |
I. Spijzen | 226 |
II. Dranken en drinkgereedschap | 229 |
III. Tafelgereedschap | 234 |
NEGENDE HOOFDSTUK. | |
ALLERLEI HUISRAAD | 236 |
TIENDE HOOFDSTUK. | |
BOEKEN, KAARTEN, LETTERS, CIJFERS EN MATHEMATISCHE FIGUREN | 242 |
I. De Bijbel | 242 |
II. Boeken | 249 |
III. Globes en kaarten | 253 |
IV. Letters, Cijfers en Mathematische figuren | 254 |
ELFDE HOOFDSTUK. | |
MUZIEK-INSTRUMENTEN | 256 |
TWAALFDE HOOFDSTUK. | |
WAGENS, KARREN, SLEDEN EN POSTBODEN | 261 |
DERTIENDE HOOFDSTUK. | |
VAARTUIGEN EN SCHEEPSBEHOEFTEN | 266 |
VEERTIENDE HOOFDSTUK. | |
WAPENTUIG | 273 |
VIJFTIENDE HOOFDSTUK. | |
VARIA | 276 |
[pagina XIV]
ZESDE BOEK.
Geografie en Topografie.
EERSTE HOOFDSTUK. | |
Blz. | |
LANDEN, STEDEN, DORPEN, BERGEN, WATEREN, ENZ | 280 |
TWEEDE HOOFDSTUK. | |
BURGEN EN KASTEELEN | 290 |
I. Werkelijk bestaande of bestaan hebbende | 291 |
II. Gefingeerde | 292 |
DERDE HOOFDSTUK. | |
AFBEELDINGEN VAN GEBOUWEN | 295 |
VIERDE HOOFDSTUK. | |
HOVEN EN HUIZEN | 304 |
I. Hoven | 304 |
II. Heerenhuizen | 306 |
III. Namen van huizen, ontleend aan 't bedrijf of de kleur | 307 |
VIJFDE HOOFDSTUK. | |
ZICHTEN EN LUSTEN | 310 |
ZESDE HOOFDSTUK. | |
UITHANGTEEKENS IN BETREKKING TOT DE NAMEN DER STRATEN | 314 |
ZEVENDE BOEK.
De Natuur.
EERSTE HOOFDSTUK. | |
Blz. | |
HEMELLICHTEN EN LUCHTVERSCHIJNSELEN | 316 |
TWEEDE HOOFDSTUK. | |
VIERVOETIGE DIEREN | 321 |
DERDE HOOFDSTUK. | |
VOGELS | 347 |
VIERDE HOOFDSTUK. | |
VISSCHEN, SCHAALDIEREN EN SCHELPEN | 361 |
[pagina XV]
VIJFDE HOOFDSTUK. | |
AMFIBIËN, KRUIPENDE DIEREN, INSEKTEN EN DENKBEELDIGE DIEREN | 367 |
ZESDE HOOFDSTUK. | |
PLANTEN | 374 |
I. Boomen | 374 |
II. Bosschen, Velden en Tuinen | 379 |
III. Bloemen | 380 |
IV Vruchten | 383 |
V. Kruiden en bladen | 385 |
ZEVENDE HOOFDSTUK. | |
DELFSTOFFEN | 389 |
ACHTSTE BOEK.
Opschriften zonder beeld- of schilderwerk.
EERSTE HOOFDSTUK. | |
Blz. | |
ENKELE NAMEN | 392 |
TWEEDE HOOFDSTUK. | |
SPREUKEN EN RIJMEN | 400 |
DERDE HOOFDSTUK. | |
AARDIGHEDEN | 404 |
I. Kontrasten | 404 |
II. Woordspelingen | 405 |
III. Rebus | 407 |
IV. Raadsels of Raadselachtige | 408 |
V. Grollen | 409 |
VI. Kakografiën | 412 |
LAATSTE HOOFDSTUK. | |
VRAAGTEEKENS EN OPMERKINGEN | 413 |
I. Uithangteekens, waarvan men slechts den naam vindt zonder de afbeelding | 413 |
II. Uithangteekens, waarvan men alleen de afbeelding heeft zonder bijschrift | 414 |
III. Uithangteekens, waarvan men zoowel de afbeelding als het bijschrift kent, doch die evenwel vraagteekens zijn | 416 |
IV. Verschillende opmerkingen tot besluit | 417 |
REGISTER DER UITHANGTEEKENS, IN DIT WERK VERMELD | 421 |
[pagina 446]
Drukfouten.
Blz. 63, reg. 4, moet zijn: Simson 300 vossen aan malkander bond.
Blz. 86, in de noot is uitgevallen: Deel I.
Blz. 112 in de noot is uitgevallen: 2).
Blz. 119, reg. 5, voorstelling moet zijn: volksvoorstelling.
Blz. 141, reg. 13, achter eerste is 't woordje is uitgevallen.
Blz. 153, reg. 6, is aan 't slot van den zin het woord uithing uitgevallen.
Blz. 170, reg. 9, op 't einde staat het punt een regel te laag.
Blz. 171, reg. 22, vol moet zijn druk.
Blz. 177, reg. 9, achter Visscherij in plaats van het komma: is.
Blz. 186, reg. 17, drie moet zijn twee.
Blz. 186, reg. 18, lees: 't Gekroont Laken.
Blz. 232, reg. 7, v.o. voor moet zijn door.
Blz. 238, reg. 10, is een g uitgevallen.
Blz. 243, reg. 13, is moet zijn was.
Blz. 283, reg. 14, Langstraat moet zijn Langestraat.
Blz. 284, reg. 10, uithangen moet zijn uithingen.
Blz. 325, reg. 20, de moet zijn den.
Blz. 333, reg. 24, dorp moet zijn stadje.
Blz. 415, reg. 6, v.o. er moet zijn is.
De Heer P. Goeree, te Vlissingen, verzoekt ons te vermelden, dat de teekeningen door hem ingezonden, vervaardigd zijn door den Heer J.H.V. Riemens. Ambtenaar bij de Marine.