veur: wordt voorgetrokken. Het was dan ook ei net menke, maar ineens niet meer: hij had ein nutte vief in de bóks. Geen winkelhaak maar een v-vormige scheur, zoals de Romeinse vijf: V.
Hoe kwam hij daaraan?
Hij had appels gejat, was betrapt, gevlucht, ónger de tankeldraod door gekropen en vervolgens in een beek gevallen.
Kletsnat kwam hij thuis en kreeg meteen vief van de lèste: een pak slaag. Waarschijnlijk afkomstig van een uitdrukking bij het kruutse (kruisjassen). Wie de laatste slag binnenhaalt krijgt daarvoor vijf punten extra.
De volgende dag al had moeder spijt van die slaag, want wat werd hij ziek, oos menke. Hij kreeg koorts en uiteindelijk de vief leen. Dat woord komt uit wat tegenwoordig wel het Luikerwaals genoemd wordt, five linte zegt het woordenboek van Valkenburg, en dat zou een verhaspeling zijn van Frans fièvre lente oftewel zachte koorts.
Het is echter een gemene (hersen)ziekte, ouders gingen ter bedevaart als een van de kinderen de vief leen had.
En dan heb ik zelf verzonnen (en geschreven) dat de zon de darteen op had. Dat was (is) een zeer grote versnelling voor wielrenners. Je moest kracht hebben om die langdurig rond te kunnen krijgen, dus die zon is krachtig, die leut ós get zeen. Niet de mooiste vergelijking voor zeer heet (wist u trouwens dat de mussen die dan van het dak vallen helemaal geen mussen of mosschen zijn, maar mos, dat uitgedroogd is en los laat?), maar wie weet wat er nog mee te doen is.