| |
| |
| |
2. Literatuur en bronnen
Afkortingen
Archief Thijm: Archief van J.A. Alberdingk Thijm, Katholiek Documentatie Centrum, Nijmegen. |
|
Archief De Stuers: Archief Victor de Stuers c.a. bewaard op De Wiersse te Vorden. |
|
BWN: Biografisch Woordenboek van Nederland, 3 delen, 's-Gravenhage 1979-1989. |
|
Cuypers-Archief: Archief van het bureau Cuypers (1834-1958), bewaard in het Nederlands Architectuurinstituut (NAi) te Rotterdam. |
|
Familie-Archief: Inventaris van de Kunstwerkplaats Cuypers en Co. te Roermond 1867-1916, bewaard in het Gemeente Archief te Roermond. |
|
K. en W.: Archief van het Ministerie van Binnenlandse Zaken, Afdeling Kunsten en Wetenschappen, 1875-1918 bewaard in het Algemeen Rijks Archief 's-Gravenhage, Tweede Afdeling. |
|
NNBW: Nieuw Nederlands Biografisch Woordenboek, 10 delen, Leiden 1911-1937. |
|
RDMZ, PZA: Rijksdienst voor de Monumentenzorg Zeist, Post- en Zaken-archief. |
|
Rijksadviseurs: Archief van de commissie voor de monumenten van geschiedenis en kunst, bewaard in het Algemeen Rijks Archief 's-Gravenhage, Tweede Afdeling. |
| |
Literatuur
Abma, R., e.a., Stad aan de Waal. Nijmegen van Romeinse tot moderne stad, Nijmegen 1984. |
|
Actes du colloque international Viollet-le-Duc, Paris 1980. |
|
Ad maiorem dei gloriam. Der Kirchenmaler Friedrich Stummel (1850-1919) und sein Atelier, catalogus Kevelaer 1979. |
|
Abadie: Paul Abadie, architecte 1812-1884, Catalogus Paris 1988. |
|
Afbeeldingen van Oude Bestaande Gebouwen, reeks uitgegeven door de Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst vanaf 1853. |
|
Agt, J.J.F.W. van, ‘Roermonds Munsterkerk voor en na Cuypers’, Opus Musivum, Assen 1964, 85-113. |
|
A.J., J.A. Alberdingk Thijm, Amsterdam 1903, heruitgegeven met voorwoord en aantekeningen door H.G.M. Prick onder de titel De wereld van mijn vader, Amsterdam-Brussel 1986. |
|
Albers, P, ‘Victor de Stuers (1843-1916). De referendaris III. De monumenten’, Studiën 51 (1919), dl. 99, 228-260. |
|
Algra, H., Franeker, stad met historie, Franeker 1983. |
|
Apol. A., Het gebruik der kleuren in school en werkplaats volgens haar natuurlijke eigenschappen en hoofdzakelijk in overeenstemming met de grondregels der muziek. Naar binnen- en buitelandsche bronnen, Amsterdam 1882. |
|
Arens, F., Der Dom zu Mainz, Darmstadt 1982. |
|
Asselbergs, F., Het Cuypersarchief. Een ontwerp van een ordeningsmodel voor architectuurarchieven, doctoraalscriptie Nijmegen 1971.
-, ‘“Het morgenrood eener Wedergeboorte”: P.J.H. Cuypers, architect (1827-1921)’, De Negentiende Eeuw 4 (1980), 158-170. |
|
Aslet, C., H. Tromp, ‘Kasteel De Haar, near Utrecht I-II’, Country Life (1984), 500-504, 554-558. |
|
Auzas, P.-M., Eugène Viollet-le-Duc 1814-1879, Catalogus Paris 1979. |
|
B. (W. van Boven?), ‘Enkele splinters van de restauratie van het Bolswarder Raadhuis’, Architectura 3 (1895), 142. |
|
B., L. van de, ‘Bij dr. P.J.H. Cuypers’, De Tijd 15 mei 1917. |
|
Baalman, D., ‘Nederlands eerste hoogleraar bouwkunde: Eugen Gugel’, De Sluitsteen 7 (1991), 43-67. |
|
Bandmann, G., ‘Bemerkungen zu einer Ikonologie des Materials’, Städel Jahrbuch. Neue Folge, 2 (1969), 75-101.
-, ‘Der Wandel der Materialbewertung in der Kunsttheorie des 19. Jahrhunderts’, J.A. Schmoll gen. Eisenwerth, Beiträge zur Theorie der Künste im 19. Jahrhundert, Bd. 1, Frankfurt am Main 1971, 129-158. |
|
Bank, J.Th.M., Het roemrijk vaderland. Cultureel nationalisme in Nederland in de negentiende eeuw, 's-Gravenhage 1990. |
|
Barnard, M.D., C.C. van Hoogevest, ‘Het Domcomplex’, Bouwen voor Utrechts Universiteit, Utrecht 1985, 11-49. |
|
Bartstra, D., ‘Het Stadhuis te Bolsward’, Het huis oud en nieuw 7 (1909), 97-117. |
|
Baudot, A. de, Eglises de bourgs et de villages, 2 dln., Paris 1867. |
| |
| |
Becker, J., ‘“Ons Rijksmuseum wordt een tempel”, zur Ikonographie des Amsterdamer Reichsmuseums’, Het Rijksmuseum, opstellen over de geschiedenis van een nationale instelling, Nederlands Kunsthistorisch Jaarboek 35 (1984), Weesp 1985, 227-326. |
|
Beerkens, L., Een middeleeuwse collectie. De verzameling middeleeuwse beelden van de Sint Petrus Bandenkerk te Venray en de kunsthistorische betekenis ervan, doctoraalscriptie Nijmegen 1989. |
|
Beissel, St., F. Stummel, ‘Die Farbgebung bei Ausmalung der Kirchen’, Zeitschrift für Christliche Kunst 1 (1888), kol. 163-170, 303-314. |
|
Beknopte catalogus der Pleisterafgietsels en andere Reproductiën van Kunstvoorwerpen in het Rijksmuseum te Amsterdam, Amsterdam 1915. |
|
B(erden), I.W.H., ‘Herstellen’, De Opmerker 32 (1897), 308-309.
-, ‘Bewijzen of herroepen’, De Opmerker 32 (1897), 329-331, met naschrift van de redactie 331-333.
-, ‘Restaureeren van monumenten’, De Opmerker 32 (1897), 349-351, met naschrift van de redactie 351-352.
-, ‘Cameleontisch I-IV’, Architectura 11 (1903), 383, 12 (1904), 50-51, 68-69, 81-82. |
|
Berg, H.M. van, De provincie Noord-Holland. Tweede stuk: Westfriesland, Tessel en Wieringen. De Monumenten van Geschiedenis en Kunst deel VIII, 's-Gravenhage 1955. |
|
Berkers, P., B. van de Ven, ‘De kunst van het herinneren’, Wonen TABK 1982, no. 7, 10-16. |
|
Berkum, A. van, ‘Het zaalkerkje van Oud-Lemiers’, Publications 111 (1975), 69-187. |
|
Berlage, H.P., ‘Bouwkunst en impressionisme’, Architectura 2 (1894), 93-109, 110. |
|
Bervoets, J.A.A., Algemeen Rijksarchief. Tweede Afdeling. Inventaris van het archief van het Ministerie van Binnenlandse Zaken afdeling Kunsten en Wetenschappen 1875-1918, Den Haag 1985.
-, Victor de Stuers. referendaris zonder vrees of blaam, catalogus 's-Gravenhage 1985.
-, ‘Ambtelijke hoofdfiguren. Victor de Stuers: kunstenaar op een referendarisstoel’, Binnenlands Bestuur Management no. 4, 19 juni 1992, 93-97). |
|
Beschrijving van de Grafelijke Zalen op het Binnenhof te 's-Gravenhage. In opdracht van den minister van waterstaat bewerkt door de Commissie van advies en uitgegeven door de Maatschappij tot bevordering der Bouwkunst, 's-Gravenhage 1907. |
|
Biervliet, L. van, De brieven van W.H. James Weale aan Jozef A. Alberdingk Thijm 1858-1884, Brugge 1991. |
|
Blaauw, S. de, ‘Een negentiende eeuwse Magister Operum. Pierre Cuypers en de bouwkunst van de Middeleeuwen’, Excursiones Medievalis, Groningen 1979, 13-39.
-, De Sint-Martinuskerk te Sneek. Gotische vormen in negentiende-eeuwse bezieling, Leeuwarden 1984. |
|
Blanc, P.M. le, ‘De restauratie van de muur- en gewelfschilderingen in de St.-Walburgiskerk te Zutphen opnieuw bezien’, Bulletin van de Stichting Oude Gelderse Kerken, afl. 18 (voorjaar 1984), 151-172. |
|
Bock, F., Rheinlands Kunstdenkmale des Mittelalters, 3 dln, Köln-Neuss 1867-75. |
|
Bock, M., Anfänge einer neuen Architektur. Berlages Beitrag zur architektonischen Kultur der Niederlande im ausgehenden 19. Jahrhundert, 's-Gravenhage-Wiesbaden 1983. |
|
Boekman, E., Overheid en kunst in nederland, dissertatie Amsterdam 1913. |
|
Boeren, P.C., Catalogus van handschriften van het Rijksmuseum Meermanno-Westreenianum, 's-Gravenhage 1979. |
|
Boockmann, H., Die Marienburg im 19. Jahrhundert, Frankfurt, Berlin, Wien 1982. |
|
Borger-Keweloh, N., Die mittelalterlichen Dome im 19. Jahrhundert, München 1986. |
|
Braasem, W.A., ‘Sulcken hecht werck het is...’. Het Huis te Amerongen, Amsterdam 1981. |
|
Bredekamp, H., ‘Monumentale Theologie. Kunstgeschichte als Geistesgeschichte’, inleiding tot de heruitgave van F. Piper, Einleitung in die Monumentale Theologie (1867), Mittenwald 1978. |
|
Breuer, J., Die Kölner Domumgebung als Spiegel der Domrezeption im 19. Jahrhundert. Landeskonservator Rheinland. Arbeitsheft 10, 1981. |
|
Briggs, M.S., Goths and Vandals. A study of the destruction, neglect and preservation of historical buildings in England, London 1952. |
|
Bright, M., Cities built to Music. Aesthetic Theories of the Victorian Gothic Revival, Columbus 1984. |
|
Brinkgreve, G., ‘Thorn’, Katholiek Bouwblad 1951-52, 314-316.
-, ‘Een ontdekking in zuidelijk Thorn’, Elseviers Weekblad 23 februari 1952. |
|
Brinkhoff, J., Nijmegen in vertellingen, Zaltbommel 1974. |
|
Brix, M., M. Steinhauser (red.), ‘Geschichte allein ist zeitgemäss’. Historismus in Deutschland, Lahn-Giessen 1978. |
|
Brix, M., Nürnberg und Lübeck im 19. Jahrhundert. Denkmalpflege, Stadtbildpflege, Stadtumbau, München 1981. |
|
Broeders, J.M.H., ‘Uit de geschiedenis van de Sint Jansbasiliek te Oosterhout’, De Oranjeboom 31 (1978), overdruk. |
|
Broek, C. van den, Leven en werk van Carl Weber, doctoraalscriptie Nijmegen 1988. |
|
Brom, G., Romantiek en katholicisme in Nederland, 2 dln., Groningen-Den Haag 1926.
-, Herleving van de kerkelike kunst in katholiek Nederland, Leiden 1933.
-, Alberdingk Thijm, Utrecht-Antwerpen 1956. |
|
Brönner, W., ‘Farbige Architektur und Architekturdekoration des Historismus’, Deutsche Kunst und Denkmalpflege 36 (1987), 57-69. |
|
Brouwers, J.W., De bouwwerken van den architect P.J.H. Cuypers, Haarlem 1863.
-, Neerlands keizerlijk kapittel, Neerlands eerste christen kerk, Neerlands oudste kathedraal met hare XIXe eeuwssche muurschilderingen. Een woord gesproken in ‘Regt voor Allen’ te Amsterdam, 1864.
-, ‘De kerk des H. Servatius te Maastricht’, De Dietsche Warande 6 (1864), 521-564, 7 (1866), 1-27. |
|
Bruin, M.P. de, ‘Jan Adriaan Frederiks’, overdruk van: Zeeuws Tijdschrift, 1974, no. 3. |
|
Bruzelius, C.A., The 13th-Century Church at St-Denis, New Haven-London 1986. |
|
Buch, F., Studien zur Preussischen Denkmalpflege am Beispiel konservatorischer Arbeiten Ferdinand von Quasts, Worms 1990. |
|
Camera Gothica. Gotische kerkelijke architectuur in 19de-eeuwse Europese fotografie, catalogus Antwerpen 1993. |
|
Camps, H.P.H., De Groote kerk van Venray, historie en kunstschatten, Venlo 1979.
-, Johannes Adrianus van der Drift, negentiende eeuws landschapsschilder (1808-1883), Catalogus Venray 1981. |
|
Carl Friedrich Schinkel. Architektur, Malerei, Kunstgewerbe, Catalogus Berlin 1981. |
|
Catalogues des diverses collections de livres, d'archives, d'antiquités, de monnaies et médailles romaines, du moyen-âge et autres, tableaux, gravures, cartes géographiques, sceaux, armoires gothiques, et de plusieurs object d'art en de curiosité délaissés par Monsieur Charles Guillon en son vivant notaire à Ruremonde et membre de plusieurs sociétés savantes, et dont la vente publique se fera en la maison mortuaire, à la requète de Monsieur C. Guillon, avocat-procureur, Ruremonde, par le ministère du notaire Max. Cornelis, Roermond 1874. |
|
Caumont, A. de, Abécédaire ou rudiment d'archéologie, Caen 1867. |
|
Cauteren, J. van, De abdijkerk te Thorn, Zutphen 1987. |
|
Chateaubriand, F.-R. de, Génie du christianisme, 1e uitgave 1802. |
|
Choay, F., L'allégorie du patrimoine, Paris 1992. |
|
Cleven, J. van, ‘Neogotiek en neogotismen. De neogotiek als component van de 19e-eeuwse stijl in België’, J. de Mayer (red.), De Sint-Lucasscholen en de neogotiek 1862-1914, Leuven 1988. |
| |
| |
Cleverens, R.W.A.M., Kasteel Heeswijk en de geslachten Van den Bogaerde van Terbrugge en de Looz-Corswarem, Heeswijk-Dinther z.j. |
|
Cobb, G., English Cathedrals. The forgotten Centuries. Restoration and Change from 1530 to the present day, London 1980. |
|
Cocke, Th, ‘“Thou who changest not”: The Theory and Practice of Restoration in English Cathedrals’, Geschichte der Restaurierung in Europa, 1991, 34-38. |
|
Cole, D., The Work of Sir Gilbert Scott, London 1980. |
|
Collections Scientifiques et Artistiques formées par feu monsieur le Dr. Alberdingk Thijm. Professeur d' esthetique a l' Academie Royale des Beaux Arts a Amsterdam, Chevalier de l'Ordre de St. Grégoire, de l' Ordre de Leopold, etc. I. Le Monde Catholique, Amsterdam. Veilingcatalogus 11-14 Avril 1890. |
|
Collins, P., Changing Ideals in Modern Architecture 1750-1950, Montreal 1967. |
|
Cornforth, J., ‘Kasteel Amerongen, Holland I-II’, Country Life (1979), 522-525, 590-592. |
|
Craandijk, J., Wandelingen door Nederland, Div. delen Haarlem 1882-1890. |
|
Cuno, C., Geschichte des Restaurations-Baues der St. Victor's Kirche (Dom) in Xanten in den Jahren 1857-68. Bearbeitet von H.-D. Heckes, Kevelaer 1989. |
|
Cuypers, J.Th.J., ‘De St. Mariakerk te Utrecht’, Afbeeldingen van oude bestaande gebouwen uitgegeven door de Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst, Amsterdam 1890.
-‘De toren der St. Cunerakerk te Renen’, De Architect 11 (1903), 391-392.
-, ‘De herstellingswerken van het kasteel De Haar’, De Architect 13 (1905), afl. 4 en 5.
-, ‘Middeleeuwse bouwkunst’, Zeven voordrachten over bouwkunst, Amsterdam ca. 1907, 185-217.
-, ‘Het restaureeren van oude bouwwerken’, Bulletin N.O.B. (1910), 132-137.
-, ‘De omgeving der O.L.V. Munsterkerk te Roermond’, Tijdschrift voor volkshuisvesting en stedebouw 5 (1924), 22-24, 7 (1925), 21-68. |
|
Cuypers, P.J.H., Der Dom zu Mainz, seine Gründung, Erweiterung und Herstellung. Eine Festschrift, Mainz 1875.
-, ‘Nieuwe kerk van den heiligen Dominicus te Amsterdam’, Bouwkundig Weekblad 6 (1886), 196-198.
-, De oude gilden en de tegenwoordige ambachtsstand. Voordracht gehouden voor de afdeeling Amsterdam van den Nederlandsche Roomsch Katholieken Volksbond, Amsterdam z.j. (1892).
-, ‘Historique de la fondation de l'abbaye de Rolduc’, Revue de l'Art chrétien 3 (1892), overdruk.
-, ‘Maastricht in beschaving, geschiedenis en kunstontwikkeling, de oudste stad in Nederland’, Architectura 5 (1897), 10-16.
-, ‘De restauratie van de St. Servaaskerk te Maastricht’, Bulletin N.O.B. 5 (1903-1904), 19-24, 124-133, Bulletin N.O.B. 6 (1905), 76-82.
-, ‘Onze architectuur kan alleen dan waardige kunst zijn, wanneer haar vorm ontwikkeld is in den zin, dien de behoefte aanduidt, de rede vraagt, en de eigenschappen der bouwstoffen vereischen’, Feestnummer bij het 50-jarig bestaan van het Genootschap Architectura, Architectura (1905), 6-8.
-, Verslag der Officiëele opening van de Gemeente-Teekenschool voor Nuttige en Beeldende Kunsten te Roermond op Maandag 4 September 1905, Roermond 1905.
-‘Voorwoord’, J. Kalf, De katholieke kerken in Nederland, Amsterdam 1906-1914, V-VIII.
-, ‘De Heilige Linie’, in: Werken van J.A. Alberdingk Thijm, verzameld en gerangschikt met inleiding en overzichten door J.F.M. Sterck. IV: Kunst en Oudheidkunde I. De Heilige Linie (1858), Over de Kompozitie in de Kunst (1857), Amsterdam- 's-Gravenhage 1909, XIV-XVI.
-, Le Château de Haar à Haarzuylen, édité et illustré sous la direction de dr. P.J.H. Cuypers, Utrecht 1910.
-, ‘De torenbouw te Vlissingen’, Bouwkundig Weekblad 33 (1913), 25-26.
-, ‘Over een beroemd bouwmeester der XIXe eeuw’, Architectura 21 (1913), 85-89, 94-98. Over Viollet-le-Duc.
-, ‘Jhr. Mr. Victor de Stuers 1843-20 October 1913’, Architectura 20 oktober 1913, 349-356.
-, ‘De Stuers en onze oude monumenten van bouwkunst’, Het levenswerk van Jhr. Mr. Victor de Stuers. Herdacht door zijne vrienden, Utrecht 1913, 33-43.
-, ‘Terugblik’, De Amsterdammer 1917, no. 2082, 1-3.
-, ‘Jozef Alberdingk Thijm, 1820 XII augustus 1920, Eerste ontmoeting - Uit brieven’, De Beiaard 5 (1920), deel II, 5-16. |
|
‘Dr. P.J.H. Cuypers’, De Opmerker 23 (1897), 153-158, 163-166. |
|
‘Petrus Josephus Hubertus Cuypers’, Feestnummer bij gelegenheid van zijn zeventigste verjaardag, Architectura 5 (1897), no. 20 (bijdragen van o.a. A. Diepenbrock, J.L.M. Lauweriks en J.Th.J. Cuypers). |
|
‘Aan Dr. P.J.H. Cuypers’, Feestnummer bij gelegenheid van zijn negentigste verjaardag, Bouwkundig Weekblad 38 (1917), 107-117 (bijdragen van onder meer K.P.C. de Bazel, J.Th.J. Cuypers, S. Muller Fz., B.W.F. van Riemsdijk). |
|
‘Cuypers-nummer’, Het Gildeboek 4 (1920-21), 49-112. |
|
Dr. Cuypers Gedenkboek 1827-1927, Sittard 1927. |
|
Dautzenberg, J.M., ‘Warande-gedachten’, Dietsche Warande 2 (1856), 1-16. |
|
Dedoux, Doury, Histoire archéologique, descriptive et graphique de la Sainte-Chapelle du palais, Paris 1857. |
|
Delboy, F., Onderzoek naar een beeldprogramma in de N.H. kerk te Stedum, scriptie Amsterdam 1991. |
|
Delhaes, A., L'église Saint Servais à Liège, 1966. |
|
Delhey, V., ‘Waar in den aardschen klei een hemelsch denken speelt’. Voorlopige schets van de neogotische kerkenbouw in de huidige provincie Limburg, doctoraalscriptie Nijmegen 1988.
-, ‘Van Neoclassicisme naar Neogotiek in de Limburgse kerkbouw. De bouwgeschiedenis van Onze Lieve Vrouw Onbevlekt Ontvangen te Amstenrade (1850-1856)’, De Maasgouw 112 (1993), 57-85. |
|
Denkmalpflege in Bayern. 75 Jahre Bayerisches Landesamt für Denkmalpflege. Arbeitsheft 18, München 1983. |
|
Denslagen, W., Omstreden herstel. Kritiek op het restaureren van monumenten. Een thema uit de architectuurgeschiedenis van Engeland, Frankrijk, Duitsland en Nederland (1779-1953), 's-Gravenhage 1987.
-, ‘De “flexibele” restauratie van de Nicolaaskerk te Utrecht’, Bulletin KNOB 86 (1987), 97-112.
-, e.a., De tand des tijds, Restauratie-vademecum, bijdrage 7, 's-Gravenhage 1988. |
|
Deyssel, L. van, ‘Dr. P.J.H. Cuypers’, Roeping 29 (1953-1954), 166-170. |
|
Dhanens, E., Het retabel van het Lam Gods in de Sint-Baafskathedraal te Gent. Inventaris van het kunstpatrimonium van Oost-Vlaanderen VI, Gent 1965. |
|
Dickhaut, M.F.A., E.J. Tjebbes, Vijf eeuwen kleur in de Sint Servaaskerk te Maastricht, onderzoeksrapport 4 oktober 1986. |
|
Doedenhofen, W.A., ‘Het Valkhofpark’, Het Valkhof te Nijmegen, Catalogi van het kunstbezit van de gemeente Nijmegen, no 3, Nijmegen 1980, 109-122. |
|
Dolff- Bonekämper, G., Die Entdeckung des Mittelalters. Studien zur Geschichte der Denkmalerfassung und des Denkmalschutzes in Hessen-Kassel bzw. Kurhessen im 18. und 19. Jahrhundert, Marburg 1985. |
|
Döhmer, K., ‘In welchem Style sollen wir bauen?’ Architekturtheorie zwischen Klassizismus und Jugendstil, München 1976. |
|
Dominicus-van Soest, M., ‘Classicisten versus Gotiekers: de stijlstrijd binnen de Maatschappij tot bevordering der Bouwkunst’, Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst. Schetsen uit de geschiedenis van het genootschap. De Sluitsteen 9 (1993), no. 3-4, 43-51. |
| |
| |
Dort, R. van, ‘Ronde bogen en groen glazuur. Het werk van de architect Jesse’, De Wassenaarder 30 juli 1992. |
|
Dunk, Th. von der, ‘De redding van het Muiderslot. De plannen voor de bestemming van een middeleeuws kasteel tot Nederlands-historisch museum tijdens koning Willem I’, Jaarboek van het Genootschap Amstelodamum, 82 (1990), 138-169. |
|
Duparc, F.J., Een eeuw strijd voor Nederlands cultureel erfgoed, 's-Gravenhage 1975. |
|
Durant, S. ‘The Notre Dame Murals’, Eugène Emmanuel Viollet-le-Duc 1814-1879, Architectural Design Profile, London 1980, 41-45. |
|
Dvorák, M., Katechismus der Denkmalpflege, Wien 1916. |
|
Echt, R., Emile Boeswillwald als Denkmalpfleger. Untersuchungen zu Problemen und Methoden der fransözischen Denkmalpflege im 19. Jahrhundert, Bonn 1984. |
|
Eck, C. van, ‘Par le style on atteint au sublime’, Archis 1993, no. 10, 72-80.
-, Organicism in nineteenth-century architecture. An enquiry into its theoretical and philosophical background, dissertatie Amsterdam 1994. |
|
Enaud, F., ‘Les principes de restauration des Monuments en Frande de Viollet-le-Duc à la Charte de Venise’, Geschichte der Restaurierung in Europa, 1991, 49-62. |
|
Engelman, J., ‘De religieuze beeldende kunst’, Honderd jaar religieuze kunst in Nederland. 1853-1953, Catalogus Utrecht 1953, 30-39. |
|
A. Erlande-Brandenburg, ‘Alexandre Lenoir et le Musée des Monuments Français’, Le ‘Gothique’ retrouvé avant Viollet-le-Duc, catalogus Parijs 1979, 75-78. |
|
Evers, I.M.H. (red.), Schatkamernieuws in het zilver, Maastricht 1994. |
|
Everts, H.J.M., Onze kerken, over kerkgebouw, kerkgemeubelte, kerkgereide, kerkversiering, etc, 's-Hertogenbosch-Zwolle 1887. |
|
Ewerbeck, F., ‘Niederländische Städtebilder’, Deutsche Bauzeitung 21 (1887), 556-559.
-, Die Renaissance in Belgien und Holland. Sammlung von Gegenständen der Architektur und Kunstgewerbe in Originalaufnahmen, gezeichnet und herausgegeben unter Mitwirkung von H. Leeuw, A. Neumeister und E. Mouris, Leipzig 1883-1889. |
|
Eyck tot Zuylichem, F.N., Kort overzigt der middeleeuwsche Kerken bouwkunst in Nederland, overdruk uit Utrecht voorheen en thans, 1845, dl. I, 1e stuk. |
|
Faber, J., B. Zwaan, Inventaris van het archief van de Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst 1842-1918, Amsterdam 1988. |
|
Feith, R., Het ideaal in de kunst. Voor het eerst uitgegeven naar de handschriften. Met een inleiding en aantekeningen door Dr. P.J. Buijnsters, 's-Gravenhage 1979. |
|
Fekete, J., Denkmalpflege und Neugotik im 19. Jahrhundert. Dargestellt am Beispiel des Alten Rathauses in München, München 1981. |
|
Flament, A.J.A., ‘De westertorens van St.-Servaaskerk te Maastricht’, Publications de la Société Historique et Archéologique dans le Limbourg 28 (1891), 1-80.
-, ‘De muurschildering van 1337 in de voormalige Dominicanerkerk te Maastricht’, Het huis oud en nieuw, 1908, 216-224.
-, Daemon meridianus (Het duvelke van het zuiden) als sjacheraar in kerkelijke oudheden en beeldenstormer in Limburg, Maastricht 1918. |
|
Foreestier, P., ‘De Amsterdamsche kunst-ten-toon-stellingen in 1858’, De Dietsche Warande 4 (1858), 401.
-, ‘De Amsterdamsche ten-toon-stellingen in 1856: II’, De Dietsche Warande, 3 (1857), 93 en 101.
-, ‘Levensbeschrijving van den bouwmeester van het Amsterdamse stadhuis’, Volksalmanak voor Nederlandse Katholieken 1863, 179-260. |
|
Frankl, P., The Gothic. Literary Sources and Interpretations through eight Centuries, Princeton 1960. |
|
Franquinet, R., ‘De hedendaagse religieuze kunst in Limburg’, Honderd jaar religieuze kunst in Nederland. 1853-1953, Catalogus Utrecht 1953, 39-44. |
|
Frederiks, J.W., Monumentenrecht, dissertatie Leiden 1912. |
|
Fremantle, K., The Baroque Town Hall of Amsterdam, Utrecht 1959. |
|
Froidevaux, Y.-M., ‘Viollet-le-Duc restaurateur et son influence’, Actes du Colloque International Viollet-le-Duc. Paris 1980, Paris 1982, 145-153. |
|
Frycz, J., Restauracja i konserwacja zabytków architektury w polsce w latach 1795-1918, Warszawa 1975. |
|
Gaus, J., ‘Neugotik und Denkmalsgedanke’, O. Dann (Hrsg.), Religion, Vaterland, Kunst. Der Kölner Dom im 19. Jahrhundert, Köln 1983, 29-47. |
|
Gedenkschrift Cuypers Kunstwerkplaatsen Roermond 1853-1930, Roermond 1930. |
|
Gelder, H.E. van, ‘Gewelfschilderingen in de St. Walburgskerk te Zutphen’, Bulletin NOB, 5e jaargang, 2e serie (1912), 180-181. |
|
Germann, G., Neugotik. Geschichte ihrer Architekturtheorie, Stuttgart 1974 (Engelse uitgave 1972).
-, Einführung in die Geschichte der Architekturtheorie, Darmstadt 1980. |
|
Gerwen, Chr. van, De neogotische beeldhouwkunst in de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal van Antwerpen, Deventer-Antwerpen 1977. |
|
Geschichte der Restaurierung in Europa. Alten des internationalen Kongresses ‘Restaurierungsgeschichte’, Interlaken 1989, Bd. I, Worms 1991. |
|
Geschiedenis van Asselt. Zijn monumentaal kerkje en folkloristische gebruiken, z. pl., z.j. (overdruk uit de Limbruger Koerier ca. 1934). |
|
Geurts, H., B.G.C. Janssen, De trots van Sittard in de steigers, Sittard 1985. |
|
Gevers, A.J., J. ten Hove, Raadhuis van Kampen, Zwolle 1988. |
|
Geyer, M.-J., ‘Le mythe d'Erwin de Steinbach’, R. Recht (ed.), Les bâtisseurs des cathédrales gothiques, Catalogus Strasbourg 1989, 322-329. |
|
Gids voor het kasteel van Haarzuylens en omstreken uitgegeven op den 25ste juni 1898 bij gelegenheid van het bezoek aan het kasteel gebracht door het Genootschap Architectura et Amicitia, Haarlem 1908. |
|
Gimberg, J., ‘Het krijgswezen eener Geldersche stad’, Bijdragen en Mededeelingen Gelre 8 (1905), 75-111. |
|
Girouard, M., The Return to Camelot. Chivalry and the English Gentleman, New Haven-London 1981. |
|
Gosschalk, J., ‘De ruïne van Brederode ten behoeve van naaischolen’, De Nederlandsche Spektator (1866), 230-231.
-, ‘Bouwkunst en vriendschap te Rotterdam. Vergadering van woensdag 29 januari 1896’, De Opmerker 31 (1896), 45-46. Verslag van een lezing door Gosschalk over restaureren.
-, ‘Nog eens de ruïne van Brederode’, De Nederlandsche Spektator (1866), 397-399. |
|
Le ‘Gothique’ retrouvé avant Viollet-le-Duc, catalogus Parijs 1979. |
|
Götz, N., Um Neugotik und Nürnberger Stil. Studien zum Problem der künstlerische Vergangenheitsrezeption im Nürnberg des 19. Jahrhunderts, Nürnberg 1981. |
|
Graas, T., Enkele aspecten van de herleving van de katholieke kerkelijke kunst in de negentiende eeuw, doctoraalscriptie Amsterdam, 1979. |
|
Grondbeginselen en voorschriften voor het behoud de herstelling en de uitbreiding van oude bouwwerken. Met inleiding door Dr. J. Kalf. Uitgegeven door den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond, Leiden 1917. |
|
Groneman, H.J.H., ‘Iets over de oude Nieuwstads- of Diezerpoort te Zutphen’, Bijdragen en Mededeelingen Gelre 2 (1899) 239-255. |
|
Groot, I. de, M. de Loos, Kasteel Chaloen. Historisch overzicht, (typoscript) 1980. |
|
Grossmann, D., ‘Zur Wiederherstellung von St. Godehard in Hildesheim’, Deutsche Kunst und Denkmalpflege 17 (1959), 78-80. |
|
Grote, L. (Ed.), Die Deutsche Stadt im 19. Jahrhundert. Stadplanung und Baugestaltung im industriellen Zeitalter, München 1974. |
|
Grijzenhout, F., ‘Tempel voor Nederland. De Nationale Konst-Gallerij in 's-Gravenhage’, Nederlands Kunsthistorisch Jaarboek 35 (1984), 1-75. |
| |
| |
Guilhermy, R.F.F.M.N. de, La Sainte-Chapelle à Paris. Après les restaurations, commencées par M. Duban arch., terminées par M. Lassus arch., Paris 1857. |
|
Haakma Wagenaar, W., ‘Verslag van onderzoek en voorstellen voor de restauratie’, Restauratie Sint Servaaskerk Maastricht, Maastricht 1979.
-, ‘Gedaanteverwisselingen van de Sint Servaaskerk’, Symposium. De geschilderde uitmonstering van de St. Servaaskerk, Maastricht 28 en 29 juni 1979, Maastricht 1980, 31-51.
-, Grote Kerk Zaltbommel. Het schilderwerk in het schip, het gewelf in de zuidbeuk, rapport februari 1980. |
|
Hallema, A., De geschiedenis der Martini of Grote Kerk te Franeker, deel I, Franeker 1931. |
|
Harms Tiepen, C., Interviews met merkwaardige personen van dezen tijd. Jhr. Victor de Stuers als adviseur voor de Monumenten van Geschiedenis en Kunst, Amsterdam z.j. |
|
Haslinghuis, E.J., ‘De rijksmiddelen en de monumenten in de negentiende eeuw’, Oudheidkundig Jaarboek 3e serie, 4 (1924), 114-119.
-, C.J.A.C. Peeters, De Dom van Urecht. De Nederlandse Monumenten van Geschiedenis en Kunst, 's-Gravenhage 1965. |
|
Haverkate, H.M., C.J. van der Peet, Een kerk van papier. De geschiedenis van de voormalige Mariakerk te Utrecht, Zutphen 1985. |
|
Heideloff, C., Die Bauhütte des Mittelalters in Deutschland, Nürnberg 1844. |
|
Hermans, D.B.M, J. Kamphuis, Bouwhistorische documentatie en waardebepaling. Ruïne van Brederode Santpoort, 2 dln., 's-Gravenhage (Rijksgebouwendienst) 1988. |
|
Herpel, J.C., Het oude raadhuis van 's-Gravenhage, 2 dln., Den Haag 1979. |
|
Hersey, G.L., High Victorian Gothic. A Study in Associationism, Baltimore-London 1972. |
|
‘Herstellen’, De Opmerker 32 (1897), 297-298. |
|
Heynen, F., Het overhuifd hoog-altaar der St. Ignatius-kerk te Nijmegen (Molenstraat), Arnhem 1869. |
|
Hilger, H.P., e.a., Raum und Ausstattung Rheinischer Kirchen 1860-1914, Düsseldorf 1981. |
|
Hipple, W.J., The Beautiful, the Sublime and the Picturesque in Eighteenth Century British Aesthetic Theory, Carbondale 1957. |
|
Hoek, F.J.M. van den, ‘Het Utrechtse Academiegebouw: gezicht van de Universiteit’, A.W. Reinink, J.A. Schuur (red.), Bouwen voor Utrechts Universiteit, Utrecht 1985, 49-67. |
|
Hoet, C. ten, Het Geldersch Lustoord of beschrijving van de stad Nijmegen en derzelver omstreken, Gorinchem 1826. |
|
Hoffmann, G., St. Quirin in Neuss. Die Restaurierungen im 19. Jahrhundert, Landeskonservator Rheinland, Arbeitsheft 30, Köln 1991. |
|
Hoogevest, C. van, Bouwhistorische documentatie en waardebepeling Rijksarchief in Limburg, 's-Gravenhage 1989. |
|
Hoogewerff, G.J., ‘Bij de herdenking van “De commissie tot het opsporen, het behoud en het bekendmaken van overblijfsels der vaderlandsche kunst uit vroeger tijden”. Juni 1860-april 1872’, Mededelingen der Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen afd. letterkunde, Nieuwe Reeks, deel 23, no. 5, Amsterdam 1960. |
|
Hoogewoud, G., P.J.H. Cuypers en Amsterdam. Gebouwen en ontwerpen 1860-1898, 's-Gravenhage 1985. |
|
Hubar: Hellenberg Hubar, B. van, ‘Drie verdwenen altaren uit de St-Servaaskerk’, Campus Liber, Maastricht 1982, 396-413.
-, ‘Tweevoudig ontwerp voor de middentoren van de westbouw’, De Sint Servaas 1 (1982), 48-49.
-, St. Servaaskerk II, De romaanse kerk, Maastrichts Silhouet, deel 10, Maastricht 1982.
-‘Limburgs verleden in het Rijksmuseum te Amsterdam’, De Maasgouw 102 (1983), kol. 57-80.
-‘“Eene voorstelling van de eenheid uit het vele”’, Bulletin KNOB 83 (1984), 119-144.
-‘Het ciborium-altaar van de Sint-Servaaskerk te Maastricht (1884). Tussen wierook en verguizing’, De Sluitsteen 1 (1985), 26-45.
-, ‘De vervalsende werking van het isolement: Cuypers en Berlage’, De Sluitsteen 3 (1987), 3-6.
-, Wies van Leeuwen, ‘Publicaties en evenementen in het kader van “Cuypers-jaar 1985”’, Bulletin KNOB 86 (1987), 179-184.
-, Wies van Leeuwen, ‘Van topmonument tot objet trouvé. Het Algemeen Rijksarchief te 's-Gravenhage gereduceerd tot doorsnede op ware grootte’, Bulletin KNOB 86 (1987), 30-38.
-, ‘Van monument in de marge tot symbolische architectuur. De Munsterkerk te Roermond als toetssteen der stijlkritiek I’, Bulletin KNOB 87 (1988), 9-21.
-, ‘Van ambachtsman tot denker. De personificatie van Arbeid in de topgevel van het Rijksmuseum’, De Negentiende Eeuw 13 (1988), 150-179.
-, ‘De voetsporen van Charles Guillon. Verzamelbeleid en inrichting van het Rijksmuseum te Amsterdam onder V.E.L. de Stuers, P.J.H. Cuypers en J.A. Alberdingk Thijm’, Maaslands melange, Maastricht 1990, 243-366.
-, G.M. van Kleef, A.J.C. van Leeuwen, ‘Argumenten in beroep tegen het afwijzen van de St.-Vituskerk te Blauwhuis van P.J.H. Cuypers (1867-1871) als te beschermen object’, De Sluitsteen 6 (1990), 39-47.
-, ‘De kunstenaar als kleine zelfstandige’, A.J. Himmelreich e.a., Théodore Schaepkens, Catalogus Maastricht 1990, 57-87.
-, ‘Van Melencolia I tot creatieve weemoed. De personificatie van het beeld Bezieling in de topgevel van het Rijksmusuem’, De Negentiende Eeuw 15 (1991), 1-33.
- ‘Naar een “kleurrijk vercieringsstelsel”. Cuypers vroege polychromie in perspectief’, Magister Artium. Onderwijs, kerk en kunst in Limburg, Sittard 1992, 232-254.
-, ‘Deelhebben aan de kunst. Thijm als romanticus’, J.A. Alberdingk Thijm. Erflater van de negentiende eeuw, Baarn 1992, 125-145.
-, ‘“Eerdienst en kunst op het naauwst vereenigd”. De katholieke esthetica van Cornelis Broere en J.A. Alberdingk Thijm voltooid in het Rijksmuseum’, Geschiedenis van de wijsbegeerte in Nederland. Esthetica tussen klassiek en ramantiek. Documentatieblad Werkgroep Sassen 3 (1992), 151-177.
-, ‘De “door wiskunst en verbeelding gebouwde kerk”. De “meester van het werk” en Cuypers' proportiesysteem’, Bouwkunst. Studies in vriendschap voor Kees Peeters, Amsterdam 1993, 249-260.
-, Arbeid en bezieling. Het hoofdmotief in het frontispies van het Rijksmuseum, dissertatie Nijmegen 1995. |
|
Hugo, V., Notre-Dame de Paris. Nouvelle édition illustrée, Paris, Calmann-Levy z.j. (1882, eerste druk 1831). |
|
Huisken, J.E., 's Konings Paleis op den Dam. Het Koninklijk Paleis op de Dam historisch gezien, Zutphen 1989. |
|
Huijts, C.S.T.J., e.a., Het Rijksmuseum, ontwerpen, bouwen en verbouwen 1863, 1885, 1985, 's-Gravenhage 1985. |
|
Huth, H., Künstler und Werkstatt der Spätgotik, Augsburg 1923. |
|
Jaarverslag der Rijkscommissie voor de monumentenzorg over 1918 en 1919, 's-Gravenhage 1918-1919. |
|
Jansen, A.H.E.M., A.J.C. van Leeuwen, G. Vrins, ‘Arbeyd sere voert tot eere’. Hendrik van der Geld, de neogotiek en de Brabantse beeldhouwkunst, Tilburg 1979. |
|
Janssen, H.L., H. Nieuwenhuis, Kasteel de Haar, Nederlandse kastelen, Nieuwe Reeks 15, 1986. |
|
Jong, S. de, Bijdrage tot de kennis der Gothische Bouwkunst of Spitsbogenstijl in Nederland, Amsterdam 1847. |
| |
| |
Kalf. J., De Katholieke kerken in Nederland, dat is de tegenwoordige staat dier kerken met hunne bemeubeling en versiering beschreven en afgebeeld, Amsterdam 1906-1914.
-, Van oude en nieuwe kunst, een bundel vertoogen, Amsterdam, 1908.
-, Geïllustreerde Beschrijving van de Nederlandsche Monumenten van Geschiedenis en Kunst, de oude Baronie van Breda, Utrecht 1912.
-, ‘Gevraagd antwoord’, Bulletin N.O.B. (1917), 15-23.
-, De slooping van het Oud-Klooster te Roermond. Verslag aan de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, Utrecht 1924.
-, ‘Wat de Oudheidkundige Bond deed en de Monumentencommissie doet voor het restaureeren van oude gebouwen I’, Oudheidkundig Jaarboek 3e serie, jrg. 4 (1924), 88-113.
-, ‘Wat uit de stadsrekeningen valt te leren over de bouw van het Middelburgsche raadhuis’, Exuli amico Huizinga amici non historici die VII mensis decembris anni MCMXLII, 51-92 (heruitgave Haarlem 1947). |
|
Kalff, M., De Oome's, Amsterdam 1878. |
|
Kamphuis, J., D.B.M. Hermans, ‘De ruïne van Brederode’, Bulletin K.N.O.B. 89 (1990), no. 4, 2-25. |
|
Karpa, O., ‘Nochmals die Wandmalereien in St. Godehard zu Hildesheim’, Deutsche Kunst und Denkmalpflege 17 (1959), 81-83. |
|
Karstkarel, P., Renaissance in Friesland, Leeuwarden 1991 (Monument van de maand, jrg. 1. dl. 6). |
|
-, R. Terpstra, Het Stadhuis van Bolsward, Leeuwarden 1986 (Monument van de maand, jrg. 1. dl. 1). |
|
Kersaint, A.G., Discours sur les monuments publics, prononcé au Conseil du Département de Paris, le 15 décembre 1791, P. Didot 1792. |
|
Keulers, C, ‘De kerk te Nieuwstadt’, Het huis oud en nieuw 8 (1910), 261-273. |
|
Keuvelaar, J., Stadhuis van Bolsward, Bolsward z.j. (ca. 1991). |
|
King, T.H., Les Vrais Principes de l' Architecture Ogivale ou Chrétienne avec des Remarques sur leur Renaissance au Temps Actuel. Remanié et developpé d'apres le texte Anglais de A.W. Pugin et traduit en francais par P. Lebrocquy, Bruxelles-Leipzig-Aix-la-Chapelle 1850. |
|
Kloek, W.Th., ‘De gewelfschilderingen in de Ursulakerk te Warmenhuizen’, Jaarboek Monumentenzorg 1990, Zwolle 1990. |
|
Kluiver, J.H., ‘De middeleeuwse houten gevel Wagenaarstraat 1 te Middelburg; geschiedenis en restauraties’, Archief. Mededelingen van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1992), 101-116. |
|
Knibbeler, T., Jan Jacob Weve, architect (1852-1942), 2 dln, doctoraalscriptie Nijmegen 1989. |
|
Koldeweij, A.M., ‘Het Bergportaal en de Bergpoort van de Sint-Servaaskerk te Maastricht’, Bulletin K.N.O.B. 83 (1984), 144-158. |
|
Kolman, C.J., ‘Naer de eisch van 't werck’; de organisatie van het bouwen te Kampen 1450-1650, dissertatie 1993. |
|
Der Kölner Dom im Jahrhundert seiner Vollendung, Catalogus Köln 1980. |
|
Koning, R., P.J.H. Cuypers en zijn ontwerpen voor de orde der Dominicanen, doctoraalscriptie Nijmegen 1988. |
|
Koopman, E., Het Kronenburgerpark. Een romantisch monument, Nijmegen 1992. |
|
Koot, T., Het mysterie van Muiden. Het Muiderslot, 's-Gravenhage-Rotterdam 1977. |
|
Kooij, B.H.J.N., ‘De bouwgeschiedenis van de “oude” Ignatiuskerk, voorheen de Regulierenkerk van St. Catharina aan de Molenstraat te Nijmegen’, Jaarboek Numaga 40 (1993), 44-65. |
|
Krabbe, C.-P., ‘Kasteel “Oud-Wassenaar” en het ontstaan van de “Delftse renaissance”’, De Sluitsteen 7 (1991), 67-86. |
|
Kronenburg, J.F., Maria's heerlijkheid in Nederland. Geschiedkundige schets van de verering der H. Maagd in ons vaderland van de vroegste tijden tot op onze dagen, 8 delen, Amsterdam 1904-1914, registerdeel Roermond 1931. |
|
Kunst, H.-J., ‘Neoromanik als denkmalpflegerisches Problem. Die Stiftskirche in Bücken’, Deutsche Kunst und Denkmalpflege 28 (1970), 79-88. |
|
Kurmann, ‘Retrospektive, Rezeption, Retardierung und Rekonstruktion. Gedanken zur Denkmalpflege anhand historischer und zeitgeössischer Beispiele’, Geschichte der Restaurierung in Europa, 1991, 14-28. |
|
Kurvers, H.H.J., ‘Warmenhuizen, Hervormde kerk. Over de gewelfschilderingen, het onderzoek en de aanzet voor restauratie’, Jaarboek Monumentenzorg 1990, Zwolle 1990, 71-79. |
|
Kuijs, B., B. Looper, J. Riemens, R. Stenvert, F.H. van Etteger. Architect van de nieuwe stad 1878-1910, Zutphen 1987. |
|
Laan, H.A.A. van der, Het jachtslot Het Loo te Apeldoorn, Apeldoorn 1982. |
|
Lassus, J.B.A., Album de Villard de Honnecourt, Paris 1858. |
|
Lauweriks, J., ‘Over de herstelling der grafelijke zalen’, Architectura 12 (1904). |
|
Lee, Rensselaer W., ‘The humanistic theory of painting’, Art Bulletin, 22 (1940), 197-269. |
|
Leerssen, J.Th., ‘Over nationale identiteit’, Theoretische Geschiedenis 15 (1988), 417-430 |
Leeuwen, W. van, ‘De nieuwe schoonheid in Utrecht. “Vijf kerken herleven”. Kanttekeningen bij een symposium’, Bulletin Stichting Oude Gelderse Kerken, 1978, 154-159.
-, ‘De restauratie van de St. Servaas’, KunstWerk no. 16, juni 1979, 27-31.
-, ‘Tot sieraad der omgeving. Het kerkelijk bouwbedrijf van 1795 tot 1913’, Naar gothieken kunstzin. Kerkelijke kunst en cultuur in Noord-Brabant in de negentiende eeuw, Catalogus 's-Hertogenbosch 1979, 29-48.
-, M.P.H. Pilet, F.J. Smolders, ‘Van vaderlandsch gevoel tot participatie in culturele waarden’, KunstWerk no. 19, april 1980, 3-14.
-‘19e-eeuwse restauratie-opvattingen’, Symposium. De geschilderde uitmonstering van de St. Servaaskerk, Maastricht 28 en 29 juni 1979, Maastricht 1980, 26-30.
-, ‘Het interieur van de Maastrichtse St.-Servaas; een restauratieprobleem’, Bulletin KNOB 80 (1981), 73-88.
-, ‘Een visioen van glorievolle monumenten. Waarden en achtergronden van de monumentenbeschrijving’, Bulletin KNOB 82 (1983), 178-199.
-, ‘De Roermondse Munsterkerk. Van sprekende neogotiek tot zwijgende architectuur’, Bulletin KNOB 83 (1984), 159-169.
-, ‘Tien jaar onderzoek naar negentiende-eeuwse bouwkunst’, De negentiende eeuw 11 (1987), 108-115.
-, ‘De wisselende waardering voor een ensemble; restauraties van de stiftskerk te Thorn tussen 1780 en 1956’, De Sluitsteen 5 (1989), 47-56.
-, ‘De neogotiek, van romantische vorm tot enig ware stijl’, A.H.E.M. Jansen e.a., ‘Arbeyd sere voert tot eere’. Hendrik van der Geld, de neogotiek en de Brabantse beeldhouwkunst, Bijdragen tot de geschiedenis van het zuiden van Nederland, deel 80, Tilburg 1989, 1-44.
-,‘Alberdingk Thijm, Bouwkunst en symboliek’, De Sluitsteen. Bulletin van het Cuypers Genootschap, 5 (1989), 1-44.
-, Bernadette van Hellenberg Hubar, ‘De beginselloosheid tot adagium verheven. De polemische restauratie van de Sint-Servaas te Maastricht’, De Sluitsteen 6 (1990), 75-97.
-, ‘Alberdingk Thijm en het nationale erfgoed’, P.A.M. Geurts e.a. (red), J.A. Alberdingk Thijm. Erflater van de negentiende eeuw, Baarn 1992, 144-156.
-, ‘“Als een phoenix uit zijn assche herrezen”, de restauratie van het noordportaal van de Walburgiskerk te Zutphen’, Bulletin van de Stichting Oude Gelderse kerken, afl. 34 (voorjaar 1992), 63-79.
-, ‘De conflicterende restauratie-opvattingen van de Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst en P.J.H. Cuypers’, Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst. Schetsen uit de geschiedenis van het
|
| |
| |
genootschap, De Sluitsteen 11 (1993), 89-102.
-, ‘Een “steenen landschap”, Cuypers' Fragmentengebouw bij het Rijksmuseum’, Bouwkunst. Studies in vriendschap voor Kees Peeters, Amsterdam 1993, 331-344.
-, ‘De “neoromaanse” restauratie van de Onze-Lieve-Vrouwekerk’, I.M.H. Evers (red.), Schatkamernieuws in het zilver, Maastricht 1994. |
|
Leeuwen, Wilfred van, ‘Tussen droom en daad. Jan Springer als kwartiermaker van een visionaire architectuur’, De Sluitsteen 7 (1991), 3-24. |
|
Leniaud, J.-M., Jean-Baptiste Lassus (1807-1857) ou le temps retrouvé des cathédrales, Paris 1980.
-, Les cathédrales au xixe siècle. Etude du service des édifices diocésains, Paris 1993. |
|
Léon, P., Les monuments historiques, conservation restauration, Paris 1917.
-, La vie des monuments français. Destruction, restauration, Paris 1951. |
|
Lettres inédites de Viollet-le-Duc recuillies et annotées par son fils, Paris 1902. |
|
Levine, N., ‘The book and the building: Hugo's theory of architecture and Labrouste's Bibliothèque Ste-Geneviève’, R. Middleton (Ed.), The Beaux-Arts and nineteenth-century French architecture, London 1982, 138-174. |
|
Lewis, M.J., The Politics of the German Gothic Revival. August Reichensperger., Cambridge (Mass.), London 1993. |
|
Linssen, G.C.P., ‘De jonge jaren van bouwmeester Cuypers’, Economisch- en Sociaal-Historisch Jaarboek, 37 (1974), 248-269. |
|
Looyenga, A.J., De Utrechtse school in de neogotiek. De voorgeschiedenis en het Sint Bernulphusgilde, dissertatie Leiden 1991.
-, ‘Cuypers, Josephus Theodorus Joannes’, Biografisch Woordenboek van Nederland, deel 3, 's-Gravenhage 1989, 118-120.
-, ‘Cuypers, Petrus, Josephus Hubertus’, Biografisch Woordenboek van Nederland, deel 3, 's-Gravenhage 1989, 120-123. |
|
Lücker, E., ‘Cuypers als tekenaar’, Het Gildeboek 10 (1927), 4-8. |
|
Luctor, ‘Restauratie’, De Opmerker 33 (1898), 17-20, 25-28 met nawoord door W(eissman). Weergave van de opvattingen van Viollet-le-Duc. |
|
Machat, C., Der Wiederaufbau der Kölner Kirchen, Landeskonservator Rheinland, Arbeitsheft 40, Köln 1986. |
|
Magirius, H., Geschichte der Denkmalpflege. Sachsen, Berlin 1989. |
|
Martin, W., Herleefde schoonheid, 25 jaar Monumentenzorg in Nederland, 1918-10 mei-1943, Amsterdam 1945. |
|
Masssystem und Raumkunst. Das Werk des Architekten, Pädagogen und Raumgestalters J.L.M. Lauweriks, Catalogus Krefeld-Hagen-Rotterdam 1987-1988. |
|
Mededeelingen van de Rijksadviseurs voor de Monumenten van Geschiedenis en Kunst, uitgegeven door het departement van Binnelandsche Zaken onder toezigt van de Rijksadviseurs voor de Monumenten van geschiedenis en Kunst, 2 delen, 's-Gravenhage 1876 en 1878. Het restant vn de platen pas uitgegeven in 1921 door het Departement van Onderwijs en Wetenschappen. |
|
Meer, F.G.L. van der, ‘De kunst in de negentiende en de twintigste eeuw’, Cultuurgeschiedenis van het Christendom, deel II, Amsterdam-Brussel 1957 (tweede druk), 1641-1681.
-, Lofzangen der latijnse kerk, Utrecht 1970. |
|
Meer om Cieraet als Gebruick. Tuingeschiedenis van Gelderse buitenplaatsen. Kunstbezit uit Gelderse kastelen, catalogus Arnhem 1990. |
|
Meischke, R., ‘Het kleurenschema van de middeleeuwse kerkinterieurs van Groningen’, Bulletin KNOB 65 (1966), 57-91, p. 63.
-, H.J. Zantkuijl, Het Nederlandse woonhuis van 1300-1800. Vijftig jaar Vereniging ‘Hendrick de Keyser’, Haarlem 1969.
Beschouwingen over de nederlandse Monumentenzorg tussen 1918 en ca. 1970, Amersfoort z.j. (1988).
-, ‘Een blik in Keyser Hendrick's boekenkast’, Vereniging Hendrick de Keyser, Vierenzeventigste jaarverslag, 1992, 21-32. |
|
Mekking, A.J.J., F. Ahsmann, ‘Het iconografische programma van de schildering tegen het koorgewelf van de Sint Servaaskerk te Maastricht gereconstrueerd’, De Maasgouw 100 (1981), kol. 74 vv.
-, De Sint Servaaskerk te Maastricht. Bijdragen tot de kennis van de symboliek en de geschiedenis van de bouwdelen en de bouwsculptuur tot ca. 1200, Dissertatie Amsterdam 1986. |
|
Metschies, M., ‘Von der bösen Lust zum Rekonstruieren. Denkmalpflege vor dem Sündenfall’, Rheinische Heimatpflege 29 (1992), 90-106. |
|
Meulen, M.E. van der, Het Raadhuis te Bolsward 1614-1896, Bolsward z.j. (1896). |
|
Mialaret, J.H.A., Noord-Limburg. De Nederlandsche Monumenten van Geschiedenis en Kunst. Deel V, Tweede stuk, 's-Gravenhage 1937. |
|
Michels, J.C.M., ‘De idee-fixe van “oude” luister: het Vijf Kerken plan voltooid’, Bulletin KNOB 90 (1991), 117-131. |
|
Michler, J. ‘Zur Raumfarbigkeit der Marburger Schlosskapelle. Raumfarbigkeit als Quelle zur Geschichte von Kunst und Denkmalpflege’, Deutsche Kunst und Denkmalpflege 36 (1978), 35-52. |
|
Middleton, R.D., ‘Hittorf's polychrome campaign’, R. Middleton (Ed.), The Beaux-Arts and nineteenth-century French architecture, London 1982, 174-196. |
|
Mielke, F., ‘Das Original und der wissenschaftliche Denkmalbegriff’, Deutsche Kunst und Denkmalpflege 19 (1961), 1-4. |
|
Moerkerken, P.H. van, ‘Over de herbouw van het huis ter Haar’, Elseviers geïllustreerd maandschrift, 1902, 84-93. |
|
Molen, S.J. van der, De stinsen van Franeker, Monument van de maand 3 (1988), no. 1. |
|
Montalembert, C. de, ‘Du vandalisme en France. Lettre à M. Victor Hugo’, Revue des deux-mondes, 1 maart 1833.
-, ‘De l'attitude actuelle du Vandalisme en France’, Revue des deux-mondes, 15 november 1838.
-, Du Vandalisme et du Catholicisme dans l'art (fragmens), Paris 1839. |
|
Mordaunt Crook, J., William Burges and the High Victorian dream, London 1981.
-, C.A. Lennox-Boyd, Axel Haig and the Victorian Vision of the Middle Ages, London 1984. |
|
Mulder, A., ‘Restauratiën in historischen en in zogenaamden nieuwen stijl’, Bulletin N.O.B. (1917), 9-15.
-, ‘Restauraties in historischen en in zoogenaamden nieuwen stijl’, Bulletin N.O.B. (1917), 112-116. |
|
Mulder, A.W.J., Het kasteel Amerongen en zijn bewoners, Maastricht 1949. |
|
Mulder, J., Aantekeningen betreffende de voornaamste gebouwen in de gemeente Franeker, Franeker 1892. |
|
Muller, Fz., S., ‘Victor de Stuers’, Eigen Haard 1900, 408-411. |
|
Muthesius, S., The High Victorian Movement in Architecture 1850-1870, London-Boston 1971. |
|
Muysken, C., ‘Het Raadhuis te Bolsward’, Eigen Haard 1895, no 46, 726-732.
-, F.H. van Malsen, D. Verheul, ‘Het raadhuis te Bolsward hersteld’, Bouwkundig Weekblad 15 (1895), 225-227 met drie platen. |
|
Netscher, F., ‘Jhr. Mr. Victor de Stuers’, Karakters, Haarlem 1899, 85-112. |
|
Nieuwenhuis, F., ‘Het oordeel van een partijdige’, Bouwkundig Weekblad 4 (1884), 279-281. |
|
Nipperdey, Th., ‘Der Kölner Dom als Nationaldenkmal’, O. Dann (Hrsg.), Religion, Vaterland, Kunst. Der Kölner Dom im 19. Jahrhundert, Köln 1983, 109-121. |
|
Nispen tot Sevenaer, E.O.M. van, e.a., De Monumenten van Geschiedenis en Kunst in de gemeente Maastricht, 's-Gravenhage-Utrecht 1926 vv. |
| |
| |
Nissen, P., De akkoorden van het gemoed. Het literaire leven in Roermond in de negentiende eeuw, Roermond 1986. |
|
‘Nogmaals herstellen’, De Opmerker 32 (1897), 313-314. |
|
Notten, M. van, Rombout Verhulst. Beeldhouwer 1624-1698. Een overzicht zijner werken, 's-Gravenhage 1907. |
|
Ollivier, E., ‘La cathédrale de la Révolution à nos jours’, Monuments historiques no. 153, okt. 1987, 15-24. |
|
Os, H.W. van, ‘Een vestingpoort als ereboog’, Bibliotheek, wetenschap en cultuur. Opstellen aangeboden aan mr. W.R.H. Koops bij zijn afscheid als bibliothecaris der Rijksuniversiteit te Groningen, Groningen 1990, 509-518. |
|
Oud, J., ‘Het Middelburgsche Raadhuis -en de heer J.A. Frederiks- in de Tweede Kamer’, De Amsterdammer 5.10.1918. |
|
Oxenaar, A., Centraal Station Amsterdam. Het paleis voor de reiziger, 's-Gravenhage 1989. |
|
Ozinga, M.D., De Nederlandse Monumenten van Geschiedenis en Kunst, VI De Provincie Groningen, Eerste stuk, Oost-Groningen, 's-Gravenhage 1940, 146-160.
-, De romaanse kerkelijke bouwkunst, Amsterdam 1949.
-, De gothische kerkelijke bouwkunst, Amsterdam 1953.
-, ‘Historische und ästhetische Gestaltungsweise in der Denkmalpflege der Niederlande’, Stil und Überlieferung in der Kunst des Abenadlandes. Akten des 21sten internationalen Kongresses für Kunstgeschichte in Bonn, drie delen, Bonn 1964, dl. 2, 291-303. |
|
Paap, W., Alphons Diepenbrock. Een componist in de cultuur van zijn tijd, Haarlem 1980. |
|
Paquay, V., ‘Dynastiek zelfbewustzijn in steen. Herdatering en situering van het Nassau-grafreliëf in de Grote Kerk te Breda’, De Oranjeboom 40 (1987), 1-44. |
|
Pastor, L., August Reichensperger 1808-1895, 2 dln., Freiburg i. Br. 1899. |
|
Peet, C.J. van der, Bouwhistorische documentatie en waardebepaling. Pandhof van St. Marie Utrecht, 1984.
-, Bouwhistorische aantekening wimbergen Dompandhof Utrecht, 's-Gravenhage (Rijksgebouwendienst) 1987. |
|
C. Peeters, ‘De Sint Jan van Den Bosch in de negentiende eeuw, een geschiedenis van goede bedoelingen’, Bulletin KNOB 72 (1973), 131-146.
-, Het behoud van de kunst de kunst van het behoud. Honderd jaar overheidszorg voor het cultureel erfgoed, z.p., z.j. (1975), uitgave van de vereniging Hendrick de Keyser, Amsterdam.
-, ‘Die Kathedrale von Herzogenbusch. Wiederherstellung einer neugotischen Restaurierung’, M. Brix, M. Steinhauser (red.), ‘Geschichte allein ist Zeitmäss’. Historismus in Deutschland, Lahn-Giessen 1978, 179-195.
-, ‘De Sint-Jan van 's-Hertogenbosch en de neogotiek’, Naar gothieken kunstzin. Kerkelijke kunst en cultuur in Noord-Brabant in de negentiende eeuw, Catalogus 's-Hertogenbosch 1979, 87-98.
-, ‘Monument en liturgie. Herstel en vernieuwing in de Sint-Servaas te Maastricht’, Bulletin KNOB 83 (1984), 105-117.
-, ‘De Doorwerth als toetssteen van restauratiebeginselen’, Bouwen in Nederland. Leids Kunsthistorisch Jaarboek 1984, Delft 1985, 331-359.
-, De Sint Janskathedraal te 's-Hertogenbosch. De Nederlandse Monumenten van Geschiedenis en Kunst, 's-Gravenhage 1985.
-, ‘Dichterlijke visies op de gotische kathedraal. Van Verlaine tot Marsman’, F. Kuyvenhoven, B. Treffers (red.), Nader beschouwd . Een serie kunsthistorische opstellen aangeboden aan Pieter Singelenberg, Nijmegen 1986, 87-107.
-, ‘De voltooiing van het verleden’, Kunstlicht 9 (1988), no. 1, 20-25.
-, ‘Een oud verlangen naar het nieuwe’, Jaarboek Monumentenzorg 1991, Zwolle 1991, 8-25.
-, ‘De neogotiek tussen nijverheid en kunst’, Tijdschrift voor Geschiedenis 104 (1991), 356-380.
-, ‘Het schemerlicht van de neogotiek. Wisselend oordeel over een stroming in de negentiende-eeuwse kunst’, J.A. Alberdingk Thijm. Erflater van de negentiende eeuw, Baarn 1992, 103-123. |
|
Peters, C.H. en H. Brugmans, De Nederlandsche stedenbouw. De stad met hare kerken, kloosters en godshuizen, haar raadhuis en verdere openbare gebouwen, haar woon- en bedrijfshuizen, drie delen 1901-1919.
-, C.H. Peters, Oud Groninger Kunst V. De Kerk te Stedum, Groninger Volksalmanak, 1899. |
|
Pey, E.B.F., Herstel in nieuwe luister. Ideeën en praktijk van Overheid, Kerk en Architecten bij de restauratie van het middeleeuwse katholieke kerkgebouw in Zuid-Nederland (1796-1940), dissertatie Nijmegen 1993. |
|
Plouin, R., ‘Baltard et l'architecture Napoléon III’, Médecine de France no. 226, 1971, 25-40. |
|
Prick, H.G.M., De wereld van mijn vader, Amsterdam-Brussel 1986. |
|
Prins-Schimmel, M.A., Het stadhuis van Franeker, bouwhistorisch overzicht vanaf 1591 tot 1981. Verslag restauratie 1979-1981, Franeker z.j. (1981). |
|
Pugin, A.W., Contrasts; or, A Parallel between the Noble Edifices of the Fourteenth and Fifteenth Centuries, and similar Buildings of the Present Day; Shewing the Present Decay of Taste: Accompanied By Appropriate Text, London 1836.
-, The True Principles of Pointed or Christian Architecture, London 1841.
-, The present State of ecclesiastical Architecture in England, London 1843.
-, An Apology for the Revival of Christian Architecture in England, London 1843. |
|
Quiney, A., John Loughborough Pearson, New Haven-London 1979. |
|
Raedts, P.G.J.M., ‘De christelijke middeleeuwen als mythe. Ontstaan en gebruik van een reconstructie in de negentiende eeuw’, Tijdschrift voor theologie 30 (1990), 146-158. |
|
Redtenbacher, R., Leitfaden zum Studium der mittelalterlichen Baukunst, Leipzig 1888. |
|
Reichensperger, A., Fingerzeige auf dem Gebiete der kirchlichen Kunst, Leipzig 1854.
-, L'Art Gothique au XIXe Siecle, Bruxelles-Paris-Bois-le-Duc 1867 (Vertaling van Die Christlich-Germanische Baukunst). |
|
Reinink, A.W., K.P.C. de Bazel, architect, Leiden 1965. |
|
Reijers, A.J., ‘Het gothische huis te kampen’, De Bouwwereld 3 (1904), 249-250.
-, ‘Gotisch woonhuis te Kampen’, Bouwkundig Weekblad 24 (1904), 360.
-, ‘Een en ander over laat-middeleeuwsche bouwkunst, bouwmeesters uit dien tijd en het Gothische huis te Kampen’, Eigen Haard 1905, no. 49, 777-784.
-, ‘Het gothische huis te Kampen’, De Bouwwereld 10 (1911), 387-388. |
|
Rensch, Th.J. van, ‘De afbraak van de Wijker Kruittoren’, ‘Van der Nyersen upwaert’, Maastricht 1981, 313-327. |
|
‘Restaurer les restaurations’, Les Monuments Historiques de la France, 1981, no. 1. |
|
‘Restaureeren’, De Opmerker 31 (1896), 10-13, 99-100. |
|
‘Het restaureren van historische monumenten. Misverstanden, moeilijkheden en mogelijkheden’, Bulletin K.N.O.B., 6e serie, 6 (1953), 169-188. |
|
‘Het restaureren van gebouwen: algemene uitgangspunten’, Restauratie-vademecum 1991. |
|
‘Het restaureren van historische monumenten. Misverstanden, moeilijkheden en mogelijkheden’, Bulletin KNOB 6e serie, 6 (1953), 169-188. |
|
Reys, N., De Walburgskerk te Zutphen, doctoraalscriptie Amsterdam 1984, 32-33. |
|
‘Der Rhein ist mein Schicksal geworden’. Paul Clemen, 1866-1947. Erster Provinzialkonservator der Rheinprovinz, Catalogus Bonn 1991. |
| |
| |
Rieber, C.J.T. Louis, ‘De Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst van 1842 tot 1892’, Bouwkundige Bijdragen 38 (1892), 61.
-, ‘Het Raadhuis te Bolsward’, Bouwkundig Weekblad 13 (1893), 157-158. |
|
Riele, W. te, De St. Lebuïnuskerk te Deventer naar onderzoekingen van W. te Riele Gzn., Tekst van F.A. Hoefer, Haarlem z.j. (na 1902). |
|
Riemsdijk, Th.H.F. van, ‘Het behoud en de waardering van onze monumenten’, De Gids 16 (1878), 454-477. |
|
Roermond tot 1867, catalogus Roermond 1962. |
|
Ros de Korte, G., Het kasteel van Medemblik. Nederlandse Kastelen, deel XXI, 1979. |
|
Rosenberg, H.P.R., De 19de-eeuwse kerkelijke bouwkunst in Nederland, 's-Gravenhage 1972. |
|
Rosenberg, P., Geschiedenis van het rijksbouwen. Jacobus van Lokhorst, 's-Gravenhage (Rijksgebouwendienst) 1987. |
|
Riemens, J., ‘Protestantse commotie rond een Mariabeeld. Als Maria niet wordt geëerd, wordt de St. Walburgskerk niet gerestaureerd’. Oud Zutphen 10 (1991), no. 2, 25-38. |
|
Rose, W.N., ‘Welken weg moet men inslaan om onze middeleeuwsche gebouwen te doen herstellen?’, Bouwkundige Bijdragen 9 (1856), 43-53 (Verslag vergadering der Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst van 23 juni 1854). |
|
Sangers, W., R. Janssen, Thorn het witte stadje, Thorn 1982. |
|
Sassen, D., Asselt. Zijn kerk, zijn museum en het slot Hillenraadt, Maastricht 1928. |
|
Schagen, J., A.C. Bleys (1842-1912). ‘De bouwmeester van Hoorn’, Catalogus Hoorn 1992. |
|
Scheen, A., Beschrijving van het hoofdaltaar en koor in de O.L.V. Munsterkerk te Roermond, Roermond 1851. |
|
Schiferli, J., ‘Een “Nationaal gedenkteeken voor november 1813” (Den Haag, 1863-1869)’, Nederlands Kunsthistorisch Jaarboek 34 (1983), 73-131. |
|
Schiphorst. L., ‘“Een samengevat korps van knappen kunstenaars”. De beginjaren van Cuypers' werkplaatsen’, De Sluitsteen 8 (1992), 79-98. |
|
Schmeits, P., ‘De “Groote” of Parochiekerk te Venray’, Zestiende Limburgsche Katholiekendag, Venray 1914.
-, Kladboek. Uitgegeven door P.A.M. Geurts, MeMoReeks 13, Nijmegen 1984. |
|
Scholte, H.J., M.A. Prins-Schimmel, Historisch onderzoek St. Bavokerk Haarlem, verslagen 1981-1986. |
|
Scholten, F.T., Rombout Verhulst in Groningen. Zeventiende-eeuwse praalgraven in Midwolde en Stedum. Stad en lande. Historische Reeks, Utrecht 1983. |
|
Schulte, A.G., ‘Het stadhuis aan de Burchtstraat’, Het Stadhuis van Nijmegen, Catalogi van het kunstbezit van de gemeente Nijmegen, no. 4, Nijmegen 1982, 17-85. |
|
Siebers, A., ‘Herstel of verval van de kerkelijke bouwkunst? 1900-1953’, Honderd jaar religieuze kunst in Nederland. 1853-1953, Catalogus Utrecht 1953, 23-27. |
|
De Sint-Lucasscholen en de neogotiek 1862-1914, Kadoc-studies 5, Leuven 1988. |
|
Slenders, F.J.P., M.K.J. Smeets, Waar het koepeldragend Munster rijst. Historisch overzicht betreffende de Onze Lieve Vrouwe Munsterkerk, Roermond 1984. |
|
Smeets, P., 100 Jaar St. Petrus Uden 1890-1990, Uden 1990. |
|
St. Sernin de Toulouse. Trésors et métamorphoses. Deux siècles de restauration 1882-1989, Catalogus Toulouse-Paris 1989-1990. |
|
Stades-Vischer, M.E., ‘P.J.H. Cuypers' bemoeienis met de gebrandschilderde ramen van de O.L. Vrouwekerk te Dordrecht’, Bulletin KNOB 89 (1990), no. 6, 8-16. |
|
Stanton, Ph., ‘The Sources of Pugin's Contrasts’, Concerning Architecture (J. Summerson, red.), London 1968, 120-140.
-, Pugin, London 1971. |
|
Statz, V., Mittelalterliche Bauwerke nach Merian (1593-1650), Leipzig 1856. |
|
Steehouwer, K., 's-Hertogenbosch bestaat nog! De herontdekking van een belangrijke middeleeuwse stad, 's-Hertogenbosch 1991. |
|
Steenmeijer, G.P.H., Monumenten zonder Rijkshuisvestingsfunctie. Een studie naar de geschiedenis van hun verwerving, 's-Gravenhage (Rijksgebouwendienst) 1989. |
|
Stenvert, R., ‘Het stadhuiscomplex te Zutphen. Nieuwbouwplannen en restauratievisies’, Bijdragen en Mededelingen Gelre 79 (1988), 72-104. |
|
Sterck, A.B.J., Eerlijkheid in de kunst-Gothiek of Renaissance? door iemand die ze van nabij kent, (aanvankelijk anoniem verschenen), Amsterdam 1889. |
|
Steur, J.A.G. van der, ‘Dr. J. Kalf en de Rijkscommissie voor de Monumentenzorg’, Oudheidkundig Jaarboek, 4e serie, jrg. 8 (1939), 12-14. |
|
Stoks CSSR, M., ‘P.J.H. Cuypers Kunstenaar Gods’, Nieuwe Koerier, Maas- en Roerbode 31 (1921), no. 28 van 10 maart. |
|
Stuers, V. de, ‘Holland op zijn smalst’, De Gids 37, 3e serie, jaargang 11, 1873, 320-403, heruitgave Bussum 1975.
-, ‘Iteretur decoctum’, De Gids XII (1874), 314-353.
-, ‘Unitibus Viribus’, De Gids, XIII (1875), 239-266.
-, ‘Da Capo. Een woord over regeering, kunst en oude monumenten’, 's-Gravenhage 1875, verschenen als overdruk uit Het Vaderland, 1875.
-, ‘Een bouwkunstig spook’, De Gids, 1877, 521-549.
-, ‘Een lichtvaardig oordeel’, Nederlandsche Kunstbode 1 (1879), 139-141, 147-150.
-, ‘De kunst in de Tweede kamer’, Nederlandsche Kunstbode 1 (1879), 321-322.
-, Reactie op J. VerLoren, Nederlandsche Kunstbode 1 (1879), 324.
-, Het Groot Auditorium te Utrecht, Haarlem 1881.
-, Het Rijksmuseum te Amsterdam: platen van P.J.H. Cuypers, Amsterdam 1897.
-, ‘Dr. P.J.H. Cuypers’, Mannen en vrouwen van beteekenis in onze dagen, Bijeengebracht door E.D. Pijzel 28 (1897), 187-228.
-, ‘Dr. P.J.H. Cuypers’, Elseviers Geïllustreerd Maandschrift 19 (1900), 193-205.
-, ‘Hoe een monument gered wordt I. Het huis van Maarten van Rossum’, Eigen Haard 1903, 524-527.
-, ‘I. Gosschalk en de Rijksadviseurs’, Van onzen tijd, I (1907-08), 150-159.
-, ‘Dr. P.J.H. Cuypers’, Architectura 20 (1912), 179-180.
-, ‘Dr. P.J.H. Cuypers’, Katholiek Nederland, deel II, 1913, 127-142. |
|
‘Jhr. Mr. Victor de Stuers’, Architectura 21 (1913), 350-356 (bijdragen o.a. van P.J.H. Cuypers). |
|
Victor de Stuers herdenking. Congres gewijd aan de monumentenzorg in Nederland, België en Luxemburg, gehouden te Maastricht, Maastricht 1950 (met levensbeschrijving en bibliografie). |
|
Victor de Stuers. Referendaris zonder vrees of blaam, Catalogus 's-Gravenhage 1985. |
|
Stuyt, J., ‘Dr. P.J.H. Cuypers’, De Tijd, 15 mei 1917. |
|
Surdèl, S., ‘“Met passer en winkelhout”: over de mythe der middeleeuwse “Baugeometrie”’, Jaarboek Monumentenzorg 1993, Zwolle 1994, 15-36. |
|
Symposion 1978 Utrecht. Over restauratie en functie van middeleeuwse kerken, Utrecht z.j. (1979). |
|
Tadema, R.W. Geschiedenis der stad Zutphen van de vroegste tijden tot heden, Arnhem-Zutphen 1856. |
|
Tentoonstelling der werken van Dr. P.J.H. Cuypers architect der Rijks Museumgebouwen als overzicht van diens kunstenaarsloopbaan gedurende meer dan vijftig jaren, omvattende bouwkundige ontwerpen, eigenhandige schetsen van bouwwerken, meubels, decoratieve schilderwerken, enz. ingericht
|
| |
| |
door het genootschap Architectura et Amicitia in het Stedelijk Museum te Amsterdam, Amsterdam 1907. |
|
Thieme-Becker, Allgemeines Lexicon der bildenden Künstler, Leipzig. |
|
Thijm: Alberdingk Thijm, J.A., ‘De in-stand-houding onzer monumenten. Een brief aan de vierde klasse van het Koninklijk Nederlandsche Instituut van Wetenschappen, Letterkunde en Schoone Kunsten’, De Spektator 8 (1848), 285-298.
-, ‘Hollandsche bouwkunst. Noord-Hollandsche huizen’, De Gids 15 (1851), I, 693-707.
-, ‘Kunst en archaeologie in Nederland’, De Dietsche Warande 1 (1855), 97-133
-, ‘Eene bouwlootse der XIXe eeuw’, De Dietsche warande 1 (1855), 276-279.
-, ‘De abdij van Rolduc’, Dietsche Warande 2 (1856),
-, ‘Het autaar ten oosten. De grondslag der kerkbouwsymbolie’, De Dietsche Warande, 3 (1857), 195-238, 331-482.
-, De Heilige Linie. Proeve over de oostwaardsche richting van kerk en autaar als hoofdbeginsel der kerkelijke bouwkunst, Amsterdam 1858.
-, ‘Nieuwe bouwwerken, voltooijingen en herstellingen in Nederland III. (Kerken II). V. Parochiekerk van Onz'-Lieve-Vrouwe-Vizitatie te Schiedam’, De Dietsche Warande 4 (1858), 51-88.
-, ‘Nieuwe bouwwerken, voltooijingen en herstellingen in Nederland IV. (Kerken III)’, De Dietsche Warande 4 (1858), 355-368.
-, ‘Van “Plaesteraers”: eene studie over het beginsel “schijn-en-waarheid” in de kunst’, Dietsche Warande 5 (1860), 206-210.
-, De muurschilderingen van G. Guffens en J. Swerts besproken ter gelegenheid der ten-toon-stelling hunner kartons in de Koninklijke Akademie van Beeldende Kunsten te Amsterdam. Overgenomen uit het dagblad De Tijd, Amsterdam 1861.
-, ‘De groote zaal op het Binnenhof in 's-Gravenhage’, Algemeene Konst- en Letterbode, 73 (1861), 169-179.
-, De restauratie der groote zaal op het binnenhof in 's-Gravenhage. Openbare brief over dat onderwerp aan de Koninklijke Akademie van Wetenschappen, Amsterdam 1861.
-, De nieuwe katholieke kerk in de Haarlemer Houttuinen, Amsterdam 1863.
-, ‘Levensbeschrijving van den bouwmeester van het Amsterdamse stadhuis’, Volksalmanak voor Nederlandse Katholieken 1863, 179-260.
-, ‘De kerken van den architect Petr. Jos. Hub. Cuypers’, De Dietsche Warande 6 (1864), 104-115, p. 107.
-, ‘Een woord over de instandhouding der ruïne van het Huis te Brederode’, De Nederlandsche Spektator (1866), 329-331.
-, ‘Op een gesprek, gevoerd door Jacob van Campen met zijn neef Nicolaes’, Nederlandsche Magazijn, 11 (1875) II, 149-151.
-, ‘Sint-Cathrina te Eindhoven. Een type van kerkbouw voor onze tijd’, Kunstkronijk 16 (1875), 1-6, 9-15.
-, Openingsrede bij de aanvaarding van het hoogleraarsambt aan de Rijks-Academie van Beeldende kunsten den 4 december 1876, Amsterdam 1876
-, ‘Merkwaardige bouwwerken in Nederland. Het “paleis” op den Dam’, De Opmerker. Orgaan van het Genootschap Architectura et Amicitia, 18 (1883) no. 22, 209-214.
-, ‘Victor Hugo, geb. 26 feb. 1802, + 22 mei 1885’, De Dietsche Warande, Nieuwe reeks, deel V, (1886), 194-205. |
|
Tiemens, W.H., ‘Zypendaal’, Stichting Vrienden der Geldersche Kastelen 1965-1975, Arnhem 1976, 171-188. |
|
Tillema, J.A.C., Schetsen uit de geschiedenis van de Monumentenzorg in Nederland, 's-Gravenhage 1975.
-, Victor de Stuers. Ideeën van een individualist, Assen 1982. |
|
Timmers, J.J.M., De kerkjes van Lemiers en Holset, z. pl., z.j. (1970). |
|
Timmers, J.J.M., De kunst van het Maasland, deel II, Assen 1981. |
|
Tromp, H., B. Zijlstra, Kasteel Amerongen, Nederlandse kastelen, Nieuwe Reeks 14, 1985.
-, ‘Een verkenning in het westen van Utrecht’, Tuin en park. Historische buitenplaatsen in de provincie Utrecht, Utrecht 1992, 11-27. |
|
Tutein Nolthenius, R.P.J., ‘Oud-Zutphen’, Bouwkundig Tijdschrift 17 (1899), 23 vv. |
|
Ulmann, A. von, Bildhauertechnik des Spätmittelalters und der Frührenaissance, Darmstadt 1984. |
|
Ungewitter, G., Lehrbuch der gotischen Konstruktionen, 2 dln, Leipzig 1901 (1e druk 1858). |
|
Het Vaderlandsch Gevoel. Vergeten negentiende-eeuwse schilderijen over onze geschiedenis, Catalogus Amsterdam 1978. |
|
Veenland-Heineman, K.M., A.A.E. Vels-Heijn, Het nieuwe Rijks Museum, ontwerpen en bouwen 1863-1885, catalogus Amsterdam 1985. |
|
Végh, G., P.J.H. Cuypers als magister operum, doctoraalscriptie Leiden 1985. |
|
Ven, B.J. van der, Asselt aan de Maas. Kerk en kasteel, boerenheem en volksleven in een Limburgse heerlijkheid, Eindhoven 1948. |
|
Venner, G., De grafmonumenten van de graven van Gelder, Venlo 1989.
-, ‘Kroniek van de kerk te Susteren’, De Maasgouw 112 (1993), 39-47, 95-103. |
|
VerLoren, J., ‘Wat nu? Een woord naar aanleiding van de opheffing der Commissie van Rijksadviseurs voor de Monumenten van Geschiedenis en Kunst’, De Nederlandsche Spekatator 26 (1879), 206-208, 215-216.
-, ‘Een lichtvaardig oordeel?. Antwoord aan den heer Victor de Stuers’, Nederlandsche Kunstbode 1 (1879), 197, 205-207, 212-213.
-, ‘Nog een woord over restauraties’, Nederlandsche Kunstbode 1 (1879), 322-323. |
|
Vermeulen, F., De Monumenten in de Bommeler- en Tielerwaard. De Nederlandsche Monumenten van geschiedenis en Kunst in de provincie gelderland. Eerste aflevering, 's-Gravenhage 1932.
-, ‘Dr. Jan Kalf en het Rijksbureau voor de Monumentenzorg’, Oudheidkundig Jaarboek, 4e serie, jrg. 8 (1939), 14-20. |
|
Verpoest, L. ‘Architectuur als Kunst, Ambacht en Wetenschap. De opleiding van architecten en ingenieurs in de negentiende eeuw in België’, De beschikbare ruimte. Reflecties over bouwen, Tielt 1990, 112-129.
-, ‘Neogotische architectuur en monumentenzorg in België en Nederland’, J.A. Alberdingk Thijm. Erflater van de negentiende eeuw, Baarn 1992, 175-195. |
|
Verschaffel, T., Beeld en geschiedenis. Het Belgische en Vlaamse verleden in de romantische boekillustraties, Turnhout 1987. |
|
Verschoor, K., K. Bosma, ‘De herbouw van het stadhuis’, K. Bosma (red.), Architectuur en stedebouw in oorlogstijd. De wederopbouw van Middelburg, Rotterdam 1988, 54-96. |
|
Veth, J.P., Kunstbeschouwingen, Amsterdam 1903. |
|
Viollet-le-Duc, E., Dictionnaire raisonné de l'architecture française du XIe au XVIe siècle, 10 dln, Paris 1854-1868.
-, Entretiens sur l'architecture, Paris 1863.
-, Peintures Murales des Chapelles de Notre-Dame de Paris, Paris 1870.
-, Histoire d'une forteresse, Paris 1874.
-, ‘De schilderkunst in het Westersch Europa der middeleeuwen met name in Frankrijk’, De Dietsche warande 9 (1871), 319-335, 10 (1874), 232-272. Vertaling door J.A. Alberdingk Thijm.
-, Histoire d'un hôtel de ville et d'une cathédrale, Paris 1878. |
|
Viollet-le-Duc, Catalogus Paris 1980. |
|
Vogelsang, W., ‘Het restaureeren van oude bouwwerken’, Bulletin N.O.B. (1910), 137-141. |
|
Vogts, H., Vincenz Statz (1819-1898). Lebensbild und Lebenswerk eines Kölner Baumeisters, Mönchengladbach 1960. |
|
Voorden, F.W. van, Schakels in stedebouw, Zutphen 1983. |
|
Vosmaer, C., ‘Levensbericht van J.E.H. Hooft van Iddekinge’, Levensberichten van afgestorvene medeleden van de maatschappij der Nederlandsche Letterkunde. Bijlage tot de Handelingen van 1884, Leiden 1884, 55-63 |
| |
| |
Vries, A. de, ‘Pierrefonds en De Haar. Twee 19de-eeuwse kasteelrestauraties’, Bulletin KNOB 78 (1979), 1-26.
-, ‘Viollet-le-Duc et l'architecture hollandaise du XIXème siècle’, Actes du Colloque International Viollet-le-Duc, Paris 1980, 305-319. |
|
Vries, S. de, ‘Adam-Frans van der Meulen (1632-1690), hofschilder van Lodewijk XIV, in de Republiek: 1672-1673’, Jaarboek Monumentenzorg 1990, Zwolle 1990, 134-148. |
|
Walenkamp, J., ‘Iets over het restaureeren van oud-Hollandse bouwwerken’, Architectura 9 (1901), 315-316. |
|
Wap, J., ‘De christelijke kunst’, De Nederlandsche Kunstspiegel 3 (1848), 37-45. |
|
Watkin, D., Morality and Architecture. The Development of a Theme in Architectural History and Theory from the Gothic Revival to the Modern Movement, Oxford 1977.
-, The Rise of Architectural History, London 1980. |
|
Weissman, A.W., ‘Moderne antiquiteiten’, De Opmerker 21 (1886), 359-361.
-, ‘De bouwkunst der negentiende eeuw’, De Opmerker 32 (1897), 397-399.
-, ‘Restaureeren’, De Opmerker 37 (1902), 118-121.
-, ‘Restaureeren’, De Opmerker 38 (1903), 409-410.
-, ‘Restaureeren’, De Opmerker 39 (1904), 77-78, met nawoord van de redactie.
-, ‘Het restaureeren van oude bouwwerken’, Architectura 18 (1910), 236-239.
-, ‘Het restaureeren van oude kunstwerken. Voordracht gehouden in het “Koninklijk Oudheidkundig Genootschap”’, De Bouwwereld 9 (1910), 157-161, 165-170. |
|
Welters, A., ‘Bijdrage tot de geschiedenis van de parochie Echt’, Publications 59 (1923), overdruk. |
|
Het werk van dr. P.J.H. Cuypers, Amsterdam 1917. |
|
Weve, W.F., Bouwhistorische documentatie en waardebepaling. Maarten van Rossumhuis Zaltbommel, 2 dln, 's-Gravenhage (Rijksgebouwendienst) 1986. |
|
White, J.F., The Cambridge Movement. The Ecclesiologists and the Gothic Revival, Cambridge-London-New York-Melbourne 1962. |
|
Wittkower, R., Architectural Principles in the Age of Hamanism, London 1973 (1e druk 1949). |
|
Wohlleben, M. (Hrsg.), Georg Dehio, Alois Riegl. Konservieren, nicht Restaurieren. Streitschriften zur Denkmalpflege um 1900, Braunschweig, Wiesbaden 1987. |
|
Woud, A. van der, ‘De Cuyperslegende’, Wonen-TABK 1985, no. 16-17, 14-15.
-, ‘Steenen mystiek. De proportiesystemen van P.J.H. Cuypers’, Archis 1988, no. 5, 38-46.
-, Het lege land. De ruimtelijke orde van Nederland 1798-1848, dissertatie Amsterdam 1987.
-, De Bataafse hut. Verschuivingen in het beeld van de geschiedenis (1750-1850), Amsterdam 1990. |
|
Wouw, M. van de, ‘Drie restauraties van de Sint Maarten te Zaltbommel’, Bulletin KNOB, 87 (1988), 185-199. |
|
Yates, F.A., The Art of Memory, London 1966. |
|
Zink, J., Ludwig I und der Dom zu Speyer, München 1986. |
|
|