in Vlaanderen populair. Vlaanderen had wat met minderheidstalen, logisch, vanwege de onderdrukking van het Vlaams door de Franstalige Belgen.
Welnu: toen de Zeeuw Constant Hansen (1833-1910), zoon van een Deense vader, in Antwerpen bibliothecaris werd, sloot hij zich aan bij de Aldietse Beweging. Die streefde onder meer naar een eenheidstaal, van Duinkerke in Frans Vlaanderen tot voorbij Koningsbergen, het nu Russische Kaliningrad, niet ver van de Litouwse grens. Fritz Reuter en enkele andere Nederduitse schrijvers waren enthousiast, maar in Nederland zag men zoiets Germaans niet zitten, en van de beoogde eenheidstaal kwam niets terecht.
Maar een eenheidstaal voor Limburg kan nog, verzekerde een hooggeleerde Fries me, prof. Durk Stapert. Als er maar een sterke taalwil is. Een nieuw woord dat je nog vergeefs in de woordenboeken zoekt. Maar in de Taalagenda 1999 staat: ‘De taalwil van Nederlanders en Vlamingen is onontbeerlijk willen wij voorkomen dat het Nederlands in de 21ste eeuw een folkloretaaltje wordt’ (Marlies Philippa).
Er moet dus een wil ontstaan om goed, prachtig Limburgs te schrijven. Moraal: als honderden Limburgers zeggen: ‘Wij proberen vanaf nu een Limburgse eenheidstaal te creëren en te schrijven, dan is die taal er.’
Schreef hij. Ik weet dat het zo (helaas) niet zal gaan. Want ik zie weinig taalwil om me heen. Veel Limburgers spreken nog graag hun dialect, maar of ze fouten maken, dat interesseert ze bar weinig. Halfgeletterden discussiëren over de vraag of het hartendief is, of zonder die n omdat je niet letterlijk een hart steelt, maar de interesse voor het hoe en waarom van dialecten is gering. Omdat de machtige tv dialect veronachtzaamt?
Niet zo somber: het kan nog, dat Limburgs en de aandacht ervoor. Er is meer aandacht voor regio's. Dat hoor je althans. Waarom dan niet geprobeerd die eenheidstaal? Het is de moeite waard. Laten we daarom eens kijken wat er allemaal gebeuren moet.