Poëtische werken. Deel 12. Mengelpoëzy. Deel 4: Gedichten, zoo oude als nieuwe(1867)–Jacob van Lennep– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 282] [p. 282] Zaagt ge immermeer. Zaagt ge immermeer, op d'Oceaan gevaren, Als de avondzon in 't koelend nat verzonk, De zeemeirmin zich wieglen op de baren, Wijl 't deinend goud haar groene vlecht doorblonk? Zaagt ge immermeer, in 't somber woud verloren, Een droeven geest, die, 't stille graf ontsneld, Aan berg en bosch haar weegeklag deed hooren, Zoolang de nacht haar schaduw spreidde op 't veld? Zaagt ge immermeer, als nevels de aard omhingen, Het elvenheir langs braambosch en struweel Met zoet geluid op vlindervlerken springen? Zaagt gy dit al? - dan zaagt gy bliksems veel. - Vorige Volgende