De gedichten. Deel 3(1751)–Pieter Langendijk– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Ter zilvere bruilofte van den eerwaarden Pieter Voorhelm, en Jozina Hoofman. Schynt Haerlems bloemryk dal, besproeijd van's hemels bron, Herschapen in den hof van Koning Salomon, Daar duizend duizenden der aangenaamste bloemen Door haar verscheidenheid des Maakers wysheid roemen? En munt gy in dit dal vol reuks en oogenlust In keur van bloemen uit, ô bloemryk Zinnenrust? [pagina 313] [p. 313] Dan zal 't der Poëzy niet aan çieraat ontbreeken, Om in deez' bruiloftskrans een ted're bloem te steeken. Wy treden in den hof, en stelleń 't Lentsaaizoen Ons zelf voor oogen, met het aangenaamste groen. Maar ted're bloempjes, hoe! waar zyt gy heen geweken? Gewis in de aard geplant, om 't hoofd weêr op te steeken, Met eene majesteit van hemelsblauw' bekleed, En wit en roozerood, ter Bruiloft toegereed. Dus kunt g' een zinnebeeld voor 't Zilverfeest verstrekken, Om 't hart tot dankbaarheid en Godtsvrucht op te wekken. Gy zyt wel schoon: maar broosch, en moet in 't kort vergaan. Gy kunt uit eigen aart noch kou noch worm weêrstaan; Dus is 't ook met den mensch, hy kan zich niet behoeden Uit zynen eigen aart, of kracht, voor tegenspoeden. Geen schoonheid van gestalte, of rykdom van vernuft, Geen waerelds wysheid, die in 's hemels wond'ren suft, Behoed ons voor gevaar in 't wisselvallig leeven; Dees plant, en die besproeid: maar Godt moet wasdom geeven. Dat weet g' o Bruidegom, gy hebt die ryke stof Van jongs af aan beschouwd; alleen niet in uw hof Door zielsbespiegeling wanneer uw Zinnen rustten, Of in de bloemen van Godts heilwoord zich verlustten. Maar ook in 't wichtig ampt uw schoudren opgeleid, Den Predikdienst, waardoor Godts naam en majesteit Verheerlykt wordt, wanneer des leeraars leer en leeven Een geur van Godtsvrucht, trouw en waare wysheid geeven. Die bloemen bloeijen aan den zilvren Bruiloftsdisch, Die door Godts gunst alleen zo mild gezegend is. [pagina 314] [p. 314] Dat moet al 't Maagschap nu tot dankbaarheid verwekken; Opdat uw Jaaren (die Godts goedheid uit wil strekken) Gezegend blyven door Godtvruchtigheid en min; Dat gunn' zyn goedheid u, met uwe Hartvrindin. Die zich op Godt betrouwt heeft heil op heil te hoopen, Voor dien staat Salems hof vol hemelbloemen open. gevierd te Haerlem 29 in September 1734. Vorige Volgende