De gedichten. Deel 3

[p. 125]

Uitlegging van de tytelplaat der merkwaardigste geschiedenissen van het Oude en Nieuwe Testament door J. Luiken.

De blydeboodschap steekt des Hemels vreêtrompet,
Na dat ter linkerhand de Tafelen der wet,
Door Godt op Sinaï in vuur en vlam geschreven,
Het Zaad van Abraham door Moses zyn gegeeven.

Men ziet hoe op 't Altaar 't sneeuwit Verzoenlam brandt:

Een heilig zinnebeeld van Christus offerhand,
Waar voor vorst David knielt, beschouwende in vertooning
Dien Priester dien Profeet, en hoog-gezalfden Koning,
Die zes paar stammen van het Juk bevryden zal,
En eeuwig heerschen als Monarch van 't gansch Heelal;
Die Nyd, die Dronkenschap, en Gulzigheid met boeijen,
En roede en blixem uit zyn koningryk zal roeijen,
Met gierigheid, geweld, geveinsdheid, hovaardy,
En maaken Israel van slaafsche banden vry;
't Welk Therafims vertreedt, de beelden zyner vaderen,
Om zyn Verlosser met een zuivre ziel te naderen.

't Geloof voorspelt de Hoop een eeuwigduurend goed,

Nu 't zaligmakend woordt Godts eerste wet verzoet,
En leeraart, hoe de mensch met harte, ziel en zinnen
De kroon en palmtak moet door liefde en vrede winnen,

[p. 126]

 

Om vol van Ootmoed, tot Boetvaerdigheid bereid,

 

Eenvoudig als een lam, Voorzichtig in beleid,

 

Ryk van Gerechtigheid, Barmhartigheid en zeden,

 

Den Geever alles goeds te nad'ren met gebeden:

 

Door wiens genadegift, zo zegenryk! zo goed!

 

De kranke word gelaaft, die honger lydt gevoed,

 

De dorstige gedrenkt, de vreemdeling wel ontfangen,

 

De naakte warm gekleed, de ellendige gevangen

 

Uit zynen nood verlost! Wel hem die aldus werkt

 

Door werken des geloofs, van 's Heeren geest gesterkt!

 

Hy zal uit 's Heilands mond, gelyk de Apostelen, hooren:

 

Geniet des Hemels vreugd: gy zyt myn uitverkoren!