De gedichten. Deel 1(na 1760)–Pieter Langendijk– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 308] [p. 308] Reinheldin, Veldzang. Ter bruilofte van den heere Jacob Schyn, en jongkvrouwe Geertruida Heromans. Lomm'rig boschje, dal vol bloemen, Zoet en zalig huuw'lykswoud, Help my Reinharts liefde roemen, Daar hem Reinheldin beschouwt Met haar' minnewekkende oogen, En die herder opgetogen, Dankt het opperste vermogen, Nu hy met zyn schoone trouwt. Reinhart zal in weelige elzen, Nu zyn gulde tyd genaakt, Reinheldin met vreugd omhelzen, Daar zy vol van weêrmin blaakt. [pagina 309] [p. 309] ô Hoe heuch'lyk is het minnen, Daar de zielen, harten, zinnen t' Zaamen smelten, en verwinnen Alles wat naar tweespalt smaakt. Herderinnen, spreijt de wegen Met den frisschen maagdepalm. De echo antwoorde op den zegen, En 't geluid der herders halm, Nu gebergte, bosch en weiden Hunne deugd alom verspreiden, En des hemels lof verbreiden, Met een zegenenden psalm. Zingt het lied in Hermons velden Van den vroomsten herders zoon, Om des hemels gunst te melden Op een Goddelyken toon: Dan verand'ren Aemstels streeken In Judéaas honigbeeken, Die de schoonste deugden queeken, Bloemen in de bruiloftskroon. Maar wie zou dat beter zingen Dan de vroome Zegenmond? Vader van deeze echtelingen, Die het heilige verbond, Die de Godgewyde blaâren Kan tot heil der ziel verklaaren, En ten nut der Aemstelaaren 't Pit der hemelspreuken vond. [pagina 310] [p. 310] Lang moet hy ten nut verstrekken Van onze Aemstels vreedekerk, Om de deugden op te wekken, Daar de Godtheid steets in werk'. Lang moet hy ten nutte weezen, En de kracht der kruiden leezen, Om de kranken te geneezen, Daar de hemel hem in sterk'. Leeft gezegend met elkander: Reinhart kus uw Reinheldin: Dat uw liefde nooit verander: Haalt den waaren wellust in; Bergen, bosschen, beek en weiden, Zullen dan uw roem verbreiden, En de deugd u naamaals leiden Daar geen einde is of begin. Vorige Volgende