Kolen op de daets
Sorry, totaal verdwaald bij de kathedraal, in die middeleeuwse straatjes. Ik had het over oos Taal naast elf maal elfendertig verschillende dialecten. Daar raak ik niet van in de war, wel van de vraag of hier niet al te veel mijn taal klinkt. Want ik kan wel braaf opzoeken hoe woord X in Venlo, Weert of Kerkrade luidt, maar duidelijk zal zijn dat ik van huis uit die dialecten niet praat. Met andere woorden: komt dit boek niet te veel uit mijn daets om waarachtig van oos te kunnen spreken?
Mijn wat?
Daets, om u te dienen. Ik vind dat een schitterend woord. Zoals het synoniem kiebes. Hoofd dus, ook höt, door velen met een d gespeld vanwege het Nederlandse hoofd. Flauwekul. Om te beginnen wordt voornamelijk het verkleinwoord hötje gebruikt: det hötje. Helemaal Limburgs. Het Nederlands is hier bepaald armoediger. In de polder spreekt men van een kool, en: zij heeft drie kolen gekocht.
Hoe zit het nou met die d?
Welnu: of het een d of een t moet zijn blijkt uit het meervoud. Dat wordt misschien niet zo vaak gebruikt, maar ik roep spontaan: hötter. Zo ook concludeert het woordenboek van Echt.
Onze daets staat nauwelijks in de woordenboeken. Dat van Kerkrade heeft deëtsj en dèts, dat hetzelfde uitgesproken wordt als daets, gezien de aanwijzing: als in Duits Bär (baer). Kwestie van anders spellen. Ik denk dat daets het Franse tête is, hoofd. De s is dan duidelijk: want als je het teken ^ ziet (ook hoedje genoemd), is het vrijwel zeker dat er een s weggevallen is, zoals in côte (vergelijk costa). Een Italiaans hoofd is een testa. Eveneens met een s.
Moet het daarom niet daest zijn?
Het woord zal niet uit het Italiaans komen, noch uit het Latijn, maar daar kom je moeilijk meer achter. Ik wijs erop dat het Nederlands test kent: hetzelfde woord. Dat komt van het Latijnse