Derde Hoofdstuk.
Het Woordgebruik.
Hoewel het niet de bedoeling is van deze studie het gebied van de syntaxis te doorvorsen, toch zullen we in dit hoofdstuk, dat het woordgebruik behandelt, dit terrein geregeld moeten betreden.
Een woord komt immers pas tot het volle leven wanneer het in de zin is opgenomen.
De inhoud van dit deel blijft beperkt tot het gebruik van de drie voornaamste woordsoorten: het naamwoord, het werkwoord en het adjectief. Wat wij voor interessants ontdekt hebben betreffende adverbia, pronomia, hebben wij in het eerste deel ondergebracht. In de eerste paragraaf vragen wij de aandacht voor Streuvels' voorkeur voor het nomen of de substantivische of nominale vorm.
Bij het gebruik van het werkwoord zijn de vele omschrijvingen opvallend, en uit de nadere bespreking van enkele werkwoorden en van de onpersoonlijke en passieve vormen blijkt de receptieve, registrerende houding van de auteur.
Bij het adjectief is het twee- en meerledig asyndeton merkwaardig. Dezelfde paragraaf toont Streuvels' voorliefde voor het verbale adjectief, het participium.