Dye hystorien ende fabulen van Esopus
(2013)–Gheraert Leeu– Auteursrechtelijk beschermdEsopus, de fabelvertellerEen naam die steeds weer naar voren komt als het over fabels gaat, is die van Esopus. Eeuwenlang dacht men dat hij de oorspronkelijke auteur was, maar wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat dit allerminst zeker is, ondanks vermeldingen in geschriften die reppen van zijn leven en hem bij zijn naam noemen. Wel is bekend dat het werk dat zijn naam droeg, grote bekendheid genoot en in verschillende versies is verspreid. Ga naar voetnoot22 Mann merkt in dit verband op dat geen van Esopische fabels oud genoeg is om geschreven te zijn door Esopus, die leefde, als hij al bestaan heeft, in de zesde eeuw voor Christus. Ga naar voetnoot23 Zijn naam duikt op in de vijfde eeuw voor Christus. De geschiedschrijver Herodotus noemt hem in zijn Historiën (II, 134). In dit boek wordt beschreven hoe het boetegeld na de gewelddadige dood van Esopus uiteindelijk opgeëist werd door de kleinzoon van Iadmon. Hierin zag Herodotus het bewijs dat Esopus in dienst was geweest bij Iadmon. De fabeldichter Esopus was samen met Rhodopis, een courtisane afkomstig uit Thracië, in dienst bij Iadmon op het eiland Samos. Herodotus vermeldt niet de aanleiding van de veroordeling van Esopus. Blijkbaar ging hij ervan uit dat het verhaal algemeen bekend was bij het publiek. Esopus moest als afgezant van de Lydische koning Croesus naar Delphi afreizen om het orakel te raadplegen. Hij kreeg daar ruzie met de tempelpriesters. Hij had hen laten weten dat ze via de offers alleen maar van de inkomsten van anderen leefden en te lui waren om zelf te werken. Hierop werd Esopus door de tempelpriesters valselijk beschuldigd van roof van een schaal uit de tempel van Apollo. Hij werd opgepakt en van de rotsen geworpen.Ga naar voetnoot24 Deze gebeurtenis is in overeenstemming met het slot van de Vita Aesopi. Ook Aristophanes (ca. 446-ca. 386 v. Chr.) maakt in zijn komedies melding van Esopus en zijn fabels. In De wespen (v. 1445-1448) vermeldt hij dat Esopus door de Delphiërs werd beschuldigd van het stelen van een schaal van de god Apollo. Er wordt in de verzen verwezen naar de fabel van de haas, de kever en de adelaar.Ga naar voetnoot25 Deze allusie komt eveneens voor in De vrede (v. 127-130) en in Lysistrata (v. 694-695).Ga naar voetnoot26 De fabel is ook opgenomen in de drukken van Steinhöwel, Macho en Leeu, met dien verstande dat in de druk van Macho de kever een veldmuis is en bij Leeu een uiltje.Ga naar voetnoot27 Esopus wordt ook genoemd in De vogels (v. 471-475). De Athener Pisthetaerus vertelt dat de vogels het oudst zijn, zelfs ouder dan de goden. Als de koorleider zegt dat hij dat niet wist, antwoordt Pisthetaerus: ‘Dat komt omdat je onwetend en niet nieuwsgierig bent en Esopus niet stukgelezen hebt.’Ga naar voetnoot28 Deze fabel is in het corpus van esopische fabels niet overgeleverd. Ook Aristoteles was bekend met het leven en de fabels van Esopus. Niet alleen in de Retorica komen wij de naam Esopus tegen, maar ook in een aantal van zijn andere werken.Ga naar voetnoot29 Valentin Rose (1829-1916) neemt in zijn Aristotelis qui ferebantur librorum fragmenta een fragment op waarin verwezen wordt naar Aristoteles en Esopus. Het betreft hier een scholion op vers 471 in De vogels vanAristophanes.’En Aristoteles zegt in de Staatsinrichting van de Samiërs dat hij beroemd was door het vertellen van fabels.’Ga naar voetnoot30 Het is een ontlening van Aristoteles uit de Horoi Samion (circa 510 v. Chr.) van de Samische kroniekschrijver Eugeon. De Horoi Samion is verloren gegaan.Ga naar voetnoot31 Meer informatie over Esopus is in hetzelfde scholion terug te vinden. ‘Esopus was een Thraciër en hij werd vrijgelaten door Iadmon de stomme. Hij was eerst de slaaf van Xanthus.’Ga naar voetnoot32 De Amerikaanse classicus en filoloog Ben Edwin Perry (1892-1968) merkt op dat de namen Iadmon en Xanthus ergens in de lange traditie van het levensverhaal van Esopus verwisseld zijn. In het levensverhaal van Esopus is het namelijk Xanthus die Esopus in vrijheid stelt en niet Iadmon. etiologisch Ga naar voetnoot33 Het ontstaan van het levensverhaal van Esopus is in nevelen gehuld. Perry neemt aan dat het tussen 100 voor en 200 na Christus op schrift is gesteld. Hij sluit echter niet uit dat het reeds in de vijfde eeuw voor Christus is opgeschreven en verwijst bij deze speculatie naar De wespen van Aristophanes.Ga naar voetnoot34 Zeker is dat een verder onbekende schrijver in de eerste eeuw na Christus het levensverhaal van Esopus op schrift heeft gesteld: de Vita Aesopi. Van deze tekst zijn twee Griekse handschriften overgeleverd. Aan het begin van de veertiende eeuw vond de Byzantijnse monnik Maximus Planudes in Constantinopel een Griekse vita van Esopus en bracht deze naar Italië. Rinuccio da Castiglione (ook wel Rinuccio d'Arezzo en Rimicius genoemd) vertaalde deze vita in het Latijn en voegde daar 100 fabels, toegeschreven aan Esopus, uit de Romulus aan toe (zie hierna). Dit werk werd in 1474 voor het eerst gedrukt in Milaan door Antonius Zarotus.Ga naar voetnoot35 |
|