Schreefkens op eene ley
Een mooi algemeen woord voor geld is sjräöm, meervoud van sjraom: streep. Het is hetzelfde woord als Nederlands schram, een streepvormig wondje, ten onzent ook sjrab genoemd. Dat komt van sjrabbe: schrappen of schrapen met een mes: moere (wortelen) sjrabbe.
Een andere woord voor streep is schreef, wat het Nederlands bewaard heeft in over de schreef gaan. In het woordenboek van Roermond staat: euver de sjraom gegange. Dan ben je te ver gegaan, over de grens (streep).
Wat hebben sjräöm nu met geld te maken? De uitdrukking is: sjräöm höbbe (het enkelvoud komt niet voor), en dan heb je heel veel geld. Meer dan wanneer je knabbe hebt, denk ik.
Ik doe een speelse poging die uitdrukking te verklaren. Sjräöm komen bij het toepen voor: de strepen (denk aan schram) op lei of bierviltje die aangeven hoeveel strafpunten je hebt. Er zijn twee methodes. Je begint met zeven (meestal, dan is het spelletje gauw uit, ober...), of twaalf en zelfs vijftien strepen. Als je verliest, moet je strepen vaege: uitvegen. Heb je er nog maar eentje, dan heb je ermooj (armoede). Hoe meer sjräöm hoe rijker, behalve als je bij nul begint, maar dat is niet de oorspronkelijke methode is mij verzekerd.
Het WNT heeft deze betekenis van schram ook, met de aantekening dat die in de 18e eeuw in Gelderland nog voorkwam. Iemand heeft ‘schreefkens, met kryt op eene ley gehaeld’ schrammen horen noemen. Heeft hij toepen gezien? Misschien wel in een herberg in Noord-Limburg.
De kardinale vraag is nu: zou zo ook geld geteld zijn? Bij elke honderd gulden een streep op de lei, na vier strepen er eentje dwars doorheen? Had je de lei vol, dan had je pas sjräöm.
Ik speel nog wat met de uitdrukking: nieks op de röbbe höbbe: geen geld. In Kerkrade: jinne kräutser mieë: kreuzer, een Oostenrijkse