Het naembouck van 1562
(1945)–Joos Lambrecht– Auteursrecht onbekendTweede druk van het Nederlands-Frans woordenboek
[pagina XXII]
| |||||||||||||||||
IV. De aanvullingen in het Antwerpse exemplaar van het NaembouckHet Plantijnse exemplaar van het Naembouck schijnt tot grondslag te hebben gediend voor een vergelijking met een of meer woordenboeken of glossaria, die een Vlaanders, d.i. een West- of Oostvlaams karakter hadden. Al de aanvullingen en aantekeningen hebben wij systematisch met de tweede en derde druk van Kiliaan's woordenboek vergeleken om te kunnen uitmaken of, zoals wij vermoedden, Kiliaan van dit exemplaar gebruik had gemaakt. Aan het toeval mocht niets worden overgelaten en daar niet alles kon worden terecht gebracht, hebben wij de gehele bewerking in onze herdruk opgenomen onderaan de bladzijde. Tussen rechtstaande haakjes staat wat niet in K2 en wel in K3, tussen ronde haakjes wat wel in K2 en niet in K3 voorkomt. Deze herdruk is dus een volledige weergave van het enige bekende exemplaar, dat, sedert Kiliaan het gebruikte, de Plantijnse werkstede nooit verlaten heeft. Dat Kiliaan het gebruikte, staat onomstotelijk vast. Op weinig uitzonderingen na, vindt men alle aanvullingen en aantekeningen in zijn werk terug. Wij laten enkele overeenkomsten volgen:
| |||||||||||||||||
[pagina *6]
| |||||||||||||||||
Het Naembouck van. 1562.
| |||||||||||||||||
[pagina *7]
| |||||||||||||||||
Een door Kiliaan in 't Nederlands bewerkte bladzijde van het doorschoten exemplaar van het Promptuarium latine linguae, Antwerpen 1591. Museum Plantin-Moretus.
| |||||||||||||||||
[pagina XXIII]
| |||||||||||||||||
Wat de localiseringen betreft, is gand. (gandavensis) bij Kiliaan overal en brugh. soms door fland. vervangen. Het is thans zo goed als zeker, dat Kiliaan met fland. bedoelt Oost- en Westvlaams (zie beneden blz. XLVII) en zeker, dat meer dan de helft van de zogenaamde ‘flandricum’ - eigenlijk ‘flandris’ - namen (zoals later blijken zal), uit het Naembouck komenGa naar voetnoot(15). Niet alle, want bij een zeker aantal aanvullingen staan eveneens localiseringen, hetgeen naar andere bronnen verwijst. Wij geven die aanvullingen hieronder op om verdere opsporingen te ve gemakkelijken:
Het komt er dus nog maar op aan de bronnen te vinden, waaruit deze reeks woorden werden gehaald. | |||||||||||||||||
De merktekens bij lemmata en aanvullingen.Wij hebben hierboven reeds medegedeeld, dat in ons exemplaar tal van woorden door een of ander teken zijn gemerkt, waarachter natuurlijk een bedoeling zit. Die tekens hebben wij trachten op te helderen. Hieronder de uitslag van ons onderzoek. A. - In onze uitgave van het Dictionariolum et Colloquia Septem Linguarum van 1616 hebben wij het verband besproken | |||||||||||||||||
[pagina XXIV]
| |||||||||||||||||
tussen dit werk, het Naembouck en KiliaanGa naar voetnoot(16) en er op gewezen, dat in de Rotterdamse uitgave van 1577 een aantal woorden voorkomen, die niet in het oorspronkelijke Vocabulare van Noël de Berlaimont zijn opgenomen. Nu treft het, dat in ons exemplaar bij de letter A een punt staat bij al die woorden en ook bij nagenoeg alle A-woorden van het Vocabulare. Louter toeval kan dit niet zijn. De bewerker moet het Naembouck vergeleken hebben of wel met de boven vermelde druk van 1577 of wel met een gemeenschappelijke bron. Voor de laatste veronderstelling pleit, dat er ook een punt (een tiental keren zijn het twee punten) staat voor woorden, die niet in het Vocabulare zijn te vindenGa naar voetnoot(17). B. - Elders ontmoet men een St. Andries kruis, hetzelfde een of tweemaal doorstreept, een eenvoudig kruis, dat soms drie- of vierdubbel is. Voor deze aanwijzingen zijn wij er niet in geslaagd een volkomen bevredigende oplossing te geven. De onderstreepte woorden, om hiermede te beginnen, staan meestal in K3 en ook het Latijnse equivalent van de onderstreepte Franse vertaling, b.v.
| |||||||||||||||||
[pagina XXV]
| |||||||||||||||||
Heeft Kiliaan de onderstreepte woorden uit R willen overnemen of die geconfronteerd met een andere bron? Men denkt eerder aan het eerste, al komen ze niet alle voor in K3. De overeenstemming is inderdaad te treffend in gevallen als dat van afschutsel enz. of nog in de volgende:
Bij afschutsel en afsluutsel staat, buiten de punt, nog een St. Andries kruis en een rechte streep met twee dwarsstreepjes, bij balgh drie rechte strepen met een dwarsstreep. Wij hebben voor deze en nog andere soortgelijke tekens, na vergelijking met Kiliaan, verschillende hypothesen gemaakt, o.m. of er misschien een localisering achter zat, maar bereikten geen afdoende resultaat. De waarschijnlijkste verklaring schijnt ons te zijn, dat elke aanwijzing op een verschillende bron slaat. Een rechtstaande streep tussen twee woorden in de tekst schijnt een typographisch teken te zijn en er op te wijzen, dat alléén het woord vóór het streepje voor (eventuële) opname in aanmerking kwam. Kiliaan zou dan een tiental glossaria met het Naembouck hebben vergeleken, wat ten slotte noch onmogelijk noch overdreven is. |
|