of klie), en dan zegt de tegenpartij: sjoen kaart, mer neet bang, ze zien nag neet naeve Sjmeets' Bakkes.
Ik hoorde verder dat de uitdrukking gebruikt werd voor iemand die de vijftig voorbij was. Vijftig jaar: dat gezegde moet uit vroeger eeuwen stammen, toen besmettelijke ziekten nogal wat jongeren een eind voor bakker Smeets te grazen namen. Ik denk dat we daar nu minstens zeventig van moeten maken.
Maar wie is we en hoe doen we dat? Ik kan wel van alles voorstellen. Om over te nemen, uit het Rijnlands Woordenboek: langs Sjmeets' Bakkes mit de baek nao ónger, oftewel: bankroet - feliet zei mijn vader en zo spelt het woordenboek van Roermond. Hier moet je bij bedenken dat het passeren van Sjmeets' Bakkes gevaarlijk is, dus het proberen daar voorbij te komen kan rampzalig zijn: een te grote investering. Potverdrie: waarom is Sjmeets' Bakkes taalkundig een ruïne?