3. Buigings -n.
Op p. 134 reeds werd er op gewezen dat Streuvels de buigings-n overal bewaart.
Op elke bladzijde vindt men voorbeelden.
‘Met den geur der vochtige eerde en rotte bladeren, snuift Lieveke de herinneringen aan de zomergenoegens weer op’ (Levensbloesem, 304) |
4. Geregeld ook dringt de buigings-n tot in de nominatief door.
Enkele voorbeelden:
‘Terzelfder tijd overviel hem den weemoed en de verveling omdat het hier onveranderlijk en eeuwig dezelfde weerkeer was’ (Dagen, 286) |
|
‘Ze stapten op mate en waar 't den voois vereiste, sloegen ze gezamelijk de benen hoog op’ (Vlaschaard, 197) |
|
‘Over de wereld hangt den vredewasem van den nazomernacht’ (Maanden, 376) |
|
‘Hoe heeft den Duits zich laten om den tuin leiden’ (Herinneringen, 190) |
|
‘Op den monumentalen grafkelder der familie stond den naam van Auguste Lagae gebeiteld in gulden letters’ (Levensbloesem, 268) |
5. Enkele voorbeelden van de andere vormen; (eigen aan de streektaal)
‘Na nen halven dag vastens, met ene duchtige rammeling, voelde ik meer lust tot lachen dan tot wenen’ (Lenteleven, 9) |