Poëtische werken. Deel 12. Mengelpoëzy. Deel 4: Gedichten, zoo oude als nieuwe(1867)–Jacob van Lennep– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 223] [p. 223] Bemoediging. Wat, lieve maagd! wat wil die bange zucht? Uit liefde zond de Algoedheid ons het lijden. Kamp met geduld en wacht op beter tijden! De smart vall' zwaar, gezegend is haar vrucht. Als, klett'rend, zich uit zwaarbewolkte lucht De bui ontlast, als de elementen strijden, Dan buigt de roos vergeefs naar alle zijden Zich voor 't geweld des regens, dien zy ducht. De lucht klaart op: de bui is afgetogen: Zie hoe de roos, door 't zonlicht mild bestraald, Met frisscher glans weêr opluikt voor onze oogen. O! Zoo zy thands met schooner verwen praalt, De regen, die haar blaêrtjens hield gebogen, Was uit den hemel neêrgedaald. Vorige Volgende