Worm en donder. Geschiedenis van de Nederlandse literatuur 1700-1800: de Republiek
(2017)–Gert-Jan Johannes, Inger Leemans– Auteursrechtelijk beschermdInger Leemans en Gert-Jan Johannes, Worm en donder. Geschiedenis van de Nederlandse literatuur 1700-1800: de Republiek. Bert Bakker, Amsterdam 2017 (2de druk)
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
scan aangeleverd door uitgever
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van de tweede druk van Worm en donder. Geschiedenis van de Nederlandse literatuur 1700-1800: de Republiek van Inger Leemans en Gert-Jan Johannes uit 2017. De eerste druk dateert uit 2013. Het werk maakt deel uit van de reeks Geschiedenis van de Nederlandse literatuur.
redactionele ingrepen
Voor de afbeelding van het voorplat en de katernen met kleurenillustraties is gebruikgemaakt van het exemplaar van de eerste druk uit de Koninklijke Bibliotheek Den Haag met signatuur NL 29 T 1560.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (32, 78, 80, 82, 156, 158, 312, 314, 316, 412, 476, 560, 608, 610, 654, 710, 724, 726, 758, 796) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina 1]
Worm en donder
Geschiedenis van de Nederlandse literatuur
1700-1800:
de Republiek
[pagina 2]
Geschiedenis van de Nederlandse literatuur
Onder hoofdredactie van
A.J. Gelderblom en A.M. Musschoot
Dit deel, Geschiedenis van de Nederlandse literatuur, 1700-1800: de Republiek, is begeleid door een Raad van Advies, waarvan deel uitmaakten:
W. van den Berg, P. Couttenier, M.Th.C. Mathijsen-Verkooijen, K. Porteman, O.J. Praamstra, J. Roegiers †, J. Stouten † en R. Vervliet
Dit boek maakt deel uit van de reeks Geschiedenis van de Nederlandse literatuur die gefinancierd werd door de Nederlandse Taalunie ter uitvoering van het besluit van het Comité van Ministers van 15 oktober 1997 over een nieuwe literatuurgeschiedenis
[pagina 3]
Inger Leemans en Gert-Jan Johannes
met medewerking van Joost Kloek
Worm en donder
Geschiedenis van de Nederlandse literatuur
1700-1800: de Republiek
2017 Uitgeverij Bert Bakker Amsterdam
[pagina 4]
Eerste druk 2013
Tweede druk 2017
Dit boek kwam tot stand mede dankzij de financiële ondersteuning van nwo/two, Netherlands Institute for Advanced Study in the Humanities and Social Sciences (nias), Universiteit Utrecht, Vrije Universiteit Amsterdam, dr. C. Louise Thijssen-Schoute Stichting, Stichting Daendels, Fonds A.H. Martens van Sevenhoven en het Nederlands Letterenfonds
© 2013 Stichting Literatuurgeschiedenis
Boekverzorging Tessa van der Waals
Zetwerk en opmaak Willem Morelis
Druk en afwerking Koninklijke Wöhrmann
Foto voorplat Harold Strak
www.uitgeverijbertbakker.nl
isbn 978 90 351 3045 6
[pagina 5]
Inhoud
17 | Woord vooraf van de hoofdredactie | ||
23 | Inleiding: ‘Grootsch was de vertooning!’ | ||
Het woelen en wurmen van de achttiende-eeuwse letterkunde | 24 | ||
Uitgangspunten | 27 | ||
Twee overzijden | 29 | ||
Overzicht van de inhoud | 29 | ||
33 | 1
Wat is een Nederlandse literatuurgeschiedenis van de achttiende eeuw? |
||
35 | 1.1 Woestenij of gekkenhuis. De achttiende eeuw als schepper van haar eigen beeld | ||
De ontdekking van de eeuw | 36 | ||
Zware donderslagen en cultuurpessimisme | 37 | ||
Het ontstaan van de vaderlandse literatuurgeschiedenis | 40 | ||
De neerlandistiek als nieuwe wetenschap | 41 | ||
Vroege literatuurgeschiedenis | 42 | ||
Beknopte en nog beknoptere overzichten | 44 | ||
Het beeld van de achttiende-eeuwse literatuur | 45 | ||
Een nieuwe bloeiperiode | 47 | ||
De schemering, de nacht en het absolute Niets | 49 | ||
Nieuwe belangstelling voor de achttiende eeuw | 52 | ||
Een ander beeld | 53 | ||
Een eeuw van honderd jaar | 55 | ||
56 | 1.2 Wat is literatuur in de achttiende eeuw? | ||
Geleerdheid en letterkunde | 57 | ||
Schone kunsten en fraaie letteren | 58 | ||
Van ‘dichtkunst en welsprekendheid’ naar ‘literatuur’ | 59 | ||
Een ivoren toren? | 61 | ||
62 | 1.3 De Nederlandse taal en de beeldvorming over het Zuiden | ||
De talen van het Noorden | 62 | ||
Taal als keuze | 64 |
[pagina 6]
Eén taal? | 65 | ||
Op zoek naar taalnormen | 66 | ||
Waar is het ‘zuivere’ Nederlands te vinden? | 67 | ||
Het opleggen van de norm | 69 | ||
Sporen van het dialect | 70 | ||
Wartaal en onbegrip | 70 | ||
Een ‘geweldige afkeer’ | 72 | ||
Letterkundige betrekkingen | 75 | ||
77 | 1.4 Tot besluit: twee letterkundige werelden | ||
Deel i: Het letterkundig bedrijf | |||
81 | 2
De boekenmarkt en de letterkundige netwerken |
||
83 | 2.1 De boekenmarkt | ||
Tijdgenoten over het leespubliek | 83 | ||
Een revolutionaire groei? | 86 | ||
Omvangvan de boekenmarkt | 87 | ||
Uitgever-boekverkopers | 89 | ||
Het leespubliek | 91 | ||
Van intensief naar extensief lezen? | 93 | ||
Een kleinschalige ontwikkeling | 94 | ||
95 | 2.2 ‘Schryvers om den broode’ | ||
De markt voor het gedrukte woord | 96 | ||
‘Naar de schikking van de bazen’ | 97 | ||
‘... en begeer niet dat een schrijver van honger verga’ | 98 | ||
‘Meer voor de koopmanschap dan voor de kunst geboren’ | 99 | ||
Het tekortschieten van het mecenaat | 99 | ||
Het tekortschieten van de markt | 102 | ||
Vertalingen als veilige investering | 103 | ||
Een vicieuze cirkel | 104 | ||
Alleen brood, of ook een glaasje wijn? | 105 | ||
‘De hoop is hier buiten gesloten!’ | 108 | ||
111 | 2.3 Panpoëticon Batavum: de literaire wereld als een gedroomde familie | ||
Eén grote familie | 112 | ||
Burgers onder elkaar? | 112 |
[pagina 7]
Harmonie of conflict | 114 | ||
De poëtenstrijd | 115 | ||
Uitgevers als producenten van literatuur | 116 | ||
Vrienden voor het leven? | 118 | ||
Literator-uitgevers en hun kringen | 119 | ||
Een kwetsbare familie | 122 | ||
Nieuwe specialisten | 124 | ||
De teloorgang van het saamhorigheidsideaal | 125 | ||
129 | 2.4 Rijmwevers en -weefsters: (zelf)representatie van de auteur | ||
Portretten van Apollo's zonen | 132 | ||
Rijmweefsters | 137 | ||
Vriendinnen van het vaderland | 137 | ||
Vrouwenlevens | 140 | ||
Vrouwen en hun kringen | 142 | ||
Vrouwen bevechten een plaats op de Parnas | 144 | ||
Aan haar geest | 147 | ||
De norse Aagje en de kittige Betje | 149 | ||
Bataafsche burgeressen | 152 | ||
154 | 2.5 Tot besluit: literatuur en de literator in de markt | ||
157 | 3
Letterkundige organisatievormen |
||
159 | 3.1 Tijdschriften | ||
Tijdschriften, boeken, reeksen | 159 | ||
Een handige uitvinding | 161 | ||
Een boekzaal vol uittreksels. De opkomst van het geleerdentijdschrift | 163 | ||
Depioniers | 164 | ||
Een ‘bloote beschouwer’? Pieter Rabus en de Boekzaal | 165 | ||
Strijd om de erfenis van Rabus | 167 | ||
Terug naar af | 168 | ||
Het bijtend kwik. Vroege satirische (nieuws)bladen | 168 | ||
Hendrik Doedijns, de Haagse Mercurius | 169 | ||
Jan van Gyzens Weekelyksche Amsterdamsche Mercuuren | 172 | ||
Hermanus van den Burg als Amsterdamse Hermes | 173 | ||
De naakte waarheden van Jacob Campo Weyerman | 174 | ||
Weyerman, gevangene van de satire | 176 | ||
Het ontregelend schrijverschap van Willem van Swaanenburg | 178 |
[pagina 8]
Een hermetisch satiricus | 181 | ||
De blik van de zedenmeester. Vroege spectators | 182 | ||
Justus van Effen, een Hollandse spectator | 184 | ||
Van Effen als Franstalig auteur | 184 | ||
Voorgangers van Van Effen | 186 | ||
De ‘middelbare’ stand en het streven naar herleving | 187 | ||
‘Uit den boezem der Reden’ | 189 | ||
‘Het schudden van de lever’ | 190 | ||
Een gevarieerde maaltijd. Tussenbalans van het tijdschrift rond 1750 | 191 | ||
Het tijdschrift en de letterkunde | 193 | ||
In gesprek met de lezer | 194 | ||
Dialogen bij de vleet | 196 | ||
Lezers en kopers | 197 | ||
Van geleerdentijdschrift naar algemeen-cultureel tijdschrift | 198 | ||
De lange adem van de Vaderlandsche Letteroefeningen | 198 | ||
Andere algemeen-culturele tijdschriften | 199 | ||
Specifiek-letterkundige tijdschriften | 201 | ||
De Maendelyksche By-dragen | 201 | ||
Jacobus Bellamy: Poëtische Spectator en Proeven | 202 | ||
Denkers, vaderlanders, mensenvrienden en andere spectators | 204 | ||
De satirische kleinzonen van Weyerman | 205 | ||
Janussen en Blixems: de comeback van het satirisch tijdschrift | 206 | ||
Johannes Kinker: De Post van den Helicon | 208 | ||
Tijdschriften tussen commercieel en publiek belang, 1700-1800 | 211 | ||
Tijdschriften en de publieke ruimte | 212 | ||
Vrouwelijke letteroefeningen | 213 | ||
216 | 3.2 ‘Letterklubs onzes tijds’. Het genootschap | ||
Wetenschappelijke genootschappen | 217 | ||
Publieksgenootschappen | 218 | ||
Beschouwende letterkundige genootschappen | 220 | ||
De voetstappen van Lodewijk xiv | 221 | ||
De Maatschappij in actie | 222 | ||
Andere beschouwende letterkundige genootschappen | 223 | ||
Creatieve letterkundige genootschappen | 224 | ||
Dichtgenootschappen: een Egyptische plaag? | 227 | ||
Gedichten bij genootschappelijke gelegenheden | 228 | ||
Godsdienst, zedenkunde, vaderland | 230 | ||
Naarstigheid en creativiteit | 233 | ||
Letterkunde in andere dan letterkundige genootschappen | 236 |
[pagina 9]
De genootschapsbeweging in verval | 237 | ||
Een nieuwe literatuurbeschouwing | 239 | ||
De voordelen van genootschappen | 241 | ||
Vormen van gelijkheid | 243 | ||
Cultuurdragers en voordragers | 245 | ||
Achttiende-eeuwse ‘intellectuelen’? | 247 | ||
249 | 3.3 Kikker en de tiende muze. De kritiek als vaste gast | ||
Het tijdperk der kritiek | 250 | ||
Van dom tot kwaadaardig: beelden van de kritiek | 251 | ||
De recensent als onwetenschappelijke domoor | 252 | ||
De recensent als onbevoegde rechter | 254 | ||
Het recht op kritiek | 255 | ||
De smaakvolle criticus en de persoonlijke ontboezeming | 257 | ||
259 | 3.4 Het theaterbedrijf | ||
Het toneel op zoek naar een locatie | 259 | ||
De schouwburgen | 260 | ||
Paapse poppenkast of leerschool voor het volk? | 263 | ||
De Utrechtse toneelstrijd | 268 | ||
Joods en Duits theater | 270 | ||
Van rederijkerskamers tot toneelgenootschappen | 273 | ||
De concurrentie voor Nil Volentibus Arduum | 275 | ||
Toneelgenootschappen en privétheaters | 277 | ||
Beschaven ofondergraven? | 280 | ||
Het toneel wint veld | 283 | ||
Brand gooit roet in het eten | 285 | ||
Theater en kansel verzoend | 288 | ||
Willem Toneellief | 289 | ||
Toneelproductie | 293 | ||
Toneelproducenten | 296 | ||
Vogels van diverse pluimage. Toneelkritiek | 298 | ||
Tussen tovertrommel en bibliotheek | 301 | ||
Roofvogels of zwanen, oordelen of beschouwen | 302 | ||
Johannes Nomsz als toneelauteur en kunsttiran | 304 | ||
Boekenwekker of schrandere gids? | 308 | ||
311 | 3.5 Tot besluit: een literaire maatschappij |
[pagina 10]
Deel ii: Vorm en norm | |||
315 | 4
Poëtica |
||
317 | 4.1 Het Koninkrijk Poëzie | ||
Het koninkrijk gemoderniseerd en vernederlandst | 319 | ||
De val van het koninkrijk | 321 | ||
324 | 4.2 Toneelpoëtica | ||
Het ‘keurslijf’ van het Frans-classicisme | 324 | ||
Balthazar Huydecoper, een erfgenaam van Nil Volentibus Arduum | 327 | ||
Achilles: classicistische theorie aangepast aan de praktijk | 328 | ||
De speelbaarheid van het classicistische toneel | 331 | ||
Anciens of Modernes, Vondel of Corneille | 333 | ||
Een Frans-Nederlandse poëtica | 335 | ||
Vaderlandse en Bijbelse stof op het toneel | 337 | ||
De preekstoel als toneelpodium: Cornelius van Engelen | 341 | ||
Ontbolstering | 342 | ||
‘Een Hermafroditisch geslacht’: de opkomst van het burgerlijk drama | 344 | ||
Rijm of onrijm | 347 | ||
Empathie - een nieuwe gevoeligheid | 348 | ||
Het belang van lichaamsretoriek: opkomst van de toneelspelpoëtica | 350 | ||
354 | 4.3 De roman: van speeltuin tot kunstgenre | ||
De vrijstaat van de fictie, 1700-1750 | 354 | ||
De roman als ‘verdichte historie’ | 355 | ||
Authenticiteitsfictie in de ‘nieuwe roman’ | 356 | ||
Tussen geschiedwerk en epos | 358 | ||
De roman als commercieel product | 359 | ||
Het doel van de roman: utile dulci of vooral vermaak? | 360 | ||
Humor en spanning | 361 | ||
Nieuwsgierigheid | 364 | ||
Nieuws uit de onderwereld: de criminele biografie | 365 | ||
Erotisch vermaak: het keursje dichter geknoopt | 367 | ||
Lezen als levenservaring | 369 | ||
Stinstra's pleidooi voor de roman | 370 | ||
De zedenkundige briefroman in Nederland | 371 | ||
De sentimentalistische roman | 372 | ||
Feith en zijn Julia | 373 |
[pagina 11]
De waarde van gevoelens | 376 | ||
De auteur huilt, de lezer schreit mee | 377 | ||
Nederlandse Sturm und Drang | 379 | ||
Het sentimentalisme als gezamenlijke vijand | 381 | ||
Terug naar de briefroman | 382 | ||
Poëtisch proza | 383 | ||
386 | 4.4 Op zoek naar een systeem. De dichtkunst en de nieuwe esthetica | ||
Een continu debat | 386 | ||
De theorie der schone kunsten | 388 | ||
Oude en nieuwe bijdragen | 390 | ||
Poëzie en proza | 391 | ||
Simon van der Waal en de ware dichter | 393 | ||
Noeste vlijt en hemelgaaf | 395 | ||
Op zoek naar het evenwicht | 396 | ||
Een evenwichtige keus | 398 | ||
Van Alphen en de theorie | 400 | ||
Riedels Theorie | 400 | ||
Overige esthetische geschriften | 402 | ||
Reacties op Van Alphens theorieën | 404 | ||
Van Alphen versus De Perponcher | 405 | ||
De verschuiving van het evenwicht | 407 | ||
410 | 4.5 Tot besluit: vorm en norm in beweging | ||
Deel iii: Literatuur als onderzoek | |||
413 | 5
Gods landschapsschilderij. Natuur verbeeld |
||
416 | 5.1 ‘Haegen worden paradyzen’: de idylle | ||
Pastorale liederen | 418 | ||
Wellekens en zijn herdersvrienden | 420 | ||
De gelukkige landman? Hubert Korneliszoon Poot | 421 | ||
De maan bij Poot: mythologie, religie, poëzie | 423 | ||
427 | 5.2 Literaire wandelingen: het hofdicht | ||
Het hofdicht als Nederlands genre | 428 | ||
Duinrell: de economie van de natuur | 431 | ||
Zijdebalen: tijd en ruimte | 434 |
[pagina 12]
De beweging van de blik | 435 | ||
De dichter als natuuronderzoeker | 437 | ||
Literatoren versus natuurwetenschappers | 439 | ||
Landrust: ordening en uitsluiting | 440 | ||
‘Uw omtrek is alleen de schuilplaats’: de idylle bedreigd en afgebroken | 442 | ||
De verdorring van het hofdicht | 446 | ||
449 | 5.3 Verwondering, bewondering, ontzag. Fysicotheologie en natuurbeleving | ||
Het spook der ongodisten | 449 | ||
De fysicotheologie: een ‘God leerende natuurkunde’ | 451 | ||
De ‘oogmerkskunde’ van Bernard Nieuwentijt | 452 | ||
De catechismus van J.F. Martinet | 454 | ||
Een ontdekkingsreis door de schepping | 455 | ||
Jan de Marres bespiegelingen | 456 | ||
De kei, de bes en de vlieg van Lucas Trip | 458 | ||
‘ô Tengre polypus.’ Van Winter en de seizoenen | 461 | ||
‘Welk klaar betoog van Alvermogen!’ Fysicotheologische prijsverzen | 464 | ||
De mens als worm en als kroon op de schepping | 464 | ||
‘Vergeefsch!’ De ontoereikendheid van de fysicotheologie | 466 | ||
Andere werelden | 468 | ||
Het bos, het graf, de worm en de ratelende donder | 469 | ||
Het land, in brieven | 471 | ||
475 | 5.4 Tot besluit: ‘van worm tot Seraph’ | ||
477 | 6
Mens en maatschappij |
||
479 | 6.1 ‘Een mensch is toch altoos wat grootsch!’ Van levenstrap naar levensloop | ||
De levensfasen | 480 | ||
Menskunde | 482 | ||
Het unieke individu | 483 | ||
485 | 6.2 ‘Een oprechte biecht’? Egodocumenten en de letterkunde | ||
Privé of openbaar? De persoonlijke brief | 486 | ||
Gedwongen ongedwongenheid | 488 | ||
‘De vismarkt is hier beter.’ Reisverslagen | 490 | ||
De reiziger en de lezer | 491 | ||
‘Onveranderde fragmenten’. Dagboeken | 492 | ||
‘Zich zelven kennen’ | 494 |
[pagina 13]
‘Van zijn geboorte tot zyn dood toe.’ Autobiografieën | 495 | ||
Het egodocument en het onderzoek naar mens en samenleving | 497 | ||
De jeugd en de toekomst | 498 | ||
Het egodocument als apologie | 500 | ||
501 | 6.3 ‘Een kind heeft gaarn zijn zin.’ Het kinderboek en de nieuwe pedagogie | ||
Het kind als doelgroep | 502 | ||
Van kwaad tot erger | 505 | ||
Het bedorven en het goede kind | 507 | ||
De filantropijnen | 508 | ||
Burgers en burgeressen | 510 | ||
Van Alphens kindergedichtjes: poëtische en pedagogische principes | 512 | ||
Een hoed vol pruimen | 513 | ||
De kindervriend en de Hieronymusjes | 515 | ||
De kleine Grandisson | 516 | ||
Boekenlezen is geen ambacht | 517 | ||
519 | 6.4 Jeugd voor de toekomst. Verbeelding, verliefdheid en vriendschap | ||
De adolescent als romanlezer | 519 | ||
De adolescent als personage | 521 | ||
Het bedreigde jonge meisje | 524 | ||
Sara Burgerhart | 525 | ||
Het publieke privéleven van Betje Wolff | 527 | ||
De val van Cornelia | 529 | ||
De jongeman op drift | 531 | ||
Jacobus Bellamy: de wanhopige dichter en zijn verliefde ziel | 532 | ||
Kinkers bordeelslet | 534 | ||
Liefde als bindende kracht voor de samenleving | 537 | ||
Vriendschap en dichterschap | 538 | ||
540 | 6.5 ‘Waarde en nutte leden van de groote Maatschappy.’ De volwassene en het huisgezin | ||
Vaderlandse kooplieden. Het gezin als economische eenheid | 541 | ||
De smaak der natie. De gezinsmaaltijd als graadmeter voor de samenleving | 544 | ||
Gebraden zwanen en de teloorgang van het Ancien Régime | 546 | ||
‘Doodvyandinnen van alle Cabalen.’ Berusten in sociale verschillen | 547 | ||
550 | 6.6 ‘Wat zijn bejaerde boomen quastigh!’ De ouderdom en het graf | ||
Nuances van de ouderdom | 552 | ||
‘Zaai, als de zon nog stooft!’ | 554 |
[pagina 14]
557 | 6.7 Tot besluit: het licht en de schaduwzijden | ||
559 | 7
Op reis naar ‘de ander’ |
||
561 | 7.1 Gestalten tegenover ons. De verbeelding van de buiten-Europese ‘ander’ | ||
Duivelse negers en (machts)wellustige tirannen | 561 | ||
Arzases en Varanes | 562 | ||
De oosterse potentaat: tussen tiran en held | 564 | ||
Volkenkunde | 566 | ||
Lofzangen op het koloniaal bewind | 567 | ||
Antropologische wending en verlichte vrijheid | 570 | ||
De stem van de onderdrukte | 572 | ||
Monzongo en Kraspoekol | 575 | ||
De economie van de empathie | 578 | ||
De plantocratie aan het woord | 579 | ||
Reinhart: meester of medemens | 582 | ||
584 | 7.2 Imaginaire reizen door ruimte en tijd | ||
De werkelijkheid en de verbeelding | 586 | ||
Reflectie op mens en samenleving | 587 | ||
Reizen in soorten en maten | 588 | ||
Vreemde wezens | 590 | ||
Van ruimte naar tijd | 591 | ||
Motieven en literaire procedés | 593 | ||
Honden, wilden en westerlingen | 595 | ||
De gidsfiguur | 596 | ||
Ideeën en idealen | 596 | ||
Imaginaire reizen en radicale ideeën | 597 | ||
Een universele godsdienst | 598 | ||
Een universele taal | 599 | ||
Man en vrouw | 600 | ||
Opvoeding en onderwijs | 601 | ||
Politiek, wetgeving en staatsinrichting | 602 | ||
Dr. J.A. Schasz en de actualiteit | 603 | ||
Droom of nachtmerrie? | 604 | ||
606 | 7.3 Tot besluit: ‘de gansche wereld als algemeene woning’ |
[pagina 15]
Deel iv: Literatuur als beweging | |||
611 | 8
‘Het gezegend licht der opklaring’ |
||
613 | 8.1 De literator als christen-wijsgeer | ||
Kerkbespiegelingen in woord en beeld | 613 | ||
Leerzaam huisraad | 615 | ||
De wolf in het schaapsvel: (radicale) Verlichting als nieuwe religie | 616 | ||
De macht van het woord | 618 | ||
Het Bijbels epos | 620 | ||
Paulus en Arnold tegen gewetensdwang | 622 | ||
Abraham de aartsvader: het Bijbels epos in gematigder vaarwater | 623 | ||
Sodomieten, paalwormen, vrijmetselaars, katholieken en andere plagen | 625 | ||
‘'t Stichtlyk samenleven’ | 629 | ||
De laatste dagen van het Bijbels epos | 631 | ||
‘Wij juigchen blijmoedig in den adel der menschlijke natuur’ | 633 | ||
Ware godsdienstkennis bloeit door vrijheid | 635 | ||
637 | 8.2 Nieuwe psalmen en gezangen: ‘Niet beter dan myn oude schoen’? | ||
Datheen in het gedrang | 638 | ||
Collectieve psalmberijmingen | 640 | ||
De psalmberijming van 1773 | 641 | ||
‘Poeetische aapen!’ | 642 | ||
Het psalmenoproer | 644 | ||
Evangelische gezangen | 645 | ||
Economische liedjes en evangelische koopkracht | 647 | ||
De kerkzang en de stem des volks | 649 | ||
651 | 8.3 Tot besluit: nieuwe herders, nieuwe wolven | ||
655 | 9
Literatuur en macht |
||
658 | 9.1 De cultuur van de macht | ||
Willem iv als tedere vorst | 660 | ||
‘Elk juicht en kweelt!’ Willem v als vorst in een republiek | 662 | ||
Literair machtsvertoon | 663 | ||
Lof op stedelijke en landelijke regenten | 665 | ||
Republikeinse deugden | 666 | ||
De tirannie van Eigenbaat | 668 |
[pagina 16]
670 | 9.2 De macht van de cultuur | ||
De erfenis van Johan de Witt | 671 | ||
De Santhorstse geloofsbelijdenis | 672 | ||
De Doggersbankse helden | 674 | ||
Krijgszuchtige Bataven | 678 | ||
Opzwepende barden | 680 | ||
Stookschriften | 681 | ||
Literatuur voor een ‘dramatique époque’ | 685 | ||
Feith op zoek naar modern toneel | 686 | ||
Politieke mutsen en bomen | 687 | ||
Willem v: een slappeling of een wellustige tiran? | 689 | ||
De stadhouder als held van de natie: het orangistische weerwoord | 693 | ||
Paapepotpourri | 696 | ||
Gelijkheid, ook voor vrouwen? | 699 | ||
Het theater als politieke arena | 701 | ||
Toneel voor Batavieren | 702 | ||
706 | 9.3 Tot besluit: ‘Ieder woelt hier om verandring’ | ||
709 | 10
Rommelende donder: conclusies |
||
Het literaire bedrijf en de grenzen aan de groei | 711 | ||
Literatuur als proeftuin voor een betere wereld | 712 | ||
Een mooie zomerdag, geflankeerd door onweersbuien | 713 | ||
1700-1730: geloofstwijfel, poëtenstrijd en windhandel | 713 | ||
1730-1780: de gelukkige samenlevingin verleden, heden en toekomst | 715 | ||
1780-1800: het onweer barst los | 720 | ||
Na 1800: een nieuwe eenheid? | 722 | ||
725 | Verantwoording door de auteurs | ||
729 | Aantekeningen | ||
759 | Illustratieverantwoording | ||
763 | Literatuur | ||
797 | Register |