Multatuli Encyclopedie
(1995)–K. ter Laan– Auteursrechtelijk beschermdZegen Gods door Waterloo, De-,‘Gemoedelijke opmerkingen van A.Z. (Medegedeeld door Multatuli)’, brochure geschreven als reactie op het halve-eeuw-feest van de slag bij Waterloo in 1865 (vw iii, p. 553-559). De brochure werd herdrukt in Herdrukken (1865) en in Verspreide Stukken (1865). Deze satire is zogenaamd geschreven door een brave protestantse burgerman, die blijkens het adres in de ondertekening: ‘Lauriergracht, naast 37, en elders’, een buurman van Batavus *Droogstoppel is. m., bewonderaar van *Napoleon, schrijft met sarcasme over de overwinning bij Waterloo ‘waar de gruwelyke Overweldiger werd overwonnen door den groten Prins Willem van Oranje’, waar ‘Prins Willem van Oranje de Grote den Overweldiger versloeg, met Gods hulp’ en waar ‘Prins Willem de Grote, van Oranje, den Overweldiger verslagen had, met Gods hulp’. Hij stelt dat de economische en maatschappelijke toestand in Nederland na de nederlaag van de Fransen aanzienlijk verbeterd is. Zo zijn bijv. de taal- en letterkunde tot bloei gekomen en is het volk beschaafd geworden. ‘Bovendien, ik gelove dat zonder die overwinning, (ik bedoele de grote overwinning van prins Willem den Grote, met Gods hulp, by Waterloo) ik gelove, zegge ik, dat zonder die overwinning, misschien hier en daar in de Koloniën gruwelen zouden gepleegd zyn, en dat de aanleggers en medeschuldigen zouden zyn beloond en geëerd, terwyl men (indien niet, met Gods hulp, prins Willem de Grote van Oranje den Overweldiger had verslagen, te Waterloo) terwyl men dan, zegge ik, misschien hen die zich zouden verzet hebben tegen die gruwelen, zou hebben gesmaad en mishandeld.’ (vw iii, p. 554) De satire is tevens geschreven als antwoord op De laatste veldtoght van Napoleon Buonaparte van *J. Scheltema. In 1875 tekent m. aan dat zijn ‘schetsje van den waanzin waarmee men in '65 den val van Napoleon herdacht’ nog altijd kan dienen tot karakterisering van het ‘leuterparoxysme waaraan een geïdiotiseerd volk zich zo gaarne overgeeft’. Hij vervolgt: ‘De krankzinnigheid der hedendaagse thorbeckomanie past (met Gods hulp) precies in 't kadertje der verstandelyke ontwikkeling en der uitdrukkingswyze van den snuggeren A.Z., en van z'n groot aantal geestverwanten.’ (vw iii, p. 559) |
|