De taal van Stijn Streuvels. Deel 1. Het woord bij Streuvels
(1970)–Hubert Lemeire– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 301]
| |||||||||||||||||||||||
[Band 2][vervolg § 2. Vorming van werkwoorden]II. Werkwoorden met uitgang -elen, -erena) De talrijke vertegenwoordigers van deze categorie, gevormd van verbale en nominale stammen of combinaties daarvan, drukken gewoonlijk het frequentatief aspect uitGa naar voetnoot(1)
b) Onder deze formaties zijn veel klanknabootsende werkwoorden
zie ook p. 348-354: de onomatopeeën
c) Beide uitgangen concurreren soms:
| |||||||||||||||||||||||
[pagina 302]
| |||||||||||||||||||||||
d) Volgende vormen tonen duidelijk de voorkeur van Streuvels voor deze beide uitgangen:
klopperen, pladompelen (De Bo: pladompen), schudderen, slampamperen, vitteren, vlechtelen, wringelen, zengelen, zwierelen
De zeer talrijke samenstellende afleidingen worden afzonderlijk behandeld op p. 306. | |||||||||||||||||||||||
[pagina 303]
| |||||||||||||||||||||||
III. Geprefigeerde werkwoordenIn deze rubriek bespreken we de werkwoorden die met de prefixen be-, her-, ont- en ver- zijn gevormdGa naar voetnoot(1) | |||||||||||||||||||||||
1. Het prefix be-:Ga naar voetnoot(2)De met dit voorvoegsel afgeleide verba zijn bij Streuvels buitengewoon talrijk en komen voor in al zijn werken.
| |||||||||||||||||||||||
[pagina 304]
| |||||||||||||||||||||||
Het prefix be- gaat veel samen met de uitgang -elen, -eren:
beduimelen, befoeteren, befringelen (naast: befringen), begrimmelen, (Loquela; begrijmen), bepotelen, berijmeld, besnotteren.
Afleidingen van adjectieven zijn eerder zeldzaam bij Streuvels: begekken, beschuchteren, betukken. | |||||||||||||||||||||||
2. Het prefix her-:De betekenis is: ‘opnieuw’. Dit prefix leeft in de zuidnederlandse volkstaal voort, en Streuvels maakt er overvloedig gebruik van: zie tweede deel: p. 656-671 | |||||||||||||||||||||||
[pagina 305]
| |||||||||||||||||||||||
3. Het prefix ont-:De voornaamste betekenis is: ontdoen van.
Denominatieven: ontledematen, -lenden, -pluimen, -verven, -vijzen, -zadelen, -zeilen.
Een contaminatie is: ontloochenen (loochenen, ontkennen) | |||||||||||||||||||||||
4. Het prefix ver-:Ga naar voetnoot(1)Ga naar voetnoot(2)Dit voorvoegsel is bij Streuvels buitengewoon produktief.
Bijna altijd komt de betekenis der aldus geprefigeerde werkwoorden neer op het begrip ‘verandering’.
In veel gevallen treffen we alleen het (attributief gebruikt) participium perfectum aan. De op deze manier gevormde ornatieve adjectieven kunnen vergeleken worden met de analogische participia formaties met ge- en be-: zie p. 340.
Vele van deze ‘ver-’- werkwoorden heeft Streuvels uit het dialect overgenomen.
In het tweede deel vindt men de voorbeelden op p. 1841-1915. | |||||||||||||||||||||||
[pagina 306]
| |||||||||||||||||||||||
C. Samenstellende afleidingenI. Denominatieve, samenstellende afleidingen.Ofschoon het WNT en Van Dale de werkwoorden ‘wielen, vlammen, ...’ kennen, kunnen we de volgende werkwoorden als denominatieve, samenstellende afleidingen met prepositionele adverbia beschouwen.
In Streuvels' werk zijn ze zeer talrijk. Daarom wijden we er een aparte rubriek aan.
Alhoewel de meeste van deze werkwoorden reeds werden vermeld in het hoofdstuk dat de vorming van werkwoorden door samenstelling behandelt op p. 276, toch willen we ze nog eens in aparte rubriek vermelden:
Enkele voorbeelden mogen daarom volstaan:
Uit de voorbeelden blijkt wat op p. 276 reeds werd aangestipt: het prefix omschrijft de handeling nauwkeuriger en uitdrukkelijker en Streuvels wil een visuele indruk weergeven. | |||||||||||||||||||||||
[pagina 307]
| |||||||||||||||||||||||
II. Samenstellende afleidingen waarbij het eerste lid een werkwoordelijke stam is en hettweede een zelfstandig naamwoord, dat een lichaamsdeel aanduidtGa naar voetnoot(1)Het grootste deel duidt beweging aan, soms klank.
Voorbeelden:
Een aantal van deze werkwoorden zijn in het gebruik beperkt tot de infinitief: b.v.: krijzeltanden, scherrebenenGa naar voetnoot(2).
Andere komen uitsluitend of bijna uitsluitend als participium voor: gerrebenend, gerregekkend, loopvoetend, stamppotend, trantelvoetend, suizewiekend. | |||||||||||||||||||||||
[pagina 308]
| |||||||||||||||||||||||
III. Samengestelde en geprefigeerde werkwoorden met uitgang -elen, -eren.Ook van dit type zijn de voorbeelden zeer talrijk en frequent. | |||||||||||||||||||||||
1. samengestelde werkwoorden op -elen, -eren:De meeste van deze voorbeelden zijn reeds opgenomen bij de bespreking van de vorming werkwoorden door samenstelling: p. 276-294. Daar werd dan ook geregeld verwezen naar de afzonderlijke behandeling in deze rubriek.
Voorbeelden:
| |||||||||||||||||||||||
2. Afgeleidei geprefigeerde werkwoorden op -elen, -erenVoorbeelden:
|
|