De gedichten. Deel 1(na 1760)–Pieter Langendijk– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina ***3v] [p. ***3v] Aan den heer Pieter Langendyk. Op zyn Loflyk dichtkunstig Werk. Heer Langendyk, ik prys uw dicht, Maar al zo waar als 't hemellicht Ons toestraalt, heeft het niet van noden Dat ik het prys, 't is afgerigt Op lekkerny voor aardsche goden. Wie anders dan de nydigheid Of waanwys, die zig zelven vleijt, Zal op uw Werk te zeggen weeten? De lauwer word voor u bereid In 't strydig renperk der Poeëten. Dit tuigt uw zuiv're styl en stof. Tot uw onsterffelyken lof, U van Parnassus mild geschonken; Uw dichtpen zal aan 't starrenhof, By Orfeus lier vol luister pronken. W. vander HOEVEN. Vorige Volgende