Multatuli Encyclopedie
(1995)–K. ter Laan– Auteursrechtelijk beschermdWillem II,1792-1849, zoon van Willem i, genoot tijdens zijn ballingschap in Berlijn een militaire opleiding en aanvaardde na de omwenteling van 1813 in 1814 het opperbevel over het leger. Hij stond aan het hoofd der troepen bij Quatre-Bras en hield daar de Franse maarschalk Ney tegen. Verder streed hij in de slag bij Waterloo, waar hij gewond raakte. In 1830 stond hij aan het hoofd van het leger te Brussel, maar hij kon de Belgische opstand niet bedwingen. In 1840 volgde hij zijn vader op. Als koning moest hij instemmen met de liberale Grondwetsherziening van 1848. De ophemeling van de dappere daden van deze prins van Oranje wordt door m. bespot, o.a. in Idee 752-755 (vw iv, p. 471-481) en in *De zegen Gods door Waterloo. In Idee 563 schrijft m. over de Belgische opstand van 1830: ‘Het gevloekte ondier was immers, met gods hulp, door Willem-Theseus van Oranje verslagen, en 'n andere Willem - bygenaamd vader - regeerde over 't vrye Nederland.’ (vw iv, p. 324) Ook deze Nederlandse koning ‘stierf in het Frans’: zijn laatste woorden waren ‘je me sens affaiblir’ (Fr. ik voel me verzwakken; Pruisen en Nederland, vw iv, p. 18). In een brief aan G.L. Funke d.d. 29 maart 1872 schrijft m. dat hij een aardige anekdote gehoord heeft over een bezoek van de predikant Willem Broes (1766-1858) aan koning Willem ii. Daarbij zou zich een scène voorgedaan hebben, die lijkt op de scène van koning George in het tweede bedrijf van Vorstenschool: ‘Op 'n audientie heeft Willem ii den ouden domine Broes beziggehouden met chakots, en ze opgezet om de opinie van dien goeien man te vragen. Maar dit vernam ik eerst ná 't schryven van die acte, en juist naar aanleiding van de kwestie over de maat van charge. Toch erken ik dat er in die gekheid van Willem ii bonhomie lag. En dat is er ook in George.’ (vw xv, p. 156-157) |
|