De Middelnederlandse boerden
(1957)–C. Kruyskamp– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 22]
| |
IIGa naar margenoot+ Dmeisken metten sconen vlechtkenaant.Mi doet alte sere verlanghen
Dmeisken dat mi es ontganghen.
Joncfrouwe al vander herten mijn,
In mijn herte soe spandi crone.
5[regelnummer]
Ic plach bi hare te sine ghewoene,Ga naar voetnoot5.
Maer nv moetic van haer sijn.
Si es alte scone een schijnGa naar voetnoot7.
Ende si heeft alte scone vlechtken,
10[regelnummer]
Ga naar margenoot+ Dat clein proper suverlec wechtken.
Si es soe vaste in mi gheplant
Dat si van mi die ouer hantGa naar voetnoot12/13.
Heeft, soe waer ic henen ben
Ende sal den tijt die ic leve.
15[regelnummer]
Ic ben die ghene die mi op gheue
Hare, alsoe steet nu mijn sen,
Bringhet mi bate of ghewen.
Want het heeft soe sconen vlechtken,
20[regelnummer]
Dat cleyn proper vriendelec wechtken.
Het heuet die lippen ende danschijn
Roeder dan die rose mach sijn,
Ende die hande smal ende lanc;
Hare tande wit met yvore ghemanct.Ga naar voetnoot24
25[regelnummer]
Si heeft haer lijf wit als een sneeu,
Haer oghen berren als een leeu.Ga naar voetnoot26.
| |
[pagina 23]
| |
Het dwanc mi oec aen minen dancGa naar voetnoot27.
Te sine ewelijc haer dienst knechtken,
Dat cleyn proper graselec wechtken,Ga naar voetnoot29.
30[regelnummer]
Het heeft soe sconen vlechtken.
Het es teeder en[de] oec cleine,Ga naar voetnoot31.
Hets die suverlijxte aleine
Dat es ocht was of wesen sal.
Het is hovesch ende goedertieren,Ga naar voetnoot34.
35[regelnummer]
Si es sedich van manieren
Ende si es in die siden smal.
Haer borstken ronder dan een bal,
Haer kinnekijn diep als een grechtken,
Dat cleyn proper suuerlec wechtken,
40[regelnummer]
Het heeft soe sconen vlechtken.
Het es brun te selker steden,Ga naar voetnoot41.
Onder die ocxselen ende beneden;
Brvvn hevet die wijnbrauwen met.Ga naar voetnoot43.
Het heuet een puttekijn aen den lichame,
45[regelnummer]
Dorstic[t] noemen sonder blame
Ende sonder hare enech verwetGa naar voetnoot46.
Te hebbene, ic soude noemen dlet:Ga naar voetnoot47.
Brvvn es des kindekens ghemechtken.
Dat cleyn proper vriendelic wechtken,
50[regelnummer]
Het heeft soe sconen vlechtken.
Ic moet hare te dienste staen
Ende ewelijc sijn onder daen,
Soe werwert ic mi bekere,Ga naar voetnoot53.
Want soe sere es mijn sin ghevallen
55[regelnummer]
Opt kindekijn daer wi af callen.
Ga naar margenoot+ Ic mint vaste in lanc soe mere,Ga naar voetnoot56.
| |
[pagina 24]
| |
Want aen hare staet mijn lijf ende ere.Ga naar voetnoot57.
Het es oec altoes in mijn gedechtken,
Dat cleyn proper suuerlec wechtken,
60[regelnummer]
Het heeft soe sconen vlechtken.
Nota
Houdt lviij verse
Desen sproke mi doet alte sere verlanghen |
|