De uithangteekens. In verband met geschiedenis en volksleven beschouwd (2 delen)
(1867-1869)–Jan ter Gouw, Jacob van Lennep– Auteursrechtvrijin verband met geschiedenis en volksleven beschouwd
[pagina 290]
| |
Tweede hoofdstuk.
| |
[pagina 291]
| |
bouwstijl, als b.v. op den gevelsteen op den Schiedamschen dijk te Rotterdam, dien wij op de vorige bladzijde te zien geven. - Zeldzaam verscheen de Burg verguld, meermalen gekleurd, b.v. de Blaauwe Burg, een voormalige ververij op de Heerengracht, en de Roode Burg, waar onderscheidene families Roodenburg naar heeten. De Gekroonde Burg kwam ook hier en daar voor, en Kroonenburg werd somwijlen voorgesteld door een Burg met een Kroontje daarboven. Meest komen de Burgen op gevelsteenen voor: enkele malen op uithangborden. 't Zijn somtijds afbeeldingen van burgen, die werkelijk bestaan, of bestaan hebben; somtijds kasteelen in de lucht. Wij zullen van elke soort eenige voorbeelden opgeven. | |
I.Eene der oudste afbeeldingen van burgen, die wij kennen, is die van den Enghelenburch, het kasteel van Rome, te Amsterdam, in het begin der zestiende eeuw; deze hing uit ‘in die Kercstrate (d.i. Warmoesstraat), bij die Papenbrugghe,’ bij den boekdrukker Doen Pieterssoen, die in 1525 uitgaf ‘een cleyne corte Informacie, om te verdienen dye Stacien ende Oflaten der Seven Kercken van Romen.’ Al vroeger echter (1523) had hij het Nieuwe Testament, volgens de overzetting van Luther, in het Nederduitsch uitgegeven, dat zoo gretig ontvangen werd, dat hij daarvan in 1526 een tweeden druk uitgaf, en in 1527 ook het Oude Testament, onder den titel ‘Dye alderheylichste Bibel.’ Later hing de Enghelenburch uit in de Sint-Annenstraat, bij Willem Jacobszoon, die Doens opvolger schijnt geweest te zijn, en die in 1568 een Mirakelboekje, en in 1572 een Liedeken van Broer Hendrik van Biesten uitgaf. De Burg van Leiden, zoo even vermeld, hing zeer dikwijls uit, zoo wel op borden geschilderd als gebeiteld in steen. Het Kasteel van Buren pronkt nog op een gevelsteen te Utrecht tegenover PaushuizenGa naar voetnoot1); het Kasteel Vreeburg op een gevelsteen te Delft, van 't jaar 1609, met het onderschrift: Dit is in Vreborch tot Utrecht, en het Casteel van Limborg, op een gevelsteen in de Hoogbruggestraat te Wijck bij MaastrichtGa naar voetnoot2). 't Slot van Egmondt te Amsterdam op den Oude-zijds-voorburgwal bij de Armsteeg prijkt in een gevel, die bovendien met een aantal koppen vercierd is. Kroonenburgh vindt men op de Brouwersgracht bij de Lindengracht, en 't Huys te Bentem in de Bethaniestraat bij den Kloveniersburgwal. 't Casteel van Nieuwenhuys hing in de 17de eeuw uit bij den kuiper Dirk Jansz. op den Oudezijds-achterburgwal, en 't Kasteel van Antwerpen was, in 't midden der 18de eeuw, een logement naast het postkantoor. | |
[pagina 292]
| |
De Ruïne van Brederode verciert een koekebakkers-uithangbord te Bloemendaal, en in de Westerstraat te Amsterdam zou men meenen het slot in welstand te zien; immers op een gevelsteen aldaar leest men, onder de afbeelding van een kasteel met torens, poort en brug: Van, Breroo, doch de steen is uit de 17de eeuw en de voorstelling een dichterlijke vrijheid. Even zoo is dit het geval met een steen in de Zanddwarsstraat, waarop men een kasteel vertoond ziet met het bijschrift: in 't Huys van Nassou, dat nog op een aantal plaatsen voorkwam, als in de Leidschedwarsstraat, in de Tweede-leliedwarsstraat, enz. Doch ook een meer bij ons bekend en nog bestaand slot, en dat in 't jaar 1867 meer bezoekers kreeg in drie dagen dan ooit te voren in drie jaren, het Slot te Muiden, is nog, zeer goed afgebeeld, op een gevelsteen op de Weesperstraat bij de Keizersgracht te vinden. Vroeger was het geschilderd op het uithangbord van een kroeg in de Muiderstraat met dit rijmpje, dat niet van Hooft, niet van Huygens en ook niet van Vondel is: * In 't Slot van Muyen
Daar is 't goet bruyen
Voor die mogen tabak en wijn.
Wie droes zou dan niet vrolijk zijn?
Sommige aanzienlijke huizen hadden hun eigen naam tot uithangteeken, somtijds met, somtijds zonder een afbeelding, ook wel met een rijm, als b.v. in den gevel van het Huis Blanckesteyn te Arnhem: In olden tiden was ic wel becant
Ooc eer men eenighe Voochden van Gelre vant,
Doe Vrou Leonora regierde 't Lant
Was ic al en blijf noch de Blanckesteyn genantGa naar voetnoot1).
Het Huis Fluytesteyn, op den hoek van 't Springweg en de Haverstraat te Utrecht, is nog kenbaar aan een steen met dit opschrift: Die mynen naem wilt weten
Fluytesteyn ben ik geheten,. 1654Ga naar voetnoot2).
En een huis op 't Springweg aldaar heeft een gevelsteen met de afbeelding en 't bijschrift: Dit huys heet ScherpenburchGa naar voetnoot3). | |
II.De gefingeerde Burgen zijn, vooreerst, zinspelingen op den naam van den bewoner, als vroeger zeer gebruikelijk waren. De Admiraal Tromp | |
[pagina 293]
| |
noemde zijn landhuis te 's Graveland Trompenburg en mijn Heer Van Pingelen het zijne, aan den Amstel bij 't Kalfje, Pingelenburg. De Hagenaar Cor. Mich. Soetens stichtte, in 't midden der 17de eeuw, een lustverblijf boven op het duin, ‘tot Scheveningh aan zee’, en noemde het Soetenburgh. Huygens getuigde van hem: daer d' onkundige verschricken op den Duyn,
Staet hy der soo gerust als midden in sijn' Thuyn.
Getuygh Nieuw Soetenburgh, op 't steilste van die bergen,
Spijt wind en waternood, en schier om bei te tergen,
Voorsichtigh, moedigh, en vermaeckelick geplant.
Zoo vindt men in het Kattegat te Amsterdam een gevelsteen met een burg en het bijschrift: Grootenburg, en een in de Utrechtschedwarsstraat, die een kasteel vertoont, waartegen een ladder geplaatst is, waarbij twee mannen met hamers staan te kloppen, met het onderschrift: Kloppenburg. Men weet, dat Kloppenburg, als geslachtnaam, reeds vroeg te Amsterdam bekend was, en hoe zich aldaar vooral de Predikant Joannes Cloppenburgh een naam maakte, door in 1628 met zijn ambtgenoot Smout tegen de verdraagzaamheid der Regeering te ijveren, doch in 't volgende jaar zich genoodzaakt zag, de stad te ruimen, en in 1630 een beroep aannam in den Briel, waarop VondelGa naar voetnoot1) doelt in de volgende verzen: Geen stokebrand magh hier den wervel draeyen.
De tochtschuyt leyd gereed voor all' die oproer kraeyen.
Als Smout en Cloppenburg, wien nu het herte breeckt,
Soo dick hy, in den Briel, voor ses paer ooren preeckt.
Toch werd de man nog Professor, eerst te Harderwijk, later te Franeker. Ook Vinckenborch, Kuypenburgh, Beverenburgh, Rodenburg en Marienburg, die te Dordrecht in wijk B gevonden wordenGa naar voetnoot2), zijn vermoedelijk zinspelingen op de namen der bewoners; bij Balen vindt men er in de 17de eeuw nog Zwartsenborg, Rijnenborg, Groot- en Klein Kruyssenburg, enz. 't Eerstgenoemde bestond reeds in 't begin der 16de eeuw, Rijnenborg in 1371Ga naar voetnoot3). Andere burgen zinspelen op 't bedrijf van den eigenaar. Paardenburg is een uitspanning te Ouderkerk, en de Burg, waaruit een Beer opstijgt, staat boven op den gevel van 't huis op de Stroomarkt, waar de ‘Beerenburger maagkruiden’ verkocht worden. Andere weêr zijn ontleend aan de lokaliteit. Op een gevelsteen van 1737, bij de Tolsteegpoort te Utrecht, derhalve in dien tijd bij de stadswallen, staat Wallenburgh. Er is er zelfs, die een dichterlijken oorsprong hebben, gelijk de steen | |
[pagina 294]
| |
met Swanen-burch in de Staalstraat te Amsterdam, die aan Vondels ‘Gysbreght van Aemstel’ het aanzijn danktGa naar voetnoot1). Een groot aantal Burgen op gevelsteenen is ontstaan bij toespeling op Psalm XVIII, vs. 3: ‘De Heere is mijne steenrotze ende mijn borcht’. Vooral het beroemde lied van Luther: Ein fester Burch, u.s.w., had bijgedragen om de woorden van den Psalmist populair te maken, en, zoo wel op zegels van Hervormde kerken als op gevelsteenen komt een Burg met de woorden: de Heere is mijn Burg of Nomen Dei turris fortis meermalen voor. Werd echter in Bijbeltaal gesproken van een burg, op een rots gebouwd, ten onzent begreep men het zinnebeeld naar den aard van 't land te mogen wijzigen en den Burg aan 't water te zetten, meest aan zee, en dan somtijds met een uithangende lantaarn en een zeilend schip op den achtergrond. Een mooi exemplaar, dat van 1685 is, vindt men opden Oude-zijds-achterburgwal bij de Oudekennissteeg. Van onderscheidene Burgen op gevelsteenen is 't niet meer uit te maken, of zij huizen of hofsteden voorstellen, die werkelijk bestonden, dan wel aan een zinspeling hun ontstaan danken. Te Hilversum vertoont een gevelsteen een kasteel met torens op een bergje, en daaronder: KASTEEL VLIENBoRG; een ander, te Utrecht in de Jufferstraat, een huis op een rots, met: Het Huis Bloomberg; op den hoek der Hamburgerstraat: in Romerborg; voor een brouwerij: Klein PayenborchGa naar voetnoot2). Te Amsterdam vindt men gevelsteenen met Bernalenburg (Zandstraat), het Huis Ringenburg (Oude-waal), Rustenburch, een groot kasteel met vlaggen op de torens (Leprozengracht), Schotenburch (Krom-Boomssloot); doch wij achten 't noodeloos er meer te noemen. |
|