Dye hystorien ende fabulen van Esopus
(2013)–Gheraert Leeu– Auteursrechtelijk beschermdGheraert Leeu, drukker van fabelsGa naar voetnoot4Er is niet veel bekend over het leven van de drukker en uitgever Gheraert Leeu. Wat wij weten, is voornamelijk bekend uit de colofons in zijn boeken. Gheraert Leeu werd geboren tussen 1445 en 1450. Hij is waarschijnlijk de zoon van een molenaar, Geryd Claisz. Gouda was in Nederland een van de eerste steden waar boeken werden gedrukt. Er zijn vijf Goudse drukken uit 1477 zonder naam bekend. In drie drukken komen de initialen G.L. voor, maar dit kan ook God lof betekenen. In 1478 wordt Gheraert Leeu voor het eerst genoemd en vanaf dat jaar komt zijn drukkersmerk in zijn boeken voor. Eind 1482 wordt de productie onderbroken, waarschijnlijk voor een reis naar Zuid-Europa. Op 8 september 1484 verhuurt hij zijn pand aan zijn broer Claes Gerytsz en in 1485 vestigt hij zich in Antwerpen. Leeu bracht aanvankelijk alleen teksten in de volkstaal uit. Het ontbrak hem aan een letterkast met Latijnse abbreviaturen. De eerste Latijnse druk komt van zijn pers in 1479, gedrukt met een speciaal voor deze opdracht gemaakte Latijnse letterkast. Opvallend is de toename van de Latijnse werken, die al in Gouda begon, maar die in Antwerpen pas echt tot bloei kwam. Uiteindelijk bracht Leeu 228 drukken uit waarvan een kleine 60% in het Latijn. Leeu had contacten met humanisten. Zo ontmoette hij in Gouda Erasmus. Deze noemde Leeu een impressoriae artis opifex, vir sane lepidus (een kundig ambachtsman van de boekdrukkunst en een zeer beminnelijke man). Het fonds van Leeu was sterk gericht op een religieuze markt. Maar naast de getijden- en gebedenboeken en heiligenlevens, legde hij ook de statuten van het bisdom Utrecht, het boek over gewoonterecht van Eike von Repgow (Saksenspiegel)en politieke pamfletten op zijn persen. Ook almanakken, een traktaat tegen de pest, prognosticaties, reisbeschrijvingen, een kroniek Die cronike of die hystorie van hollant van zeelant ende van den sticht utrecht, later bekend als het Goudse Cronyckje, en werken waarin dieren een belangrijke rol spelen behoorde tot zijn, naar laatmiddeleeuwse maatstaven, indrukwekkend fonds. In dertien van de 228 boeken spelen dieren een hoofdrol. Het betreft Die hystorie van Reynaert die vos, (Prozadruk Gouda 1479), Reinaert de vos (Antwerpen 1487-1490), de Dialogus creaturarum (vijf Latijnse, twee Nederlandse edities en een Franse uitgave) en Dye hystorien ende fabulen van Esopus. Van deze laatste verscheen later bij Leeu nog een Latijnse vertaling en een andere Latijnse fabelcollectie, Aesopus moralisatus cum bono commento.Ga naar voetnoot5 Zijn leven eindigde op dramatische wijze. In december 1492 heeft hij een arbeidsconflict met zijn letterzetter Henrie van Symmen. Deze wilde zelfstandig worden, maar Leeu wilde hem in dienst houden uit angst dat zijn concurrentiepositie zou verzwakken. Het liep uit op een handgemeen waarbij Van Symmen Leeu aan het hoofd verwondde met een ‘cleyn steecxken’ waaraan Leeu twee of drie dagen later overleed. Dat wij zo goed geïnformeerd zijn over de dood van Leeu, beter dan over zijn jonge jaren, is vanwege een rekening van Jan van Ranst, schout van Antwerpen van 24 juni tot 25 december 1493. In die rekening wordt de dood van Gheraert Leeu beschreven.Ga naar voetnoot6 |
|