positieve naam had, zoals ook blijkt uit koeterwaals. Rot staat waarschijnlijk voor de kleur rood, en heeft volgens sommigen te maken met de lap vol rode vlekken die zwervers, bedelaars en lómmelekremers om hun hoofd hadden, ten teken dat ze ziek waren.
Allei, belangrijker is dat het Sjabbe-Remunjs opgeschreven en bestudeerd wordt nu het nog kan. Dat is een karwei van jaren. Overigens zijn verschillende van deze woorden in het dialect doorgedrongen, en die zullen gewoon tot de Limburgse woordenschat gerekend moeten worden, zoals vlemme: (flink) roken en floep: angst. Bengde zullen we in het Limburgs zeggen. Het Venloos Woordenboek zegt voor floep: schrik. Te zwak, vind ik. Dat woordenboek heeft ook kielf (hond). Maar sjpanderik, bril (denk aan sjpanne = kijken), zou dat nog wat kunnen worden?
Sjabbe zijn oorspronkelijk schooiers. Maatschappelijk laagstaande personen, zegt het woordenboek van Herten. Deze betekenis kende het Middelnederlands niet. Wel: versleten kledingstuk en: een morsige vrouw. Of er in het Limburgs een betekenisontwikkeling was, of dat er altijd gesproken is van sjabbe, is moeilijk meer te achterhalen. Ik meld verder dat zich sjabbe betekent: krabben, als je jeuk hebt.
Ook kun je eine dae oetjoebes neudig haet, bie zien sjabbe griepe. Dat zullen oorspronkelijk wel de kleren zijn, maar misschien ook een soort lurven, want ik ken - en in de buurt van Weert hoor je dat ook: hae haet nieks um zien sjabbe. Geen fatsoenlijke kleren.