en een spa rood’, maar niemand vraagt zich nog af waarom die drank witte heet. Logisch toch: hij is lichter dan pils.
Nee. De term witbier is waarschijnlijk overgenomen uit het Duits, en had aanvankelijk niets met de kleur wit (weiss) te maken, maar met Weizen: tarwe. Het Duits kent hiervan dialect-varianten als Weiss en Weissen, en zo zal het woord witbier ontstaan zijn. Op het etiket van het merk Erdinger staat als vertaling wheatbeer (Engels wheat is tarwe) en (Spaans): cerveza de trigo, en ook dat trigo is tarwe. Enkele Belgische merken hebben als aanduiding bière de blanche, wit bier dus, en daar zien we geen enkele relatie meer met tarwe.
Overigens zijn de woorden wit en weit etymologisch nauw verwant, en voor de liefhebbers: het WNT meldt dat in het Albaans bard zowel tarwe als wit betekent.
Tarwe is een geheel Nederlands woord. Weit komt voor in het Nedersaksische taalgebied (Gronings: wait) en een deel van Limburg. Ruw gezegd - zo toont een kaartje - is het woord weit teruggedrongen tot Noord-Limburg en een strook langs de Maas in Midden-Limburg, die al bij Roermond eindigt. Verspreid komt het nog voor in een paar plaatsen in het zuiden, langs de Duitse grens.
Die ontwikkeling zal wel doorgaan, nu het gewas weit nauwelijks meer een rol speelt in het dagelijks leven. Bij de tientallen namen die warme bakkers voor wit- en bruinbrood verzonnen hebben ontbreekt het ook. Jammer, want er zijn interessante woordspelingen te maken met weit. Dat woord betekent in het Limburgs ook: weet (ik weet en de gebiedende wijs van weten), zodat ik me af kan vragen: höbbe veer nag waal weit van de weit?
Het woord zal wel bewaard blijven in boekweit, in het Limburgs onder meer boke(n)t. Kleinigheid nog: het boek van boekweit heeft niets met een boek te maken maar boekweit is een verhaspeling van beukenweit, een nog eerdere naam, omdat de vruchten een beetje driekantig zijn, zoals een beukennootje.