gangsgebied naar Brabants en het Nedersaksisch. Daar ga je niet naar hoes maar naar huus. Tegenwoordig worden de dialecten ten noorden van de lijn Horst-Arcen tot het Kleverlands gerekend: de taal van een groot gebied rond Kleef of Kleve.
In dat gebied werd een anderhalve eeuw geleden nog Nederlands gesproken. De Nederlandse overheid echter is nooit op het idee gekomen enige steun te verlenen aan die Nederlandstaligen. Je kon er tenslotte niets mee verdienen.
Terug naar Keulen. Vanuit dat middeleeuwse cultuurcentrum zijn enkele kenmerken van het Hoogduits noordwaarts doorgedrongen. In het kort: in de zesde of zevende eeuw zijn in het zuiden van Duitsland een aantal medeklinkers veranderd. Een k (van kaoke, koken, Engels to cook) werd midden in een woord een ch, de t een s (eten - essen), en er verschenen wat f's, in Pferd, Apfel en laufen. Deze zogeheten Hoogduitse klankverschuiving stopte in wat nu het zuidoosten van Limburg is. De grens loopt iets westelijk van Vaals over Simpelveld naar (noordelijkste punt) Rimburg. Kerkrade valt volledig binnen die grens, die de Benrather Linie heet. Had de bisschop van Keulen in 1288 (Slag bij Woeringen) geen pak slaag gekregen van Hertog Jan van Brabant en diens bondgenoten, dan was - veronderstellen taalkundigen - het woord ich waarschijnlijk tot voorbij het huidige Tilburg opgerukt.
Dat is niet gebeurd, en je kunt zeggen dat ten noorden van de Benrather Linie weinig Hoogduitse kenmerken voorkomen. Water is er nergens waoser of zoiets, koken geen kaoche.