De gedichten. Deel 3
(1751)–Pieter Langendijk– Auteursrechtvrij
[pagina 16]
| |
Hy sprak gewis aldus: 'k laat Ments de glorie over
Met haaren Letterroover,
Dat hy myn Boekdrukkunst beschaafd heeft en gevoed;
Nu elk bekennen moet:
Dat naa drie eeuwen tyds myn kunst van net tot netter,
Ten opzicht van de letter,
In haar geboortestad, zo zuiver, zo volmaakt
Ten toppunt is geraakt.
Hier zyn de Moeders nu, hier toont men de Matryzen,
Die openbaer bewyzen
Hoe myn ontstolen kunst, de Waereld door verstrooijd,
Te Haerlem is voltooijd.
| |
Op de matryskas.Geleerden zoekt gy 't hart in Haerlem op te haalen?
Zie daar de Moeders dan der Lettren aller taalen,
In 't huis der Enschedees, die, Kosters kunst ten prys,
Uw schoolen voeden met de schoonste letterspys.
Anders.
'k Bewaar de Moeders hier der Lettren aller wyzen,
Die met haar letterspys vier Waereldeelen spyzen.
|
|