Mijn mening: els of aels is een soortnaam, al weten onze woordenboeken daar nog niets van. Vroeger werd aels in Limburg op meer dan tien plaatsen gestookt. En vraag je heden ten dage in een kaffee in de Eifel aels, tien tegen drie dat je een kruidenbitter krijgt.
Die ae moet je trouwens aan het denken zetten, want wie noemt zijn Elisabeth Aels?
Ik kende aels al lang voor ik mijn eerste elske dronk, en dan niet het schoenmakersgereed schap els, de priem, die ook aels heet, maar meestal zuul. Mijn aels zat in de kroetwösj, de heilige poes zal ik maar zeggen die op Maria Hemelvaart in de kerk gewijd werd en diende om Donar en andere bliksemgoden koest te houden. Geen tak van de zwarte els, maar een kruid dat langs de weg groeit en bijvoet heet. Dat is de artemisia vulgaris. Een opwindende variant heet artemisia absinthium - alsem, waar in Frankrijk de al lang verboden drank absint van getrokken werd, ondergang van een paar dichters en schilders.
Deze plant heet in Nederland onder meer aals(t), aelst in Friesland, en in Limburg els, zo werd begin deze eeuw genoteerd. De ae-klank van baer en waer was echter niet bekend in het Hollandse, dus neem ik aan dat de alsem hier toen al aels heette.
Ik heb van oudere mensen uit Beek vernomen dat vroeger de kruiden voor de els arriveerden per trein en dat die gaelsig waren. Allei, genoeg hierover, ik zie de bodem van de fles.