Alle de brieven. Deel 10: 1694-1695
(1979)–Anthoni van Leeuwenhoek– Auteursrechtelijk beschermdGepubliceerd in:
| |||||||
Korte inhoud:Over de appelbloesemkever, diens larven en hun schadelijkheid; over hun gedaanteverwisseling. Over de voortplanting van de zwarte vliegen uit de bloesem van appelbomen. | |||||||
Opmerkingen:De hier afgedrukte tekst is gebaseerd op [A]. L. vervolgt zijn waarnemingen over de appelbloesemkever in Brief 144 [89] van 18 mei 1695. | |||||||
Letter No. 142 [87]
| |||||||
Published in:
| |||||||
Summary:On the apple-blossom weevil, its larvae, and their injuriousness; on their metamorphosis. On the reproduction of the black flies from the blossom of apple trees. | |||||||
Remarks:The text as printed here is based on [A]. L. continues his obervations on the apple-blossom weevil in Letter 144 [89] of 18 May 1695. | |||||||
Delft in Holland den 22. April 1695.
Hoog Edele Geboore HeereGa naar voetnoot1).
IK blyve als nog dankbaar voor de toe gezondene groote en ongemene Rusp, die ik wel gaareGa naar voetnoot2) gezien hadde, dat tot verandering was gekomenGa naar voetnoot3). Ik neme de vrymoedigheyt zyne Hoog Edele Geboore Heere toe te zenden myne aantekeninge die ik gehouden hebbe in het naspeuren van het schadelijke Dierke inde Bloessem vande Boomen. Na dat ik veel maal hadde hooren klagen over de zwarte VliegenGa naar voetnoot4), namentlijk dat die de Bloessemen vande Boomen zeer veel schade toe bragten, heb ik my inden voorleden jare begeven in myn ThuynGa naar voetnoot5), ende de Bloessemen, ende wel die vande Appel-boomen door zogt, en gezien, dat de bladeren van zeer veel Bloessemen niet volkomen open stonden nog wit, nog ook Appel-bloessemGa naar voetnoota) rootGa naar voetnoot6) waren, maar dat dezelve als toe getrokken bleven, en roestagtig root wierden. Wanneer ik nu deze roest root agtige Bloessem bladeren quam te openenGa naar margenoot+ vond ik meest door gaansGa naar voetnoot7) inde bladeren als beslooten leggen, een geluwagtig WormkeGa naar voetnoot8), en ook wel een Popke, welke Popkens alle uyt de Wormkens, stelde ik vastGa naar voetnoot9), by veranderingGa naar voetnoot10) waren voort gekoomen. Alzoo ik in die tyd veele zwarte Vliegen op de Bloessemen en bladeren vande Boomen zag zitten, besloot ik mede na het gemene gevoelenGa naar voetnoot11), dat de zwarte Vliegen op yder Bloessem een Ey hadden geleyt, uyt welke Eyeren wormen, en by verandering uyt die Wormen Popkens, en vervolgens weder zwarte Vliegen waren voort gekomen. Vorders beelde ik myn zelven inGa naar voetnoot12), dat by aldien deze WormkensGa naar voetnoot13) in een Bloessem niet en wierden geplaast, eer de Bloessem open was, dat weynige van deze Wormkens te regt zouden komen, om dat het Wormke zig niet omspint gelijk meest alle Ruspen doen, want zoo het anders waar, zoo zoude het Wormke, vanGa naar voetnoot14) het kleyn gevogelte tot spys gebruykt werden, als mede zoude het vande Mier op gegeten werden; want daar de Mier in, of tusschen | |||||||
Delft in Holland, the 22nd of April 1695.
Very Honourable SirGa naar voetnoot1),
I express as yet my gratitude for the large and unfamiliar Caterpillar sent to me, which I should have liked to see metamorphosed. I take the liberty to send Your Honour my notes which I kept during my investigations of the harmful little Animal in the Blossom of the Trees. After I had often heard people complain about the black FliesGa naar voetnoot2), viz. that they did very great damage to the Blossoms of the Trees, last year I went into my GardenGa naar voetnoot3) and examined the Blossoms, and especially those of the Apple trees, and I saw that the petals of a great many Blossoms were not fully open, and were neither white nor Apple-blossom red, but that they remained as it were crumpled up and became a rusty red. Now when I opened these rusty reddish Blossom petals, I nearly alwaysGa naar margenoot+ found enclosed in the petals a little yellowish Worm, and sometimes also a little Pupa, all of which Pupae I was sure had sprung from the Worms through metamorphosis. Since at that time I saw many black Flies sitting on the Blossoms and leaves of the Trees, I concluded, also in accordance with the general view, that the black Flies had laid an Egg on each of the Blossoms, from which Eggs there had sprung worms, and through metamorphosis from those Worms, Pupae, and subsequently black Flies again. Furthermore I thought that if these WormsGa naar voetnoot4) had not been placed in a Blossom before the Blossom was open, few of these Worms would develop, because the Worm does not form a cocoon, as most Caterpillars do. For if it were otherwise, the Worm would be used as food by the small birds and it would be eaten by the Ant; for where the Ant had pierced into or between the | |||||||
de verdorde bladeren was ingeboort, daar zag ik dat het Wormken of Popke van de Mier die ik 'er by vond, voor een gedeelte was opgegeten. Het Wormke nu inde Bloessem leggende, doorknaagt de vaaten vande Bloessem-bladeren zoodanig, datze niet alleen verdorren, maar ook toe geslooten blyven, en dus het Wormke als beschermt inde bladeren groot werd, en in een vliegend Schepsel verandert.Ga naar voetnoot15) In deze myne waarneminge quamen my aanmerkenswaardige zaaken te vooren, het eerste was, datGa naar voetnoot16) hoe veel Bloessemen ik door zogt, noyt meer dan een Wormke of een Popke in een Bloessem hebbe ontdekt, ende daar benevens ook dat het van zoo weynig voetzel wierd groot gemaakt, als mede dat het in weynige dagen tot desselfs volmaaktheyt zoo verre was toegenomen,Ga naar voetnoot17) dat het in een Popke was verandert. Ik plukte verscheyde Bloessemen vande Boomen, om dat ik my verzekerdeGa naar voetnoot18) dat al waar een wormke of Popke in was, onmogelijk de Bloessem tot een vrugt kon werdenGa naar voetnoot19). Deze Popkens door het vergroot-glas beschouwende, zag ik dat het Popke en het geene daar mogt uyt komen, gans met het maakzel van een zwarte Vlieg niet zoude over een komen, en om myn zelven daar van te verzekeren, stelde ik een glaasje toeGa naar voetnoot20) daar in ik vier Popkens op sloot, en die in myn zak dragende, zag ik na verloop van vyf dagen, dat een Popke daarGa naar voetnoot21) het geluwagtigGa naar voetnoot8) hadde geweest, ros of zwartagtig wierd, en kort daar aan verwisselde het zyn huytge en het liep door het glas. En op den agtsten dag, waren de andere drie Popkens mede van haar huyt verwisselt, dog de eene was wat zwartagtiger als de andere, al na datze wat langer van een Popke tot een vliegent Schepsel waaren verandert geweestGa naar voetnoot22). Hier zag ik nu, dat ik nevens veel Menschen, in myn meninge bedrogen was, namentlijk, dat de bederventheytGa naar voetnoot23), of beter gezeyt de wormen, die inde Bloessem vande Boomen zitten, niet vande zwarte Vliegen voortkomen, want de Schepsels inde Bloessems en hadden gans geen overeenkoming met het lighaam vande zwarte Vliegen, als hier vooren gezeyt is, eens deels om dat die op verre na zoo groot niet en waren als de zwarte Vliegen zynGa naar voetnoot24), ten anderen, was het Dierke dat inde Bloessem als het van een wormke tot een vliegent Schepsel gekome was, verzien met twee Schildekens, waar mede het zynGa naar margenoot+ wiekjens, in de lengte toegevout zynde, bedekt, op die manier als de Torren en kevers doen. En daar benevens hadde het voor aant hooft een lange snuyt, | |||||||
withered petals, I saw that the Worm or Pupa had been partly eaten by the Ant which I found near it. Now the Worm, lying in the Blossom, gnaws through the vessels of the Blossom petals in such a way that they not only wither, but also remain closed, and thus the Worm, being as it were protected inside the petals, grows and is metamorphosed into a flying CreatureGa naar voetnoot5). During these observations of mine I perceived noteworthy matters. The first was that however many Blossoms I examined, I never discovered more than one Worm or Pupa in a Blossom, and moreover that it grew from so little nourishment and also that in a few days it had become fully grown to such an extent that it had been metamorphosed into a Pupa. I picked several Blossoms from the Trees, because I felt sure that wherever there was a Worm or Pupa inside, the Blossom could not possibly develop into a fruitGa naar voetnoot6). When I examined these Pupae through the magnifying glass, I saw that the Pupa and that which was to spring from it would not have at all the same shape as a black Fly; and in order to ascertain this, I prepared a small glass tube, in which I enclosed four Pupae and, carrying them in my pocket, I saw after five days that a Pupa became ruddy or blackish whereas it had been yellowish, and shortly afterwards it shed its skin and moved about through the glass tube. And on the eighth day the other three Pupae had also shed their skin, but one was somewhat more blackish than the other, according as they had been metamorphosed for a somewhat longer time from a Pupa into a flying CreatureGa naar voetnoot7). Here I now saw that, like many people, I had been mistaken in my opinion, viz. that the decay, or rather the worms, present in the Blossom of the Trees, do not spring from the black Flies; for the Creatures in the Blossoms had no resemblance at all to the bodies of the black Flies, as said above, on the one hand because they were not by a long chalk as large as the black Flies areGa naar voetnoot8), on the other hand because the little Animal in the Blossom, when it had beenGa naar margenoot+ transformed from a worm into a flying Creature, was furnished with two little Wing-covers, with which it covers its little wings, which are folded together lengthwise, in the same way in which the Beetles do this. And moreover on the | |||||||
die my toe scheen, alleen gemaakt te zyn, om een gaatge inde knopjens, eer dezelvige zoo verre zyn gekomen dat wy die Bloessems noemen te maken, en in zoodanig gemaakt gaatge een Eytge te leggen, om alzoo het Eytge, ofte wel het wormke dat uyt het Eytge zoude voortkomen voor des zelfs vianden, en wel voornamentlijk voor de Mier ende het gevogelte, te beschermenGa naar voetnoot25) Deze snuyt was ter halver wegen verzien met twee hoorntgensGa naar voetnoot26). Vorders hadde ik nog in een doosje leggen verscheyde Tonnekens of Popkens, die ik nevens de eerst verhaalde uyt de Bloessems hadde genomen, die ik ook in twee glaasjens opsloot, en op myn ComptoirGa naar voetnoot27) stelde, die ik verscheyde malen beschout hebbende, geen verandering aan dezelvige konde bespeuren, als dat de oogen vande Popkens zwartagtig wierden. En alzoo het nu den een-en-twintigsten Mey was, ging ik weder in myn thuyn, en ik bezogt een Appel-boom daar nog veel bloessems aan waren, dog ik en konde geen Schepsels die uyt de verhaalde wormkens moesten voort komen, nog aan de Boom nog inde Bloessems ontdekken, en wanneer ik eenige Bloessems die nog toeGa naar voetnoot28), en niet geheel verdort waren, opende, zag ik in veele een wormke, en in andere Bloessems die verdort waren een Popke. Dog ik en heb aan alle de Boomen nog geen verdorde Bloessems aan getroffen, daar in het Popke in een vliegent Schepsel was verandert gelijk in myn zak was geschiet; waar uyt ik een besluyt maakteGa naar voetnoot29) dat zoo ras een Popke in een vliegent Schepsel was verandert, het zig selven uyt de Bloessem begaf. Wanneer ik de verhaalde wormkens uyt de Bloessems hadde genomen, trokken dezelve hare lighamen wel in bogten, maar schenen onmagtig te zyn, om voort te konnen loopen, want als ik dezelve op het papier leyde, zoo konden zy gans niet voort loopen, maar wentelden zig wel rondomme, uyt oorzaak dat deze Dierkens niet verzien waren met pooten, zoo dat een enkel wormke maar in een Bloessem moest geplaatst wezen, en ook konde dezelve niet meer dan een Bloessem schenden. Het geene my in deze ontdekkinge alderaanmerkelijkste voorquam, dat was, dat alle de spys om zoo te spreken, die het wormke quam te gebruyken, tot groot makinge van zyn lighaam (voor zoo veel my bleek) over ging. Want als ik te meer malen de Bloessem waar in een Popke lag, doorzogt, zoo konde ik geen drek of afgang, in de Bloessem ontdekken, maar wel het af gestroopte huytge van het wormke wanneer het in een Popke veranderde. In deze myne waarnemingen nam ik ook in agtinge hoe de voorzigtigeGa naar voetnoot30) Natuur dit Dierke niet alleen geschapen hadde, om uyt zoo weynig voetzel in korten tyd zyn grootmakinge te ontfangen, maar ook dat dezelvige, stel ik vastGa naar voetnoot9), in de Bloessem van de Boomen moest geplaast werden, zoude haar geslagt | |||||||
front of its head it had a long snout, which seemed to me to be created solely to make a hole in the little buds before they have reached the stage where we call them Blossoms, and to lay a little Egg in the hole that had been made, in order thus to protect the Egg, or the worm that should come from the Egg, from its enemies, chiefly from the Ant and the birdsGa naar voetnoot9). This snout was furnished halfway through with two little antennae. Furthermore I also had several Cocoons or Pupae lying in a little box, which Pupae I had taken out of the Blossom along with the firstmentioned ones and which I also enclosed in two little glass tubes and placed in my StudyGa naar voetnoot10). After I had examined them several times, I could not detect any change in them except that the eyes of the Pupae became blackish. And as it was now the twenty-first of May, I again went into my garden and approached an Apple-tree on which there were still many blossoms, but I could not detect any Creatures that must spring from the said worms either on the Tree or in the Blossoms. And when I opened some Blossoms which were still closed and not entirely withered, I saw in many of them a worm, and in other Blossoms, which were withered, a Pupa. But on all the Trees I did not find any withered Blossoms in which the Pupa had been metamorphosed into a flying Creature, as had happened in my pocket. From this I concluded that as soon as a Pupa had been metamorphosed into a flying Creature, it left the Blossom. When I had taken the said worms out of the Blossoms, they indeed coiled their bodies, but they seemed unable to move forward, for when I laid them on the paper, they could not move forward at all, but they did spin round, the cause being that these little Animals were not furnished with legs, so that only a single worm must be placed in one Blossom, nor could it damage more than one Blossom. What appeared highly remarkable to me in this discovery was that all the food, so to speak, which the worm used went (as far as I could tell) into the growth of its body. For when several times I searched the Blossom in which there lay a Pupa, I could not discover any faeces or excrements in the Blossom, but I did find the stripped-off skin of the worm when it was metamorphosed into a Pupa. In these observations of mine I also considered how provident Nature had created this little Animal not only in such a way that it received its growth from so little food in a short time, but also that, as I am firmly convinced, it had to be placed in the Blossom of the Trees if its species was to be preserved - for if | |||||||
behouden blyven. Want zoo zulks waarGa naar voetnoot31), zoo zoude de zelvige vande Mier, en gevogelte (als hier vooren gezeyt) op gegeten werden, en daar benevens ookGa naar voetnoot32) dat zy niet geschapen zyn om haar kost te gaan zoeken. De vier Popkens hier vooren verhaaltGa naar voetnoota), die ik in een glaasje zoo danig hadde op gesloote, datGa naar voetnoot33) nog een weynig lugt hadde, vernam ik door gaansGa naar voetnoot34) dat geen de minste vogt van haar uyt wasemde; Dog zoo ras en waren die niet verandert, te weten van Popkens tot lopende of vliegende Schepsels, of daar wasemde zoo een menigte vogt uyt hare lighamen aan het glas, waar door dezelvige veel maal het voortloopen benomen wierde, want als zy op haar rugge quamen te leggen, en konden zy van de aanklevende vogt niet weder te regt komenGa naar voetnoot35), zoo dat ik gehouden was dezelve in een grooter ruymte te verplaatsen. Hier zien wy hoe oververwonderenswaardig vast, en digt, het huytge van het Popke gemaakt is, dat het in desselfs verandering leggendeGa naar voetnoot36) gants geen vogt laat uytwasemen op dat het Schepsel door het verminderen vande vogt geen ongemak zoude lyden. Dit zoo zynde, moeten wy om de voorzigtige Natuurs uyt werkingeGa naar voetnoot37), al weder verbaast staan. Hier hebt gy Hoog Edele geboore Heer myne ontdekkinge, hoe het schadelijke Dierke inde Bloessemen vande Boomen komt, en groot werd, na welke oorzaak my over eenige jarenGa naar voetnoot38) van zeker Geleert Heer gevraagt wierde, met by voegingeGa naar voetnoot39) wilt gy alles door voortteelinge vast stellenGa naar voetnoot40), zegt ons hoe de Dierkens, of wormkens inde Bloessems vande boomen komen. Vindende myn zelven als hier vooren gezeyt, in myn inbeeldingeGa naar voetnoot41) ontrent de schadelijkheyt van de zwarte Vlieg bedrogen, namentlijk dat na het gemeen zeggen, dezelvige de wormen in de Bloessems van de boomen bragten, als hier vooren verhaalt, nam ik egter voorGa naar voetnoot42), zoo het my doenlijk was, de voortteelinge van de zwarte Vlieg te vervolgen, te meer om dat het by my vast stond, dat de zwarte Vlieg uyt een Rusp voortquam. Ga naar margenoot+Ik nam dan eenige zwarte Vliegen die ik opende; en most zeggen, dat na myn rouwe oprekeningeGa naar voetnoot43) die ik quam te maken, die van de wyfjens yder wel drie hondert Eyeren in 't lyf haddenGa naar voetnoot44). Ik ging eens op een morgen vroeg in den tuyn, om zwarte Vliegen te | |||||||
this were otherwise, it would be eaten by the Ant and the birds (as said above) - and further that they have not been created to seek their own food. I always saw that not the slightest moisture evaporated from the four aforesaid Pupae, which I had enclosed in a small glass tube in such a way that they still had some air. However, no sooner had they been metamorphosed, to wit from Pupae into moving or flying Creatures, but such a large amount of moisture evaporated from their bodies on to the glass that they were frequently prevented from moving on, for when they came to lie on their backs, they could not get up again because of the moisture sticking to them, so that I was obliged to transfer them to a larger space. Here we see how more than amazingly firm and dense the skin of the Pupa is made that during its metamorphosis it does not allow any moisture to evaporate, in order that the Creature may not suffer any inconvenience from a diminution of the moisture. This being so, we cannot but be amazed again at the accomplishment of provident Nature. Here, Your Honour, you have my disvoveries as to how the harmful little Animal gets into the Blossoms of the Trees and grows, about the cause of which I was asked some years agoGa naar voetnoot11) by a certain Learned Gentleman, who added: if you wish to explain everything by generation, tell us how the little Animals or worms get into the Blossoms of the trees. Finding, as said above, that I had been mistaken in my ideas about the harmfulness of the black Fly, viz. that according to the general saying they brought the worms into the Blossoms of the trees, as related above, I resolved all the same to study, if possible, the generation of the black Fly, in particular because I was firmly convinced that the black Fly sprang from a Caterpillar. Ga naar margenoot+I therefore took a few black Flies, which I dissected; and I was bound to say that, according to the rough calculation which I made, each of the females had at least three hundred Eggs in its bodyGa naar voetnoot12). Early one morning I went into the garden to catch black Flies and enclose | |||||||
vangen, en op te sluyten, op dat my dezelvige Eyeren zoude leggen, om te zien, wat soort van wormen, anders Ruspen gezeyt, uyt die Eyeren zouden voortkomen. In dit doen zag ik de Vliegen zoo stil op de bladeren van de Boomen, en ook wel op de Bloessems zitten, als of dezelvige doot waren, ja zoodanig, dat met een weynig beweginge van een tak van een Boom, de Vliegen op de aarde neder vielen, daarGa naar voetnoot21) in tegendeel alle Vliegen in warm weder zeer vlug zyn. Dit ziende, quam my te binnen, dat met een Noorde-wint, de Vliegen in plaats van in de lugt te zwermen; op de Boomen komen zitten, waar door dan de Vliegen, ons meerder te vooren komenGa naar voetnoot45), als in warm weder. Wanneer nu in kout en daar by mistig weder deze, Vliegen in groot getal niet boven maar beneden op de Boomen komen te zitten is het gemene besluytGa naar voetnoot46), dat zoodanige Vliegen met de Noorde-wint over komen, of ook wel datse zelfs uyt de mist geteelt werden. Maar wat zullen wy anders zeggen, als dat zoodanige Menschen, niet verder zien, als haar neus lang is. De verhaalde zwarte Vliegen in twee distincteGa naar voetnoot47) glasen opgeslooten hebbende, en wel voornamentlijk die geene die ik oordeelde dat met Eyeren bezet waren, leyden my eenGa naar voetnoot48) groote quantiteit Eyeren, die ongemeen lang ware na der zelver dikte, waar uyt ik besloot, dat uyt der zelver Eyeren langagtige dunne Ruspen zouden voortkomenGa naar voetnoot49). Dog alzoo de Vliegen kort na het leggen vande Eyeren quamen te sterven, en uyt alle die Eyeren niet een Rusp voort quam, nam ik in gedagten, of de Vliegen uyt gebrek van voetzel waren gestorven, en dat ook de Eyeren ontydig waren geleyt, om dat ik te meer malen gezien hadde, dat Vliegen en Motten wanneer ik haar zoo hard handeldeGa naar voetnoot50) datter de doot op volgen moest, in dat doen haar van de Eyeren ontlasten. Dit is Hoog Edele Gebooren Heere het geene ik ontrent het schadelijke wormke dat in de Bloessem van de Boomen gevonden werd, hebbe aangetekent. Ende alhoewel myn voornemen is geweest, ontrent de voortteelinge van het ongedierteGa naar voetnoot51) niet meer te zeggen, om dat ik oordeelde genoeg bewesen te hebben, dat alles door voortteelinge geschiet, zoo is my naderhand van buytens lants voor gekomen, dat men de voortteelinge behoorde te vervolgenGa naar voetnoot52), als zynde een zaak daar veel geleerde na haken. En zal onder des blyven. enz.Ga naar voetnoot53) | |||||||
them, in order that they might lay Eggs, so that I might see what kind of worms, or Caterpillars, should come from those Eggs. While I did so, I saw the Flies sitting so motionless on the leaves of the Trees, and sometimes also on the Blossoms, as if they were dead, nay, so much so that with a slight movement of a branch of a Tree the Flies dropped down on the ground, whereas in warm weather all Flies are very agile. When I saw this, I recalled that in a North wind the Flies, instead of swarming in the air, sit down on the Trees, in consequence of which we see more Flies than in warm weather. Now when in cold and moreover misty weather these Flies sit down in large numbers not in the tops of the Trees, but lower down, it is generally concluded that these Flies come here with the North wind, or also that they are even generated from the mist. But what else shall we say but that such People cannot see beyond the end of their nose? When I had enclosed the said black Flies in two separate glass tubes, particularly those which I thought were filled with Eggs, they laid a large number of Eggs, which were unusually long in proportion to their thickness, from which I concluded that from their Eggs there would come longish, thin CaterpillarsGa naar voetnoot13). But as the Flies died shortly after laying the Eggs and not one Caterpillar came from all those Eggs, I considered whether the Flies had died for lack of food and whether the Eggs had also been laid prematurely, because I had seen several times that Flies and Moths, when I touched them so roughly that death was bound to ensue, discharged the Eggs as they died. This, Your Honour, is what I have noted about the harmful little worm that is found in the Blossom of the Trees. And although I had resolved to say no more about the generation of these insects, because I thought I had demonstrated sufficiently that all this is done through generation, I afterwards learned from abroad that the investigation of generation should be continued, because it is a matter which many scholars are anxious to know. Meanwhile I remain, etcGa naar voetnoot14). |
|