3.5 Tot besluit: een literaire maatschappij
In de loop van de achttiende eeuw krijgt de totstandkoming en verspreiding van letterkundig werk in tal van opzichten een minder persoonlijk, incidenteel of toevallig karakter. Voor commentaar op zijn werk was een auteur van oudsher aangewezen op lezers uit de familie- of vriendenkring; slechts incidenteel werd hij in het openbaar onder vuur genomen door pamfletschrijvers. Nu ontstaat daarentegen een reguliere, structurele kritiek, die streeft naar herkenbare, algemeen aanvaardbare normen. Naast persoonlijke relaties met collega's in ‘kringen’, ontstaan ook meer formele samenwerkingsverbanden: de genootschappen. En waar de auteur vroeger in principe voor elke publicatie opnieuw een uitgever moest zoeken, vindt hij in het regelmatig verschijnende tijdschrift soms jarenlang een vaste afnemer voor zijn geesteskinderen. De tenten en loodsen die als tijdelijke bühne dienden tijdens kermissen en feesten, worden op verschillende plaatsen vervangen door vaste schouwburgen. Van een lokaal gebeuren wordt het toneel bovendien steeds meer een nationale aangelegenheid. De persoonlijke contacten tussen uitgevers worden steeds verder uitgebouwd tot een landelijk distributienetwerk. En terwijl uitgevers eerder nog een fonds opbouwden op basis van wat hun toevallig werd aangeboden, beginnen ze zich nu soms te specialiseren in de literatuur.
Op al dergelijke manieren begint de ‘wereld van de literatuur’ zich in de achttiende eeuw steeds meer om te vormen tot zoiets als een ‘literaire wereld’, tegenwoordig ook wel ‘het literaire veld’ genoemd. Dit proces is rond 1800 nog zeker niet afgerond; het gaat tot op de dag van vandaag door. Bovendien, zo zagen we in dit hoofdstuk, merken letterkundigen in de achttiende eeuw zelf al op dat het in het Nederlandse taalgebied trager verloopt dan in de zo veel grotere taalgebieden van de omringende landen. In de Republiek heerst een constant gebrek aan ‘mankracht’, zowel qua producenten als qua afnemers van letterkunde. Toch leidt onze verkenning van het literaire bedrijf in de achttiende eeuw onontkoombaar tot het bezigen van plechtstatige trefwoorden als institutionalisering, professionalisering, commercialisering, differentiëring en specialisering. Tezamen omvatten ze bovendien een tendens tot nationalisering. In de achttiende eeuw vinden belangrijke veranderingen plaats, die maken dat de letterkundige wereld aan het einde van de achttiende eeuw meer op die uit onze eigen tijd lijkt. Maar iets dergelijks geldt niet alleen voor de structuren, de organisaties, kortom, de letterkunde als ‘bedrijf’. In het volgende hoofdstuk gaan we na hoe, in wisselwerking met structurele ontwikkelingen, ook de opvattingen over literatuur en de literaire werken zelf ingrijpende wijzigingen ondergaan.