De gedichten. Deel 3
(1751)–Pieter Langendijk– AuteursrechtvrijPieter Langendijk, De gedichten. Deel 3. J. Bosch, Haarlem 1751
-
gebruikt exemplaar
exemplaar universiteitsbibliotheek Leiden, signatuur: S.Ned. 64 1543
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van het derde deel van vier delen van De gedichten van Pieter Langendijk uit 1751. Dit is de tweede druk, de eerste druk dateert uit 1721.
redactionele ingrepen
Door het hele werk heen zijn foutieve paginanummers verbeterd in de juiste paginanummers.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. II, 174, 368, 392, 438, 460, 470 en 516) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina I]
DE
GEDICHTEN
VAN
PIETER LANGENDYK.
DERDE DEEL.
TE HAARLEM,
By J. BOSCH, Boekverkooper in de Groote Houtstraat 1751.
[pagina 505]
BLADWYZER
VAN 'T DERDE DEEL.
Lof der Dichtkunst. | Pag. 1 |
Lotdicht op het eerbeeld van Laurens Koster, door G. van Heerstal gebeiteld, en in den Artsenyhof binnen Haerlem opgerecht 1722. | 9 |
Op de Matryzen of Lettervormen, in de lettergietery van de Stads Drukkers, Izaäk en Johannes Enschede, te Haerlem. | 15 |
Op de Matryskas. | 16 |
Anders. | 16 |
Op de Tytelplaat voor J.C. Seiz. derde jubeljaar der uitgevonden Boekdrukkunst. | 17 |
Op den Gedenkpenning van Laurens Koster, door G. Marshoorn. | 18 |
Verweerschrift der drie aloude Haerlemsche Redenkamers, tegen de sanienspanning van acht neeringlooze Waarden, die door een ingeleverd verzoekschrift aan de Regeering, de Kamers, ten hunnen voordeele, door zekere belasting zogten te vernietigen. | 20 |
Spoor tot een algemeenen Vreede. | 26 |
Herders Klagt over de Rampen des Oorlogs. | 35 |
Op den Triumfdag over den Vreede geslooten binnen Aken, des nachts tusschen den zeventienden en achtienden van Wynmaand, des Jaars 1748. | 50 |
Ter Elfde verjaaringe van zyne doorluchtige hoogheid Wilhem Karel Henrik Friso, prinse van Oranje en Nassau, Erf-stadhouder, en Kapitein Generael van Friesland, &c. &c. &c. | 60 |
Op de verheffing van zyn Doorluchtigste Hoogheid Willem Karel Henrik Friso, Prinse van Oranje, Vorst van Nassau, enz. enz. enz. Verkooren den 3 Mey 1747, door de Ed. Groot Mogende Heeren Staaten van Holland en Westvriesland, tot Stadhouder Kapitein generaal, en Admiraal Generaal van Holland, en Westvriesland, enz. enz. enz. | 61 |
[pagina 506]
Het zinnebeeld op Holsheis grooten Gedenkpenning voor zyne Doorluchtigste Hoogheid, uitgelegd. | 65 |
Uitlegging van het Kunsttafereel, geplaatst voor de gedichten, door Philomusus byéén vergaderd, ter eere van zyn Doorluchtigste Hoogheid. | 67 |
Op de Schielyke Verheffing van zyn Doorluchtigste Hoogheid, aan Philomusus. | 69 |
Op John Miltons Paradys verlooren, in Nederduitsche rymvaerzen nagevolgd door L. Paludanus. | 75 |
Byschriften op de tien boeken van Miltons Paradys Verlooren, in rymloos maatgedicht vertaald door J. van Zanten, M.D. | 79 |
Byschriften voor den ridder van der Werfs Afbeeldingen der koningen, koninginnen, doorluchtige en vermaarde mannen, betrekkelyk tot de Geschiedenissen van Engelandt, Schotland en Ierland, in het Fransch beschreven door den Heere de Larrey: in Nederduitsche Vaerzen nagevolgd. | 90 |
Byschriften van eigenvinding des Dichters voor de afbeeldingen in het vierde deel van Larrey. | 107 |
Uitlegging van de Tytelplaat voor de Geschiedenissen van Engeland, door den heere de Larrey. | 113 |
Op de as beelding van den Heere de Larrey. | 113 |
Byschriften op de figuuren achter de Afbeeldingen der merkwaardigste Geschiedenissen van het oude en nieuwe Testament, in geheele vels plaaten geëtst door Jan Luiken. | 114 |
Uitlegging van de Tytelplaat der merkwaardigste geschiedenissen van het Oude en Nieuwe Testament door J. Luiken. | 125 |
Op de Verzameling der Gedichten van den geleerden Petrus Scriverius. | 127 |
Aan den Heere Lambert Bidloo, geplaatst voor zyn geletterden man verdadigd en verbeterd. | 130 |
Op de Dichtkunst van den Heere Dirk Smits. | 132 |
Op de Dichtlievende Verlustigingen van den Heere Bernardus de Bosch | 134 |
Op de Bybel Poezy, van den Heere Abraham Heems. | 136 |
Op de Leerzaame Fabelen van den Heere Jan van Hoogstraten. | 137 |
In het Stamboek van den Heer Willem vander Pot, lid van 't kunstgenootschap Natura et Arte. | 140 |
[pagina 507]
Het Volmaakt Gebed van onzen Heere, en Zaligmaker Jezus Christus, geplaatst in het boek der menigvuldige berymingen van 't volmaakt Gebed, verzameld door den Heere J. Couck. | 142 |
Op het Beeldtenis van Laurens Koster in zilver gedreven. | 143 |
Onder J.v. Vondels beeldtenis, met een Laurierkrans op het hoofd, getekend door Jan Lievensz. | 143 |
Op den schryver van de groote Hollandsche Chronyk, Jan Gebrandsz. van Leiden. | 144 |
Op het Beeldtenis van Karel van Mander. | 145 |
Op de Afbeelding van 's lands historieschryver, Pieter Bor. | 146 |
Voor het Stamboek van den Heere N.N. Die het zwaerd, daar J. van Oldenbarneveld mede onthoofd is, in zyn Kabinet heeft. | 147 |
Op de Afbeelding van Petrus Scriverius, | 148 |
Op de Afbeelding van den eedelen grootachtbaaren Heer Mr. Lieve Geelvinck, Heer van Kastricum en Kronenburg, Burgemeester en Raadt der stadt Amsterdam, Bewindhebber der Oost-Indische Maatschappy, enz. enz. enz. | 149 |
Op de vertroosting der Wysbegeerte van A.M.T.S. Boethius. In zuiver Nederduitsch vertaald, door den Eerwaardigen en geleerden Heere, Mattheus Gargon. | 150 |
Op den nieuwen druk van Abraham den aartsvader, gedicht door Arnold Hoogvliet. | 153 |
De Voltaire aan den heer van Haren. het Fransch gevolgd. | 154 |
Voltaire aan van Haren. het Fransch nagevolgd. | 155 |
Aan de Heeren van Haren en Voltaire. | 156 |
Antwoord op het Gedicht van den Heere F. de Voltaire, aan Jonkheer W.v. Haren. het Fransch gevolgd. | 157 |
Grafschrift, voor den Kardinaal de Fleury. | 158 |
Op zyn Hoogheid. | 160 |
Nieuw Lied, Berymd voor het Gemeen, ten tyde dat men Illumineerde en Vreugde bedreef binnen Haerlem, wegens de Verheffing van zyn Doorluchtigste Hoogheid, tot Stadthouder, enz. enz. | 161 |
Op het Jubeljaar van den Westfaalschen Vreede. | 165 |
Op den Vreede van Aken. | 165 |
[pagina 508]
Eerkrans voor den ed: manhaften heer Cyprianus Krans Janszoon, van Luitenant tot Kapitein der Burgery verkoren in de 54ste Wyk, te Amsterdam den 2 in Wynmand 1748. | 166 |
In de kamer der regenten van het Aalmoesniers en Werkhuis, te Haerlem. | 168 |
Op het Huwelyks mintasereel van den Heer P. le Clercq. uitleggingop de Tytelprent. | 169 |
Uitlegging van de Prent voor het eerste Boek. | 170 |
Uitlegging van de Prent voor het twede Boek. | 171 |
Uitlegging van de Prent voor het derde Boek. | 172 |
Stroom, veld en lierzangen. | |
Bronlief, Visscherszang, op het Huwelyk van den eerwaerdigen geleerden Heere Pieter Fontein, met de jongkvrouwe Jozina Stol. | 175 |
Amarante, Veldzang ter Bruilofte van den eerwaardigen geleerden Heere Pieter Fontein, en Mejuffrouwe Sara Alida Vermande. | 179 |
Likoris, Visscherszang, ter Bruilofte van den Heere Johannes Teyler, en Jongkvrouwe Rebekka Thesingh. | 183 |
Op het Huwelyk van mynen neeve Jan Buyssant, de Jonge, en Jongkvrouwe Geertruid Vergoes. | 189 |
Ter Bruilofte van mynen Neef Isaak Buissant, en Jongkvrouwe Petronella Heems. | 195 |
Ter zilvere Bruilofte van den Heere Jacobus de Vos, en Mejufvrouwe Katharina van de Ryp. | 200 |
Uitlegging van het Huwelyks tafereel ter zilvere Bruilofte van den Heere Jacobus de Vos, en Mejufvrouwe Katharina van de Ryp. | 210 |
Veldzang ter zilvere Bruilofte van den Heere Willem Philip Kops, en Mejufvrouwe Johanna de Vos. | 212 |
Uitlegging van het zilver Bruilofts Tafereel van den Heere Willem Philip Kops, en Mejufvrouwe Johanna de Vos, | 216 |
[pagina 509]
Roo-Molenzang, op het Vreugdemaal door den Heer Willem Philip Kops, en Mejufvrouwe Johanna de Vos, aan hun werkvolk en bedienden in de Herberg de Roo-Molen gegeeven, ter gedachtenis van hunne Zilvere Bruiloft in Haerlem den 27 September 1745. | 219 |
Stroomzang, ter Bruilofte van den Heere Jacob Alewyn Ghyzen, Junior, en Jongkvrouwe Debora Blaaupot. | 226 |
Veldzang ter Bruilofte van den Heere David Leeuw van Lennep, en Jongkvrouwe Hester Barnaart. | 232 |
Ter Zilvere Bruilofte van den Heere Jan Outman, en Mejuffrouwe Oeda Goemaat. | 238 |
Ter Bruilofte van den Eerwaardigen en Geleerden Heer Johannes Bremer, en Jongkvrouw Katharina vander Hoeff. | 242 |
Lofzang op de Goude Bruiloft van den Eerwaardigen Heere Jan Claus, en Mejuffrouw Anna Maria Haasbaart. | 245 |
Zegenwensch aan myne beminde bruid, Jongkvrouwe Joannetta Maria Sennepart. | 248 |
Ter Bruilofte van den Heere Pieter Merkman de Jonge en Jongkvrouwe Anna Katharina Kimmel. | 251 |
Liefwaarde, Veldzang, ter Bruilofte van den Heere Pieter Teyler van der Hulft, en Mejuffrouwe Helena Wynands Verschaave. | 255 |
Uitlegging van de Titel Prent ter Bruilofte van den Heere Pieter Teyler vander Hulft, en Jongkvrouwe Helena Wynands Verschaave. | 261 |
Ter Bruilofte van den Heere Abraham Heems, en Jongkvrouwe Johanna van Dalen. | 263 |
Likoris herderszang, ter Bruilofte van den Heere Gerard Hugaart, en Jongkvrouwe Femina Heems. | 271 |
Lierzang, ter bruilofte van den heere Jakobus vander Hoeff, en jongkvrouwe Margareta Heems. | 276 |
Ter bruilofte van den heere Jacob Hoofman, en mejuffrouwe Margareta Heems. | 279 |
Veldzang, ter bruilofte van den heere Jacob van Lennep, Dirksz. en jongkvrouwe Susanna Catharina de Wolf. | 283 |
Melice, Visscherszang ter bruilofte van den heere Pieter Leendert de Neufville, en jongkvrouwe Catharina de Wolff. | 289 |
[pagina 510]
Galatea, stroomzang ter bruilofte van den heere Pieter de Wolff Pietersz. en mejuffer Ursula van Mekeren. | 294 |
Ter bruilofte van den heer Izaak Hope en jongkvrouw Maria van Vlierden. | 299 |
Ter Zilvere bruiloft van den Eerwaardigen heere, Harmanus Koster en juffrouw Clasina Post, gevierd op den trouwdag van mynen neeve Izaak van Westerkappel, met hunne dochter, jongkvrouwe Maria Koster. | 303 |
Korte uitlegging op den rug van den zilveren Gedenkpenning uitgedeeld ter gedachteniffe aan de naaste Bloedverwanten: ter gelegenheid van het dubbeld huwelyksfeest. | 308 |
Ter bruilofte van den heere Jacobus Hoorens, en jongkvrouwe Margareta Hooft. | 309 |
Ter Zilvere bruilofte van den Eerwaarden Pieter Voorhelm, en Jozina Hoofman. | 312 |
Ter Zilvere bruilofte van den heer Arent van Dalen, en juffrouw Katarina de Remaux. | 314 |
Op het huwelyk van den welëdelen heere, den heere Mr. Arnout van Citters, Wilhemsz, kiesheer, &c. en de welëdele jonkvrouwe, Sara Jacoba Ockerse. | 318 |
Ter bruilofte van den weledelen gestrengen heere Mr. Pieter van Schuylenburch, heere van Moermont, enz. enz. en de weledele jonkvrouwe Maria Machteld van Sypesteyn. | 324 |
Ter bruilofte van den heere Jacob Sydervelt, en jonkvrouwe Maria van Oosterwyk. | 329 |
Ter goude bruilofte van den heere Jacob Teyler, en vrouwe Magdalena de Haan. | 335 |
Lierzang ter bruilost van den heer, Jozua vander Poorten, en jongkvrouw Hillegonda Josina van Eik. | 337 |
Veldzang ter bruilofte van den heer Abraham Vorsterman Jacobsz. en jongkvrouwe Christina Walyen. | 342 |
De huwelyks lusthof, Lierzang, ter bruilofte van den weledelen gestrengen heere Mr. Jacob Fabrice Burman, Raadsheer in den edelen rade en souverainen leenhove van Brabant, en lande van Overmaaze: en jongvrouwe Anna vander Streng. | 346 |
[pagina 511]
Veldzang, ter bruilofte van den heere Justus van Maurik, en jongkvrouwe Francina Teyler. | 351 |
Ter bruilofte van den heere William Stirling, en jongkvrouwe Johanna Maria van Rykevorsel. | 354 |
Liefwaarde, Veldzang, ter bruilofte van den eerwaarden heere Martinus Arkenbout en jonkvrouwe Johanna van Dalen. | 358 |
Ter bruilofte van den heere Francois Vriends, en jongkvrouwe Adriana Margareta van Helmond. | 362 |
LYKDICHTEN. | |
Ter gedachtenisse van den heere Andries Schoemaker, vermaard kenner en liefhebber der Nederlandsche gedenkpenningen en geschiedenissen. | 369 |
Op het affterven van den heere Gerrit Schoemaker, voornaam liefhebber der Nederlandsche oudheid. | 373 |
Op het Godtzalig affterven van den eerwaardigen heer Jan Schuurman, overleden in den ouderdom van 72 Jaaren in Haerlem. | 376 |
Op het Godtzalig sterven van den eerwaarden Leeraar, in de bedieninge des heiligen Euangeliums, Jan Claus; in den heere ontslaapen, met eenen lieffelyken uitgang, te Amsterdam, in den ouderdom van 87 Jaaren, 8 maanden, en 17 dagen. | 377 |
Klagte van het Spaaren over den dood van de eerwaarde en Godzalige heeren * Simon Schaager en † Cornelius de Bruyn, leeraaren in de Christelyke hervormde Kerk binnen Haarlem, en den heer ↓ Matheus Kuyts, ouderling in de zelve Gemeente. overleeden den ↓ 15, * 18, en † 19 November 1740. | 381 |
Amsterdam in rouw om het verlies der weledele groot achtbaare heeren, mr. Nicolaas Sautyn, mr. Mattaeus Lestevenon, heere van Berkenroode, mr. Lieve Geelvink, heere van Castricum, Mynden en de Loosdregten. mr. Daniel Hooft, Jan Elias Huydecoper, heere van Maarseveen, Neerdyk, &c. alle binnen één Jaar overleden. | 385 |
Mecenas, Lykzang ter gedachtenis van den weledelen grootachtbaaren heere, mr. Cornelis Ascanius van Sypesteyn: Raad en Regeerend |
[pagina 512]
Burgemeester der Stadt Haerlem, Bailijuw, Houtvester, en Stadhouder van de Leenen van Brederode, &c. &c. &c. | 387 |
JOK en ERNST. | |
Aan de dichtkundige Liefhebbers van heuschen Boert, Punt en Sneldicht. | 393 |
Tafelspel, ter bruilofte van den heere Petrus Smids, en jongkvrouwe Margareta Engelbregt. | 395 |
Ter bruilofte van den heere Bernard Schermer en mejuffrouw Johanna Catharina Delcourt. | 406 |
Ter bruilofte van den heere Willem van Doorn, en jongkvrouw Aletta Boel. | 411 |
Ter bruilofte van den heere Jan Wittig, en mejuffrouw Geertruid Neder. | 416 |
Ter bruilofte van den heere Jacob van Varelen, en jongkvrouw Geertruida de Beer. | 421 |
Naagerecht opgedischt ter bruiloft van den heere Abraham de Haan, en jongkvrouwe Katharina van Hoek. | 429 |
Ter bruilofte van den heere Nicolaus van Tetterode, M: D. en mejuffrouw Anna Balbina van Eekhout. | 433 |
PUNT-SNEL en KNIPDICHTEN. | |
Belofte van een Prediker. | 439 |
Mr. Jam's en Mr. Kraft, twee parlements heeren. | 440 |
Op een Hofprediker by een Duitsch prins. | 440 |
Ernstige raad aan een al te Driftigen Prediker. | 440 |
Op het Vruchteloos Prediken tegen de kermis. | 441 |
Advertentie, in de Haagsche Kourant. | 441 |
Aan een Vader die zyn Zoon opzocht. | 442 |
Op een Rymelaar van Blyspellen, die een vaers onder zyn portret verzocht te hebben. | 443 |
Op de Afbeelding van dr. Theofrastes Paracelsus, vinder van den lapis philosophorum. | 443 |
[pagina 513]
Op de albeelding van Dr. Balthasar Bekker. | 444 |
Anders. | 444 |
Anders. | 444 |
Quinkslag van een Hofnar. | 444 |
Snel antwoord van Samson Pignatelli die klein van persoon, maar dapper was. | 445 |
Broer Knelis in zyn preek gestuit. | 445 |
Kranken troost. | 445 |
Schadelyk gewas in zekeren Tuin. | 446 |
Een Jongen verzoekende op de kermis te gaan. | 447 |
De ongevaarlykste faculteit voor een student. | 447 |
Op het nieuw Orgel in de kerk der Remonstranten te Amsterdam, dat in den beginne door de stramheid van het werk van zelf geluid gaf. | 448 |
Een Preeker tegen een Poeet. | 448 |
Antwoord van den Poeet. | 448 |
Iets Anders. | 449 |
Op den Vreede. | 449 |
Antwoord. | 449 |
Onder de prent van Jan Klaaszen en Saertje Jans, door Kornelis Troost. | 450 |
Op een kunstprent verbeeldende Scaramoes die met een Kat vecht. | 450 |
Op een prent van Arlequin met Pierot in duël vechtende. | 451 |
Een gaskonnade. | 451 |
Een andere. | 452 |
Snelle gaskonade aan Henrik de Groote koning van Vrankryk. | 452 |
Op een Juffer als een Amazoon gekleed, verschynende op het Italiaansch Theater. | 453 |
Aen een tydvaers dichter. | 454 |
Aan den zelfden. | 454 |
Op een Barbiers knecht. | 454 |
Een onvernoegde Wever. | 455 |
Vraag. | 455 |
Antwoord. | 455 |
[pagina 514]
Op een kruijer, in de wandeling Jan Gort genaamd, om dat hy dit woord altyd in den mond had en zyn geld Gort noemde. | 456 |
Dit onwaar bevonden zynde, kreeg de Verhaaler, die ook een vaers op zekere straatloopers verzocht had, dit vaersje. | 456 |
Volgens beter Berigt. | 457 |
Een deugdelyk Voorbeeld. | 457 |
Grasschrift op een Spaanschen Medicynmeester. | 458 |
Boertige Beschryving van den Amsterdamschen Schouwburg, en het vertoonen van Aran en Titus. | 461 |
OVER GEBLEEVEN GEDICHTEN. | |
Ter inwyding van den ed: welgebooren heer Mr. Nicolaus Six, Rentmeester van Rynland enz. enz. tot lidt van 't kunstgenootschap trouw moet blyken. | 471 |
Op de afbeelding van den edelen welgeboren heere Nicolaas Six, Rentmeester van Rynland, enz. enz. geschilderd door den ridder Karel de Moor. | 472 |
Ter 22ste Verjaaring van den heere Pieter Teyler vander Hulst. | 473 |
Ter een en twintigste Verjaering van den heere Willem Kops Philipsz. | 474 |
Op de Hemelsche Vrede, in dichtmaat gezongen door den heere Willem Kops Philipsz. | 477 |
Op den Vyfentwintigjaarigen Predikdienst van den eerwaardigen en geleerden heere Cornelius Houthoff; tweemaalen voorzitter en teffens gemagtigde op de Synode zo van Zuyd-als Noord Holland. | 478 |
Op de Afbeeldingen der Doopsgezinde Leeraaren. | 481 |
In het Stamboek van den geleerden heere Henricus Friligehausen. | 482 |
Ter inwyding van den heere Cornelis Baart. | 483 |
Op den Rottestroom van den heere Dirk Smids. | 485 |
Op den jaardag van den heere Nicolaas Hoornaart. | 487 |
De bequaamste standplaats voor het Praalbeeld van Lodewyk den vyftienden. | 490 |
Aldus nagevolgd. | 490 |
Ter bruilofte van den heere Thomas van Beek, en jongvrouwe Louisa vander Poorten. | 491 |
Morgenzang voor Amarillis. | 495 |
Zang voor de Zelve. | 496 |