Dye hystorien ende fabulen van Esopus
(2013)–Gheraert Leeu– Auteursrechtelijk beschermdFabels: zeer oude verhaaltjes met een moraalHet is niet duidelijk waar de fabels vandaan komen. Mogelijk zijn ze in een grijs verleden ontstaan in India en vanaf circa 1500 voor Christus uit Mesopotamië via de omringende landen over heel Europa verspreid.Ga naar voetnoot19 Bij de Grieken waren fabels al vroeg populair. Ze werden gebruikt in redevoeringen, gedichten en tragedies. Hesiodus (achtste eeuw v. Chr.), Archilochus (circa 680 - circa 645 v. Chr.), Aeschylus (circa 525-456 v. Chr.) en Sophocles (496-406 v. Chr.) verwerkten deze fabels in dichtvorm, Herodotus (circa 485 - circa 425 v. Chr.), Plato (circa 427-347 v. Chr.) en Aristoteles (384-322 v. Chr.) in proza.Ga naar voetnoot20 Aristoteles zegt in zijn Retorica hoofdstuk 20 dat fabels heel geschikt zijn voor toespraken in de rechtbank. Soms is het lastig om een ware gebeurtenis te vinden die op de zaak lijkt die behandeld wordt. Het is dan gemakkelijker om met een fabel te komen. Hoe een fabel in een betoog gebruikt kan worden, toont Aristoteles aan in hetzelfde hoofdstuk.
Aesopus verdedigde op Samos een volksmenner tegen wie de doodstraf was geëist. Hij vertelde: ‘Eens stak een vos een rivier over. Maar hij dreef af en kwam in een rotskloof terecht, waar hij niet meer uit raakte. Lange tijd was hij in nood, terwijl heel veel luizen zich op zijn huid vastzogen. Een egel die daar dwaalde zag hem en kreeg medelijden. Hij vroeg: "Zal ik de luizen bij je weghalen?" Maar de vos zei: "Nee." De egel vroeg: "Waarom?" De vos zei: "Ze zitten al vol met mij en zuigen niet veel bloed meer. Haal je ze weg dan komen er nieuwe die nog trek hebben, en die drinken dan al het bloed op dat ik nog heb." ‘En zo, heren Samiërs’, sprak Aesopus, ‘is het ook met u: deze man zal u geen kwaad doen, want hij is al binnen. Brengt u hem ter dood, dan komen er nieuwe armoedzaaiers hun zakken vullen uit uw staatskas.’Ga naar voetnoot21
De roem en verspreiding van de Griekse fabels in Europa zijn, zoals we hierna zullen zien, vooral te danken aan de vele handgeschreven en gedrukte Latijnse en volkstalige vertalingen en bewerkingen. |
|